Signalen 47
R. Sollie-Sleijster
15-04-17
Doe recht aan tegenstanders vrouw in het ambt
RD 08/04/17
Een beroep op de gaven van vrouwen mag van Dick Slump, ouderling GKv Capelle a/d IJssel-Noord, niet als breekijzer worden gebruikt om het regeerambt voor vrouwen open te stellen.
Slump was deputaat en schrijver van het minderheidsrapport 'M/V in de kerk' voor de GS Ede 2014. Hij verzet zich tegen de zienswijze van Maarten Verkerk en Gerrit Glas als zouden tegenstanders van de vrouw in het ambt een onbevangen exegetische discussie verhinderen. Zij zouden gevangen zitten in een 'oude tijdgeest', de geest van onderdrukking en achterstelling van vrouwen. Daarin herkent Slump zich bepaald niet. Wel behoort hij tot het overgrote deel van de christelijke kerk van vroeger en nu dat het regeerambt uit overtuiging alleen open wil stellen voor mannen.
Het rapport 'Samen dienen' en het boek 'Zonen & dochters profeteren' hebben hem niet kunnen overtuigen. Met verbazing leest Slump dat Verkerk en Glas schrijven dat er geen gedegen studies zijn verschenen die de conclusies daarvan weerleggen. Hij wijst op de blogs van Matthijs Haak, Dolf te Velde en Wolter Rose. Daaruit blijkt duidelijk dat nieuwe exegetische inzichten ook deze schrijvers niet hebben overtuigd.
Bijbels onderwijs
Slump leest drie dingen in het Nieuwe Testament die actuele en blijvende betekenis hebben:
Paulus schrijft aan de gemeenten in Galatië: 'Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus... Daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw, want allen bent u één in Christus Jezus' (Gal. 3:26-28). Dit is o.a. in lijn met Joël die spreekt over zonen en dochters die zullen profeteren (zie ook de Pinksterpreek van Petrus).
Als deputaat 'M/V in de kerk' heeft Slump al uitgebreid aandacht gevraagd voor de cultuurkritiek van Paulus. Het misplaatste onderdrukkende gedrag van mannen wordt gebaseerd op de vloek uit Gen. 3:16 '… en hij zal over u heersen'. Dit wordt door Paulus afgewezen, 'het is geen legitimatie of alibi om vrouwen te onderdrukken of voor eigenbelang te gebruiken. Integendeel Paulus spiegelt de man-vrouw verhouding aan de verhouding van Christus en Zijn gemeente en geeft de mannen onderwijs in de Geest van Christus. Wie leiding geeft moet worden als iemand die dient zoals Hij (zie Luk. 22:26,27)'.
Allen delen in de gemeente in de genade, maar wel wordt er onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. Kennelijk is dat niet met elkaar in tegenspraak, zo constateert Slump. Christus kiest mannelijke discipelen en in Zijn gemeenten worden geen vrouwen als oudsten aangesteld. Niet omdat ze het niet zouden kunnen vanwege hun vrouwelijke eigenschappen of te weinig kennis, nee, Paulus wijst naar het begin terug (1 Tim.2:13,14), naar schepping en zondeval. Daarop volgt 1 Tim. 3, waarin eisen worden gesteld aan de opzieners, waaronder dat zij man moeten zijn. Deze teksten kunnen niet aan de kant worden geschoven als cultuurgebonden of als geïsoleerde zwijgteksten.
Verkerk en Glas stellen dat dit onderwijs niet meer beslissend zou zijn voor de kerk van nu en dat
'de exegetische discussie wordt afgesneden met een vermeend hermeneutisch argument. Dat zou haaks staan op de vrijheid van exegese waaraan de GKv hun bestaan zouden hebben te danken. Ik (Slump) heb wel even met mijn ogen geknipperd toen ik dit las. Drie jaar geleden waren deputaten 'm/v in de kerk' het met elkaar eens dat over de exegese van bepalende Bijbelgedeelten geen wezenlijk verschil van mening bestond. Paulus heeft geschreven wat hij heeft geschreven. De wegen gingen uiteen bij de betekenis en toepassing daarvan in onze tijd en cultuur.'
Oudsten
De oudsten zijn geroepen om het Woord van God te verkondigen, toezicht te houden op de kudde en verantwoording af te leggen aan hun Heer over de zielen van de gemeenteleden. Het ambt van oudste toont veel gelijkenis met dat van ouderling, inclusief de predikant, in de gereformeerde kerken. Het moet onderscheiden worden van allerlei gaven die de Heilige Geest in de gemeente geeft. Dat vrouwen niet tot het ambt worden geroepen is allerminst een rem op de inbreng van vrouwen in de gemeente, zoals het rapport 'Samen dienen' soms lijkt te suggereren.
Slump sluit af met de duidelijke stelling:
'Gelovige mannen en vrouwen ontvangen gaven, maar zij krijgen niet allen dezelfde roeping. Een beroep op de vele gaven van vrouwen en hun inzet voor het evangelie mag niet gebruikt worden als een breekijzer om het regeerambt voor hen te openen. Gaven worden ingezet vanuit de roeping, niet andersom.'
Mogelijk gezamenlijke vergadering NGK en GKV op Hervormingsdag
RD 08/04/17
Doorpakken of bedenktijd?
Na het 'verlovingsaanzoek' van de Nederlands gereformeerden (NGK) in 2014 aan de GKv volgt nu een voorstel om op 31 oktober 2017 samen een herdenkingsdienst te houden. Dit om de toenadering tussen beide kerken te markeren. Op 17 juni zal de GKv-synode Meppel zich uitspreken over de status van de contacten met binnen- en buitenlandse kerken.
Ds. H.J. Messelink, voorzitter van deputaten kerkelijke eenheid (DKE) van de GKv, gaf op de landelijke vergadering (LV) van de NGK aan dat er verdeeldheid bij deputaten GKv heerst over de relatie met de NGK. Een meerderheid van de deputaten wil meer eenwording en een minderheid wil pas op de plaats maken.
Maar, zo stelt ds. Messelink, de GS Meppel wil 'doorpakken en duidelijkheid geven'. 'Van eenheid tussen onze kerken moet het nu echt komen', zo vindt hij. Hij denkt dat dat moment steeds dichterbij komt.
Ook ds. K. Muller van de NGK-commissie voor contact- en samensprekingen (CCS) is hoopvol: 'Plaatselijk, landelijk worden er stappen gezet.' De onderlinge beroepbaarheid van predikanten tussen beide kerken mag nu ook door de CCS worden onderzocht.
A.P. de Boer (Nijkerk) pleitte voor beperking in het vergelijken van de kerkordes. 'Als we alles moeten uitpolderen, zijn we nog eerder van olie, kolen en gas af dan dat we kerkelijk één zijn', zo merkte hij op. Vanwege zijn begrip voor de weerstand tegen eenheid met de NGK bij een deel van de GKv achterban vroeg hij wel om bedenktijd bij de NGK voor de vraag wat zij willen doen en laten bij eenwording.
NGK – CGK – geen landelijke toenadering
De contacten tussen NGK en de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) bevinden zich op een dieptepunt. Het streven naar landelijke eenwording is na 20 jaar verdwenen uit de opdracht aan CCS. Voorzitter ds. Muller van de CCS noemde de 'teleurstellende besluiten' van de CGK-synode om tot verdere samenwerking in plaatselijke gemeenten te komen, zoals:
- niet-CGK-afgevaardigden naar meerdere vergadering kunnen daar geen volwaardig lid zijn;
- de vrouw in het ambt is een verhindering;
- toelating van samenlevende homoparen aan het heilig avondmaal is een verhindering;
- toelating van kinderen aan het heilig avondmaal is eveneens een verhindering.
In een bijgevoegd videofilmpje merkt ds. W. Smouter, voorzitter van de LV, met al dan niet gegrond optimisme (wishful thinking?) op dat hij desondanks vertrouwen heeft dat het tot eenwording komt met de CGK. Hij vindt dat juist binnen de CGK zeker niet iedereen hetzelfde denkt en toch blijven zij onder één dak. Dus verwacht hij dat het ook hier 'wel goed zal komen'.
PKN – ongekende verbreding
De 'ongekende verbreding' met de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) ziet ds. Muller als verklaarbaar door het feit dat de NGK ontdekten 'dat de PKN als geheel minder vrijzinnig is dan gedacht werd. Daarnaast zijn kerkmuren minder belangrijk geworden. We hebben elkaar over en door kerkmuren leren kennen.' De LV stemde dan ook in met verdere deelname aan het 'vijfkerkenoverleg' (PKN, CGK, GKv, NGK en VGKN). [zie ook Signalen 44 op deze site] Een generale regeling voor gastlidmaatschap van deze vijf kerken moet door de CCS worden ontworpen.
Binnen de NGK gaan inmiddels PKN-predikanten voor. Ds. Muller waarschuwt de betreffende gemeenten voor geestelijke vervreemding binnen het NGK-kerkverband. Reden voor de LV om te besluiten PKN-predikanten pas toe te laten tot de kansels na overleg met de regionale vergaderingen.