Ethiek

Ethiek

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Stop dit onrecht

 

D.J. Bolt

16-04-20

 

In het Nederlands Dagblad (06-05-20) schreven Joep Zander en Heleen Koppejan, pedagoog en kunstenaar resp. psycholoog een opmerkelijk artikel over een haast vergeten, schrijnend onrecht waarvoor zij in deze coronatijd in het bijzonder aandacht vragen.

Ieder kent inmiddels de beelden van kinderen en kleinkinderen die vanaf grasveldjes naar opa en oma zwaaien, elkaar plexiglazig zoenen. Hartverwarmend om zo toch te proberen het vereenzamend leven dragelijk te houden en de gehechtheid van de geslachten gestalte te geven.

Maar, merken Zander en Koppejan op  

 

'We zouden bijna vergeten dat er veel grootouders zijn die, in plaats van tegen een raam, tegen een leegte aankijken waarachter het bestaan van (een deel van hun) kleinkinderen slechts kan worden vermoed en vaak uit schaamte wordt ontkend. Grootouders zijn de levende metafoor voor het doorlopende leven – aan de ene kant eindigt het en aan de andere kant gaat het door. Het is de crux van de mensheid, voortleven ondanks dood en verderf.'

 

Waar hebben de schrijvers het dan over? Ze denken bijvoorbeeld aan moeilijke tijden, zoals bij echtscheidingen, waarbij het niet altijd lukt om het contact met het eigen kind en het schoonkind te behouden. 'Echtscheidingen waar het kind vanuit loyaliteit aan één ouder – om ongegronde redenen – het contact verliest met de andere ouder'.
In Nederland wordt dit ouderverstoting/-onthechting genoemd. Vaak ontstaat er ook contactbreuk met de kleinkinderen doordat zij in een loyaliteitsconflict terecht komen. Het geeft grote moeiten bij de grootouders, weten Zander en Koppejan

 

'Onzichtbaar, en vaak onbekend, lijden buitengesloten grootouders dubbel. Niet alleen delen deze grootouders het verdriet van hun kinderen, of het verlies daarvan. Tegelijkertijd lijden zij onder het verlies van hun kleinkinderen; wetende dat weer een generatie verdriet heeft. Grootouders die hun kleinkinderen niet zien, kunnen hun verhaal nergens kwijt. Andere grootouders laten vol trots hun foto’s zien van de kleinkinderen. Ze vragen: ‘heb jij kleinkinderen?’ ‘Nee’, zeggen ze dan maar, ‘die hebben we niet.’ Hoe leg je uit dat je die wel hebt, maar nooit ziet en niet weet hoe ze eruitzien.'

 

Juist in deze corona-crisistijd geeft dit veel pijn. Zij horen hoe onze premier meeleeft met de ouderen die door coronamaatregelen geen (direct) contact mogen hebben met hun kinderen en kleinkinderen. Maar van het bestaan van buitengesloten grootouders lijken velen geen weet te hebben, zo klagen de pedagoog en psycholoog: 'Zij hebben nu geen contact, maar zónder corona ook niet'.

 

Heel opmerkelijk brengen schrijvers vervolgens een juridisch aspect in. Want grootouders en kleinkinderen hebben in theorie recht op omgang als ze familylife kunnen aantonen. Maar de vraag is of dat zou helpen om de situatie te verbeteren. Immers hoe vaak faalt het rechtssysteem t.a.v. omgangsregelingen ook in andere situaties, zo is de ervaring. Bovendien wie wil kleinkinderen daaraan blootstellen? Zander en Koppejan willen daarom een andere benadering

 

'Wij pleiten voor het bevorderen van vroegtijdige afspraken in de familie en vriendenkring die rechtszaken, die vaak averechts werken, uitsluiten en veel macht toekennen aan het arbitragesysteem. Uitgesloten grootouders zijn een door de samenleving vergeten, verborgen groep. Een groep mensen die gekend wil worden; die het nodig heeft dat u niet langer accepteert dat kinderen of kleinkinderen door een scheiding een ouder of grootouders niet meer zien.

Stop dit onrecht.'