Ethiek

Ethiek

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Woorden op het werk

D.J. Bolt
17-02-06

COLUMN

Piet zit in de problemen.

Zijn baas wil ter versterking van zijn ICT-bedrijf - gezien de economische omstandigheden in de computerwereld ? de bedrijfsmiddelen 7x24 uur in gaan zetten. Aangezien Piet systeembeheerder is zal hij ook in het rooster worden opgenomen. Piet ziet de bui hangen. Zijn leven ziet er op zondag anders uit dan knutselen met informatietechnologie. Hij heeft immers geleerd: ?Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen??. Hij maakt een afspraak met zijn manager voor een gesprek hierover.

De zondag voor het gesprek zal plaats vinden, wonen Piet en zijn gezin een dienst bij waar Zondag 38 aan de orde komt. De predikant laat Jesaja 58 lezen. Hij legt uit dat er op de rustdag de roeping ligt ons gewone werk los te laten. Ja, het vierde gebod wil ons leren dat zondagsarbeid om economische redenen niet noodzakelijk is. Je mag zeven dagen leven maar op slechts zes hoef je te werken. God gaf zijn wet en leerde daarmee: economische redenen kunnen geen argument zijn om op de rustdag door te werken: Daar zorg Ik, de Here, wel voor. Dat geldt ook in een modern-heidens land als Nederland. De Here kan het leven zo leiden dat je voor de keus kan komen te staan, ja eigenlijk gedwongen wordt zijn vierde gebod te overtreden. Dat moeten we weigeren. Het brengt ingrijpende consequenties met zich mee. Maar die leggen we in ons gebed aan de Here voor en we vertrouwen dat Hij ons gebed verhoort[1].

De predikant bidt vurig tot Here of er ruimte in ons land mag blijven voor een christelijke invulling van de rustdag. Hij vraagt om hulp en leiding van de Heilige Geest bij de moeilijke gesprekken die nodig zijn als we voor de keus worden gesteld en smeekt de hemelse Vader ook daarin voor zijn kinderen te zorgen.[2]

Bemoedigd gaat Piet naar huis. Wel blijft hij tegen het gesprek met zijn baas opzien. Want wat zal er allemaal over zijn hoofd worden uitstort? Onbegrip, impliciet of expliciet verwijt van asociaal gedrag, verkilling van de relatie met collega?s? Toch is hij bemoedigd en voelt zich versterkt om de strijd aan te gaan. In het houden van Gods geboden ligt immers groot loon! Dan komt het toch goed?

De manager hoort Piet kritisch en enigszins geamuseerd aan. Werken op ?de dag des Heren? mag niet van die gereformeerde vrijgo?s? Vierde gebod? Dacht dat dat allang achterhaald was. Iets van de zwarte-kousen kerken of zo. Toch heeft hij ook wel begrip. Geloof en kerk zeggen hem weliswaar niets meer maar zijn ouders waren van de Bond. Zijn gedachten gaan onwillekeurig terug naar de conflicten met zijn ouwe lui die zijn zondagsbesteding gaf. Zo, zo, het bestaat dus nog steeds. Jammer van zo?n knul, ?t is een hard-werkende en bekwame vent, hoe houdt hij het uit in zo?n benepen omgeving.

De man maakt met Piet afspraken over extra inzet in avond- en nachtdiensten ter compensatie van het niet-verrichten van zondagsarbeid. De zaak wordt met de collega?s doorgesproken. Het blijkt mogelijk dat Piet in alle bescheidenheid ook kan getuigen van zijn geloof en vertrouwen. Verder worden er creatieve roosters en werkafspraken gemaakt.

Piet is opgelucht. De collega?s blijken er goed mee te kunnen leven. Piet ervaart het als verhoring op zijn gebeden en dankt zijn God ervoor.

­ ­ ­

Een maand later echter wordt Piet bij zijn baas geroepen. De man is nogal geïrriteerd. Hij vertelt dat hij een nieuwe medewerker, Jan, heeft aangenomen: ?Ook van jouw club?. Maar Jan heeft hem een heel ander verhaal verteld. Het is helemaal niet zo dat je op zondag niet mag werken. Er is daarvoor ook geen geldig gebod meer. Het ?In-zes-dagen-zult-gij-al-uw-werk-doen? moet je heel anders interpreteren: het betekent zoiets dat je naar de kerk moet gaan als je kunt. Jan?s dominee heeft wel de voorkeur voor een vrije zondag voor gezamenlijke kerkdiensten, maar de rustdag een gebod van God?, nou nee, dat was vroeger. Er zijn er nog wel die zo denken, Piet kennelijk ook, maar dat is eigenlijk achterhaald. Er was ook net een synode geweest die het prima vond dat je mag denken en doen op dit punt wat je wilt. De dominees hebben de ruimte op de preekstoel om hun eigen verhaal te houden. En wat het tijdstip van kerkdiensten betreft: er kunnen best creatieve oplossingen worden gevonden om buiten de werktijden bij elkaar te komen[3]. Zo schijnt het vroeger ook in de eerste christelijke kerk te zijn geweest. Nou dan! Nee, Ján had er niet zoveel problemen mee, híj laat zich gewoon inroosteren. Je moet ook solidair met je collega?s zijn, zei die. Je laat hen niet alleen het vuile werk opknappen, toch? En waarom moesten wij ons nu zo in bochten wringen voor jou ?.?

Piet is verslagen. Wat een vertoning voor het oog van zijn wereldse collega?s. Hij hoort hun spot al. Hoe kan dit nou toch? Hoe moet hij hiermee verder? Is het vierde nu wel of niet een gebod? Hebben we negen of tien geboden? Is het karakter van het vierde anders dan de andere geboden? Of is b.v. het zevende ook bepaald ?schaduwachtig?? Zodat je, noem maar wat, ook samenleven voor het huwelijk niet kan verbieden?

Jan gaat de verhalen lezen die er de laatste jaren zijn verschenen over de rustdag en alles wat daarmee te maken heeft. Het stemt hem niet vrolijk. Wat koopt hij voor vele, vele verhalen van theologen[4] die zich vooral druk lijken te maken over ruimte in de kerk om te kunnen zeggen wat ze willen. Ruimte om ja-en-nee te kunnen zeggen tot op kansels toe. Goedgekeurd tot op een synode! Waarom wisten in 1967 GSEV en GMV dat de zondag nooit een werkdag mocht worden[5]. En waarom kon het GPV in het begin van de jaren negentig nog onbekommerd spreken over het gebod van de Here om het dagelijks werk te laten liggen en is dat nu geproblematiseerd? [6] Het kan toch niet zo zijn dat de inhoud van het vierde wetswoord een gebod van de Here is als de samenleving er ruimte voor biedt, terwijl het een menselijke instelling wordt zodra de economische wind tegen is? [7]

­ ­ ­

Piet belt zijn wijkouderlingen om een gesprek. Dat komt, maar daar wordt hij ook al niet vrolijker van. Want in plaats de weg te kunnen wijzen gaan ze met elkaar in discussie over dezelfde standpunten van Piet en zijn broeder-bedrijfs-collega.

Piet raakt in de put. De bijbel een lamp voor onze voet en een licht op het pad? Ja, dat gelooft hij ook, maar hoe verhoudt zich dat tot onderherders die kennelijk dat licht niet hebben en zich druk maken over de grenzen van hun ruimte? Theologen[8] die na tweeduizend jaar christendom het nog steeds niet weten of weer niet weten. Ja, ze willen wel verder studeren [9] maar wat koop je daar nu voor. En de kerkelijke weg is ook al een lijdensweg: de ene vergadering zegt zus, de ander zo. Wat heb je daar aan?.?[10]


[1] Vergelijk ?De zondag? van de predikanten Ds H.J. Room en Drs P.L. Voorberg, hoofdstuk 2, pag 56 ev. Uitgegeven door Uitgeverij Woord en Wereld, 1995.

[2] a.w. pag 68

[3] Reformatie jrg 74 nr 17, pag 357 A.L.Th. de Bruijne; Pleidooi (GMV) 2 ? 5 pag 5: ?Een creatieve invulling van de zondag als feestdag en een goede zorg voor mensen die ook wel eens op zondag werken zijn twee uitdagingen voor de christelijke gemeente voor de komende jaren. Dan hebben we een verhaal naar de samenleving.?

[4] Reformatie jrg 74 nrs 16, 17, 27, 28, 29 (A.L.Th. de Bruijne); Reformatie jrg 75 nrs 11, 12, 13 (T.S. Huttinga)

[5] Conclusie 3 congres GSEV/GMV 1967 (pag 73): ?Omdat Christus niet gekomen is om de wet te ontbinden maar om haar te vervullen en Hij ons opgedragen heeft te leren onderhouden al wat Hij ons bevolen heeft, is de mens overeenkomstig het vierde gebod van de Wet Gods geroepen de dag des Heeren van de overige dagen der week af te zonderen. Dientengevolge mag van de zondag nooit een werkdag worden gemaakt.?
Vergelijk ook conclusie 7: ?Het is onjuist zondagsarbeid te verdedigen (zoals voorkomt) met een beroep op ?het welzijn van hen die bij deze arbeid betrokken zijn? en op dienst aan de samenleving. ?Het welzijn van de mens? mag immers nooit in de plaats komen van de gehoorzaamheid van Gods gebod. Bovendien leert de Schrift ons dat het díe mens zal welgaan, die in de wegen de HEEREN wandelt.?

[6] Van Middelkoop (GPV) in 1990 tijdens het debat over de invoering van Ster-reclame: ?Wat echter wel essentieel is, is het respecteren van Gods gebod voor de zondagsrust, een gebod dat ook publieke betekenis heeft?, in Zondagsrust, de overheid en het vierde gebod, drs. Th. Haasdijk. Zie trouwens het hele hoofdstuk 1 waarin steeds met overtuiging het gebod om te rusten wordt hooggehouden.

Opmerkelijk is in het a.w. een uitspraak van prof. dr. Douma (1986) in het kader van de vraag of we wel vijf i.p.v. zes dagen mogen werken: ?Er wordt in het Vierde Gebod alleen gezegd dat we al ons werk binnen die zes dagen moet verrichten?.

[7] Vergelijk Dr J.A. Boersema in de Reformatie 76 jrg nr 18 pag 376: ?Het hangt van de samenleving af welke normen je in de christelijke gemeenschap aan elkaar stelt. Is er in een gekerstende samenleving algeheel respect voor de zondag, dan gaat de christelijke kerk niet scheef wanneer ze haar leden oplegt in dit respect voorop te gaan en dan is ook christelijke straf op een gegeven moment acceptabel. Het gebod van het rusten ligt er, en de christen die de zondag niet houdt is in zo?n situatie schuldig aan het bederf van die dag. Maar is de samenleving onkerkelijk dan gaat de christelijke kerk te ver als ze aan haar leden verplicht stelt alle werk aan te nemen waarbij de zondag voor 24 uur gerespecteerd kan worden als een vrije dag. Dan krijgt dat een element van onbillijkheid. Je legt lasten op die in de apostolische tijd niet opgelegd werden. Toch moet dan het gebod wel blijven klinken. Elke werk dat (part-time) op die dag gedaan wordt, moet gezien worden als een noodzakelijk kwaad. Zo lang het tegengehouden kan worden behoort dat te gebeuren . Maar soms kan dat niet meer. ?

[8] Ds R. van Kooten voor Platform Zondagsarbeid van RMU (volgens verslag ND): De synode van de vrijgemaakte kerken heeft bijvoorbeeld vorig jaar uitgesproken (?) dat opvatting dat de zondag een menselijke instelling is als wettig moet worden beschouwd. En enkele weken geleden werd in het ND aan predikanten uit behoudende kerken naar hun visie op de zondag gevraagd. Slechts twee van hen noemen de zondag de dag des Heren. Dat is leiding, of liever: de misleiding van de theologen.

[9] Vergelijk drs A.L.Th. de Bruijne in de Reformatie jrg 74 nr 27 pag 599.

[10] Ds J.P. van Bruggen (via Reformatie jrg 75 nr 13, pag 263): ??de kerken zitten niet op klinische uitspraken te wachten. De zondag wordt van ons afgenomen. Werk op zondag is een hot item in veel christelijke gezinnen. En wat is de synode-uitspraak? Onze zondag staat niet in de bijbel. Ik zeg het maar even zoals het op de mensen in de kerk is overgekomen. Die uitspraak past prima in een theologisch betoog, maar van de synode wordt leiding verwacht, en dan is zo?n uitspraak dodelijk.?
Deze predikant heeft het begrepen.