Ethiek

TU Kampen

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Vertrouwen gevraagd - In de woestijn (5)

D.J. Bolt
12-04-08

Overtuigd gereformeerd

 kerk als ware kerk waar Christus ons roept is óver nadat hij gezien had wat er in werkelijkheid allemaal speelde. In zo'n "ruziekerk" "besterven zulke woorden hem in de mond".
De brandende vraag die bij ieder opkomt is dan natuurlijk: hoe verder? Is er nog wel toekomst voor deze gemeenschap? En zo ja, wat moet er dan gebeuren?
De hoogleraar heeft een uitweg en stelde die zijn toehoorders voor.

De uitweg

De weg die prof. Te Velde wees om uit de malaise te komen is: "back to basics", terug naar de basis. Op de knieën en zo de brede basis terug zien te vinden. Naar de woestijn als in Hosea 2 beschreven. Dáár spreekt God tot ons hart. Daar vinden we de deur van de hoop. We moeten voor God ellendig en naakt worden i.p.v. goed gereformeerd aangekleed met alle overtuigingen, behoudende dingen, verborgenheden, zelfbesef en hoogmoed. Helemaal afhankelijk worden van God bij een open Schrift. Die Schrift functioneert maar voor twintig procent in onze kerken. We moeten de "zin van Christus" hebben, dan ga je denken als Hij. Onze kerken worden dan weer een gemeenschap van Woord en antwoord waar de kracht van God kenmerk is in directheid en liefde. Dat moeten we zoeken.
Daarvoor moeten we luisteren naar onze leefwereld, de traditie, geschriften. En dan het verbond met God en elkaar vernieuwen. Zo zijn we evangelisch en katholiek. Hoewel niet alle soorten daarvan, voegde hij er aan toe.

Hosea 2

Het is niet misselijk dat prof. Te Velde voor zijn way out Hosea 2 aanhaalt! Want in dit hoofdstuk gaat het over het hoerige volk Israël. De profeet vergelijkt het volk met een vrouw en moeder die ontucht bedrijft en achter vele minnaars aanloopt. De Here als haar Man roept haar op "haar ontucht van haar gelaat te verwijderen en haar overspel van haar borsten"1. Deze kerkvrouw die zwanger is van vele minnaars, heeft zich schandelijk gedragen. Zij heeft haar onderhoud en onderdak bij ontuchtigen gezocht i.p.v. bij haar wettige en liefhebbende Echtgenoot.

Hoe heeft Israël dan zó geleefd dat de Here dit aangrijpende beeld gebruikt voor de verhouding met zijn volk? Israël is andere goden, Baäls, gaan dienen en liefhebben. De rijkdommen die de Here had gegeven hebben ze misbruikt om een afgodendienst op te tuigen. Met sieraden hebben ze zich mooi gemaakt voor de stomme afgoden maar de Here hebben ze vergeten.
En dan komt de straf. Israël wordt door God de woestijn ingestuurd. Het is afgelopen met deze ontuchtige. Haar door God gegeven rijkdommen worden haar afgenomen. Ze staat daar geboortebloot, van alles ontdaan.

In die situatie van gericht en oordeel, midden in de woestenij van Israëls leven komt de Here genadig met uitkomst. Hij doet 'de deur van het Achordal' open. Het dal dat in het voortbestaan van Israël een donkere klank heeft. Daar moest immers de zonde van Achan en de zijnen met hun leven uitgedelgd worden. Hun begeerte die de deur naar het beloofde land had toegesloten. Maar met het wegdoen van de zonde liet God zijn brandende toorn varen. Zo zal de Here ook in Hosea's dagen het volk "wijngaarden" teruggeven. Wanhoop2 wordt nieuwe hoop. De Here ontfermt zich weer over het volk: Lo-Ammi, Gij zijt mijn volk. En het volk zegt: Mijn God.

Het is dus nogal wat als prof. Te Velde de vergelijking aangaat, als ik het goed heb begrepen, tussen het hoererende Israël uit de tijd van Hosea met het vrijgemaakte kerkvolk nu. Zo kras hebben we het tot nu toe nog niet gelezen of gehoord.
Maar heeft hij in wezen niet gelijk? Want het valt toch niet te ontkennen dat er ook in ons kerkelijke en ook persoonlijke leven vele 'Baäls' zijn binnengehaald? De goden van het eigen goede gevoel dat op de normatieve troon zit. De god van het materialisme. Van het eigen ik. Van baas over eigen autonome besteding van tijd, geld en gaven. De god van 'ik maak het zelf wel uit'. En de verachting van de vele kostbare gaven die de Here ons na de Reformatie van de veertiger jaren gaf?
God toornt daar toch over? We zien toch voor onze ogen dat het gereformeerde leven wordt afgebroken? Gewoon in heel concrete dingen. Dorre en goedkope prediking, teruglopend kerkbezoek, dalend ledental, onvervulbare ambten, verwarring, onverbondenheid, ongeïnteresseerdheid, opdoemende dwalingen, weerloosheid tegen de wereld, een oververmoeiende loodzware kerkorganisatie, groeiende tegenstellingen en verscherpende verhoudingen, vervreemding, organisaties die een na de ander hun gereformeerde karakter verliezen en voor zover ze nog bestaan een bloedarmoedig bestaan lijden3, verbroken zendingsrelaties, een School die 'kenniscentrum' is geworden maar met onvruchtbaarheid lijkt geslagen voor de kerken.
Zijn we al niet in de woestijn, in het dal Achor?

In al de vijf lezingen van prof. Te Velde die ik met intensieve aandacht heb beluisterd heb ik vaak het gevoel gehad, ja, dat constateer ik ook, raak gezegd.
Maar toch?
Mijn gevoel blijft waarschuwen dat we, ook met de toepassing van Hosea 2, op een heel verschillend spoor zitten. Ik wil het proberen aan te geven. Als ik daarbij helemaal mis zit, hoop ik dat prof. Te Velde daarop wil reageren en de zaak rechtzetten.

Het verschil kan misschien kort zo worden aangegeven: Te Velde zoekt de woestijn op. Want hij meent dat we daar ondanks alle moeiten4 een beter leven krijgen door eigen afbraak. Ontlediging van alles wat het vrijgemaakte leven kenmerkte van na de oorlog. Terug naar zijn 'basics' is: je van alles wat het vrijgemaakte leven kenmerkt(e) ontdoen. Zoek het basale, het naakte bestaan voor God, zonder al dat "goed-aangeklede gereformeerde"(!), zijn "codes en riedels"5. Zelfs zijn eigen gemeenteopbouwboeken (behalve één) de prullenbak in, zo adviseerde hij in Ten Boer. Zo kan wellicht de dichte Achorsdeur ontgrendeld worden.
En hoe dan verder? Luisteren naar de Schrift, de traditie en de wereld, adviseert de hoogleraar. Dat opent een perspectief voor een nieuwe kerkgemeenschap van Woord en antwoord, kracht en liefde waar de mensen niet meer de behoefte voelen bij weg te lopen.

Als ik eerlijk ben wekt dit bij mij associaties op van ideologische bevlogenheid die op de puinhopen van het oude een nieuwe heilstaat wil bouwen. Eerst alles afbreken dan al zoekend een nieuwe samenleving opbouwen. Maar is dat de bedoeling van Hosea 2?
Mijn inziens niet.
Want Israël is om zijn zonden de woestijn ingestuurd. Het heeft de rijke gaven van zijn God verkwanseld. Hem niet de eer er voor gegeven maar vreemde goden daarvoor geprezen. Dát is de kern van Hosea 2. Daarvoor wordt het in de woestijn getuchtigd. Het "lokken" van vers 13 moet niet begrepen worden als dat de Here het fijn vindt om zijn volk bij zich in de woestijn te hebben, berooid van al zijn gaven maar als uitdrukking ervan dat hij in zijn grote genadige ontferming het volk door de straffende ellende van deze omgeving tot bekering wil brengen.6 We moeten niet verlangen naar een ballingschap maar ons haastig bekeren!

Daar ligt een belangrijk verschil tussen prof. Te Velde en mij, denk ik. Ook in de taxatie van hetgeen ons kerkelijk leven in de praktijk kenmerkte. Want het maakt groot verschil of je praat over typische vrijgemaakte eigenaardigheden of over grote en kostbare gaven van de Here. Om het helderder te maken een paar voorbeelden.

Het maakt een groot verschil als je gelooft dat de gereformeerde kerken na de Vrijmaking terecht hebben oproepen om samen met hen te vergaderen in de eenheid van het ware geloof, omdat Christus daar roept. Óf dat je met de buitenverbandse onverschilligheid en relativering van de zestiger jaren dat "een oude achterhaalde kerktheorie"7 vindt en de Vrijmaking slechts een uit de hand gelopen professorenruzie. In het eerste geval doet het pijn en verdriet dat iemand de kerk verlaat en bid je om bekering en terugkeer. In het andere geval vind je het nog wel jammer want we hadden het best gezellig met elkaar, maar de kerkverlater gelooft nog wel en uiteindelijk is de kerk overal, dus?

Ander voorbeeld.
Als we de oprichters van gereformeerde scholen eren als 'minnaars', vroegere voorgangers die 'zonodig hun eigen zuiltje moesten bouwen', dan zitten we in een heel ander klimaat dan als we de Here danken dat hij ze heeft gegeven om onze kinderen in de vreze van zijn Naam op te voeden en te onderwijzen. In het eerste geval zul je er niet echt een traan om laten als we het kwijtraken aan het PCO, het was immers een typisch vrijgemaakt extremistisch trekje? Maar in het laatste geval zullen we met alle mogelijke middelen proberen ze in stand te houden en de identiteit niet te laten verwateren tot algemene christelijkheid.

Vervreemding

Ik kan op dit moment met verdriet niet anders constateren dat we op een principieel verschillende manier naar Gods werk in de geschiedenis van de kerk kijken en naar wat Hij van ons vraagt.
Dat heeft grote consequenties. In de liefde voor de kerk. Voor de omgang met elkaar. Want we lopen niet meer samen ergens warm voor. Integendeel, wat de een warm verdedigt daar haalt de ander minachtend zijn schouders over op. Ja, men zegt wel dat we één in de persoon van Christus zijn. Maar wat dat betekent voor het concrete leven weten we niet meer. "We verkeren in totaal verschillende werelden", schreef een ouderling me, "jullie leven nog in de zestiger jaren".
Echter zijn we dan nog wel één, vraag ik me af. Broeders en zusters blijken niet meer genoeg aan gereformeerde erediensten te hebben. Moeten 'opgeladen' worden op speciale dagen van de Geest. Dan kunnen ze er weer een aantal maanden tegen, zo vinden ze. Is het eigenlijk niet dieptreurig dat geprobeerd wordt zoiets ook nog vol enthousiasme glad te praten als veel geprezen pluriformiteit van de Geest?

Nog een toespraak

Prof. Te Velde werd een jaar na zijn toespraakopnieuw in Ten Boer uitgenodigd 8. Deze keer sprak hij over Waarheid, Eenheid en Verscheidenheid. Deze titel riep enige herkenning op en was aantrekkelijk genoeg om nog een keer naar Ten Boer te reizen.
Waarheid, Eenheid en Verscheidenheid. Wat is nog de waarheid als je in de woestijn alle vrijgemaakte gereformeerde veren hebt afgeschud? Hoe vind je überhaupt weer nieuwe waarheid? En hoe bewaar je dan nog eenheid in al die bonte verscheidenheid?
Dringende vragen!
We willen er volgende week aandacht aan geven.  


NOTEN
____________________________________________________________

1 Hos. 2:1.
2 Joz. 7:5-10.
3 Als laatste feit in een lange reeks, zie het Signaal over de Gereformeerde Studentenvereniging Twente waar besloten is dat zelfs instemming met de gereformeerde belijdenis geen voorwaarde voor lidmaatschap meer is!
4 Hieraan besteedde hij ook veel aandacht aan in zijn Drachtster lezingen.
5 Opmerking in de Drachtster lezingen.
6 Hos. 2:13. Zie Korte Verklaring De kleine profeten 1, pag. 46.
7 Vergelijk uitspraken van de directeur van DTEG in Flits 29 - Wacht Wierenga op tot Wederkomst?, rubriek In de Pers.
8 12 februari 2008.