Ethiek

TU Kampen

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Normen en Praktische Theologie II (slot)

D.J. Bolt
31-03-06

Antwoorden aan prof. dr. C.J. de Ruijter

Voor een uitgebreider behandeling, klik hier. 

3 Overwegingen

3.1 Absolute geboden en normen

Prof. de Ruijter onderscheidt absolute normen en afgeleide normen. Absolute normen vinden we in de Schrift. Daaruit leiden we concrete normen af voor ons leven: afgeleide normen.
Wat is nu precies de betekenis van deze termen? We komen 'absolute norm'of 'absoluut gebod' de laatste jaren nogal eens tegen in ons kerkelijke leven. Een paar voorbeelden.

Een zondagpreek

In de beruchte preek van ds. D. Ophoff over de zondagse rustdag, heet het: "Laat merken hoeveel die dag je waard is. Wat mij betreft, niet op grond van een absoluut, goddelijk gebod" . De synode van Leusden besluit: "dat de opvatting van ds. D. Ophoff dat de zondag als rustdag niet gegrond is op een goddelijk gebod, niet te veroordelen is."

Synode van Zuidhorn

Het deputatenrapport Echtscheiding voor de synode van Zuidhorn bespreekt 1Kor. 7:
" Hij (Paulus) bespreekt enkele situaties waarin nog niet was voorzien en dan blijkt dat je met een absoluut scheidingsverbod niet altijd uit de voeten kunt." "Zoals een absoluut scheidingsverbod niet altijd billijk is, zo kan dat ook het geval zijn bij een absoluut hertrouwenverbod."

Synode van Amersfoort-Centrum

In het deputatenrapport Vierde gebod vinden we deze opmerkelijke stelling:
" Het zou makkelijk zijn als in het Nieuwe Testament een gebod of een normatieve uitspraak te vinden was, zoals:
'Houd voortaan de eerste dag van de week om de opstanding van Christus te vieren. En onderhoud zo in de nieuwe bedeling het vierde gebod van Gods wet, ook door op die dag al het dagelijks werk neer leggen.'
In dat geval lag er een zonneklaar normatief verband tussen het vierde van de Tien geboden en de zondagviering van de christelijke kerk."

Een lezing te Heemse

Ds. K. de Vries in Heemse: "Kijk, als je zegt, iets is een absoluut goddelijk gebod - in dit geval, er is een absoluut goddelijk gebod om op zondag al je werk, dagelijks werk, te laten rusten - dan bedoel je er eigenlijk mee: Dat is met zoveel woorden in de bijbel aan te wijzen. Absoluut, er valt niet over te discussiëren."

Verwarring

De Ruijter zegt dat we niet over goddelijke normen kunnen beschikken voor ons dagelijks leven. Ds. de Vries zoekt zo'n absoluut gebod echter wél in de Schrift maar kan dat niet vinden. De Amersfoortse zondag-en-sabbat-deputaten definiëren zelfs precies hoe die uitspraak er in de Schrift uit zou moeten zien om normatief te zijn.
Maar het is vergeefse moeite want een absolute norm is nergens beschikbaar, zegt De Ruijter.
Maar zo krijgt de Schrift een wat vage 'academische' betekenis. Het kan ook nog in de ene gemeente wel eens zus en in de andere gemeente zó uitpakken.

3.2 Norm en gezag

Veel verwarring verdwijnt m.i. als we 'absoluut' definiëren als 'niet-appellabel'. De uitspraken, normen en geboden in de Heilige Schrift zijn niet-appellabel. Er is namelijk geen hogere instantie waarop een beroep tegen haar kan worden ingesteld. Maar door de kerk uit de Schrift afgeleide geboden en normen moeten altijd getoetst worden aan de Schrift.
De Schrift heeft absoluut gezag. We richten ons geloof er naar, we gronden het erop en bevestigen het ermee. Van afleide normen kun je zeggen: die hebben afgeleid gezag. Zij ontlenen hun gezag aan de Schrift alléén.

3.3 De kern van de moeite

De gedachte zou post kunnen vatten dat die afgeleide geboden beperkt gezaghebbend zijn. Echter als wij van de absolute norm van Schrift verlicht door de Heilige Geest normen afleiden dan moeten wij toch durven zeggen: zo spreekt de Schrift, dat wil de Here, dit is naar zijn gebod. En dat heeft grote consequenties!
3.3.1 Een voorbeeld

De belijdenis (NGB art.28) leert dat het "volgens Gods Woord de roeping is van alle gelovigen zich af te scheiden van hen die niet bij de kerk horen, en zich bij deze vergadering te voegen op iedere plaats waar God haar gesteld heeft, zelfs al zouden de overheden en wetten van de vorsten zich daartegen verzetten en al zou er de dood of lijfstraf op staan. Zo 'absoluut' gezaghebbend is dus datgene wat wij van Gods Woord mogen afleiden. De ultieme prijs is ons leven!
3.3.2 Schriftgezag

Het is ook precies op dit punt van Schriftgezag dat ik moeite heb met het nieuwe praktisch-theologische ontwerp van prof. De Ruijter. Daarin wordt wel het absolute gezag van de Schrift erkend maar niet 'doorvertaald' naar ons leven. Wat de theologie aan normen afleidt staat "gelijkvloers" met wat door de menswetenschappen als normen wordt aangeleverd. Maar naar mijn overtuiging moet de Schrift altijd het eerste en het laatste Woord hebben.

Verschuiving in normativiteit

Er heeft een fundamentele verschuiving in het denken van 'Kampen' (en de kerken) plaatsgevonden. Dat kan onderstaande figuur wat verduidelijken.


De empirische normen uit de menswetenschappen hebben een meer autonome positie gekregen! Maar ik wil er bij blijven dat de Schrift gezag heeft over álles wat zich in onze wereld voordoet.
3.3.3 Feilbare mensen

Nu zijn theologen, predikanten en ouderlingen feilbare mensen. Toch zal ook in de Praktische Theologie, alles onder het gezag van de Schrift moeten worden gesteld. Als we fouten maken zullen die ootmoedig moeten worden erkend en beleden. Maar het primaat van het Woord moet blijven!

3.4 Theologie en geloof

Prof. De Ruijter zegt ook dat álle wetenschap onder de norm van de Schrift staat en illustreert dat met onderstaande figuur.


Zijn we het dan toch niet fundamenteel eens?
3.4.1 Waar wringt het?

Ik wil proberen aan te geven waarom zijn benadering toch bij mij wringt.
Gereformeerde theologie heeft te maken met ons geloof en belijden. Het wetenschappelijk bezig zijn met de Schrift in Kampen raakt ons allemaal als kerkmensen. Het gaat om de éne ware kennis van God en zijn Woord.
Daarbij is de indringende en concrete vraag voortdurend: Wat wil de Here? Welke normen stelt Hij aan het handelen van de kerk? De antwoorden daarop zijn bepalend ook bij de beoordeling van de resultaten van andere wetenschappen.
3.4.2 De Schrift en empirische wetenschappen

Daar komt bij dat in empirische menswetenschappen normen uit de Schrift worden buitengesloten. Die normen zijn in onze seculiere wereld geen optie. Ook daarom is er alle reden om wat 'van buiten' komt langs de normenlat te leggen van een theologie naar de Schrift.
3.4.3 Een gebroken werkelijkheid

De werkelijkheid waar wij mee te maken hebben is een bedorven, kapotte werkelijkheid. We zien een schepping van na de zondeval. We zullen dus altijd behoedzaam moeten zijn om daaraan normen te ontlenen voor ons christelijk handelen. Een paar voorbeelden.

§ Mensen van onze tijd aanvaarden moeilijk gezag. Mensen zijn allergisch voor 'moeten'.
Maar in de Schrift wordt gezag verleend, is eerbied en gehoorzaamheid verschuldigd "aan allen die over u zijn gesteld" .

§ Vrouwen worden steeds meer in 'gezaghebbende' posities gekozen in onze samenleving. Gelijkheid van man en vrouw is volledig geaccepteerd.
Echter de Schrift geeft ons andere normen voor de man-vrouw verhouding.

§ Mensen van onze tijd zijn sterk visueel ingesteld. In zondagse diensten wordt drama, dans en film gebruikt als 'verkondiging'. Hoe richten wij onze gereformeerde erediensten nu in, waar het geloof is uit het gepredikte Woord?

Doorslaggevend hier is toch steeds wat het Woord ons gebiedt?

Juist op het terrein van de Praktische Theologie verwacht ik dat de Schrift in allerlei theorievorming de eerste is en het voor het zeggen heeft. Want daar gaat het over het handelen van de Kerk namens haar Meester, Jezus Christus die Heer is van de Kerk. Al haar handelen zal herkenbaar moeten zijn als verant-Woord-elijk handelen.
4 Antwoorden

Ik denk dat De Ruijters interdisciplinaire benadering de weg opent naar introductie van onschriftuurlijke ideeën en praktijken.

De Ruijter schreef dat theologie een veel verder strekkend perspectief heeft en de verhouding met menswetenschappen a-symmetrisch is. Dus het woord 'gelijkwaardig' is niet op zijn plaats.
Toch maakt het er mij niet erg veel duidelijker op. Want het 'zo-zegt-de-Schrift' is niet bij voorbaat doorslaggevend bij De Ruijter.

Het volstrekte gezag van het Woord komt ook in 'afgeleide vorm' naar ons toe, belijd ik.Dat geeft een vast fundament waar je je levenshuis op kan bouwen. Bij De Ruijters benadering krijg ik de indruk dat het fundament van mijn huis steeds opnieuw moet worden gereconstrueerd zodra de buren gaan verbouwen.
5 Achtergrond

De belangrijke vraag is: Hoe komen wij aan 'onze normen en waarden' voor ons handelen?" Dat speelt in allerlei opzichten in onze kerken. Een paar voorbeelden.


Schepping en evolutie

Wij hielden vast aan Genesis 1. Het was geschiedenis die je als zodanig diende te respecteren, te geloven. Dat Schriftgeloof is in vooraanstaande kringen van onze kerken losgelaten. Zo ziet iemand als de emeritus-hoogleraar dr. J. Douma natuurkundige problemen in Genesis 1 waarvoor hij dan een 'mogelijke oplossing' zoekt in oerknal en kadertheorie.

Zondag en sabbat

Gereformeerden hebben eeuwenlang beleden dat de zondagse rustdag diende gehouden te worden als gebod van de Here. Maar onze 7x24 uurs economie is aanleiding geweest voor gereformeerde synoden om de bijbelse norm in het vierde gebod los te laten.

Huwelijk en echtscheiding

Eeuwenlang golden slechts twee Schriftuurlijke 'gronden' waarop huwelijken konden worden ontbonden. Nu mag echter in allerlei situaties, mede bepaald door menswetenschappelijke benaderingen en omstandigheden, met kerkelijke instemming gescheiden en hertrouwd worden.

Al deze voorbeelden hebben gemeen dat een vaste ('belijnde') gereformeerde overtuiging gebaseerd op de Schrift, het heeft moeten afleggen tegen moderne menswetenschappelijke overwegingen of ontwikkelingen in de samenleving. Dat sla ik met diepe bezorgheid gade. Want het gaat om de handhaving van het gezag van de Schrift.
Vooralsnog blijf ik dus onrustig over de nieuwe benadering in de Praktische Theologie te Kampen.