Ethiek

In de pers

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Signalen 95

 

R. Sollie-Sleijster

13-01-20

 

Een nieuwe kerkorde en het recht van Christus

Nader Bekeken – december 2019

 

Ds. Jan Wesseling (GKv Veenendaal) vindt het opmerkelijk dat de synode Meppel (2017) in haar uitspraken om te komen tot eenheid met de NGK vooral uitging van wat mensen beweegt en hun verlangen en inzet. Zo sprak de synode uit dat in de vormen van het kerk-zijn we ons beide baseren op het gereformeerde kerkrecht, waardoor onderlinge verschillen goed overbrugbaar zijn. De synode suggereert daarmee dat de verschillen tussen de kerken niet principieel, maar praktisch van aard zijn en gaat zo volledig voorbij aan het principiële bezwaar van de GKv (tientallen jaren) dat de NGK ruimte gaven aan een onafhankelijke opstelling ten opzichte van belijdenis en kerkverband (independentisme). Het uitte zich in voorgangers die zich niet aan de geldende afspraken stoorden, plaatselijke kerken die hun eigen gang gingen, predikanten die weigerden hun handtekening onder de Open Brief terug te nemen en zo de gemeente scheurden. Er was ook sprake van eigenzinnigheid en onbetrouwbaarheid.

 

Nergens worden de achterliggende principes voor de nieuwe conceptkerkorde duidelijk gemaakt. Dit gebeurde nog wel bij de Kerkorde 2014. Destijds gaf art. A2.1 nog het apostolisch voorschrift: ‘In de kerk van Christus moet alles op gepaste wijze en in goede orde gebeuren, zodat de vrede wordt gediend’. En: ‘Allen staan onder de ene Heer, Jezus Christus, het hoofd van zijn kerk. Geen persoon of kerk mag een andere persoon of kerk overheersen.’ (art. A2.2). Efeze 4 geeft aan dat Jezus Christus Heer en Meester is in zijn kerk en het Hoofd van zijn gemeente! Het kerkelijk recht heeft naar zijn aard een geestelijk en spiritueel karakter. Dit gemis is meer dan pijnlijk. Jezus Christus mag toch zeker wel heersen? Deze spirituele dimensie als het geheim van kerkelijk recht werkt onvoldoende door in het geheel van deze nieuwe kerkorde. Het leidende mantra is hier dat een kerkorde niet mag heersen, maar moet dienen. De toelichting zegt: ‘Kerkrecht is voor een belangrijk deel volgend recht en legt vast wat er in de kerken aan ontwikkelingen gaande is’ (p. 3). Het woord ‘volgend’ kan ook gelezen worden als: volgzaam, zich aanpassend, meegaand, vrijblijvend en mogelijk soms zelfs vrijgevochten.

 

De eeuwenoude en principiële bepaling dat ieder zich moet houden aan de kerkorde, wordt in het concept niet meer overgenomen. Het recht volgt immers de ontwikkelingen. Ds. Wesseling vraagt: hoe dat zo? Wij nemen het voortouw en Christus mag volgzaam en meegaand onze ontwikkeling volgen? Heb je dan de verhoudingen niet omgekeerd?

Zijn conclusie is dan ook dat dit concept weinig oog heeft voor de heilzame heerschappij van Jezus Christus en onvoldoende vanuit die spirituele realiteit is getoonzet. Zodoende zijn veel gemaakte keuzes meegaand en pragmatisch. Dit wil hij in een vervolgartikel toelichten.

 

‘Een fusiekerk zonder het mooie van geloven’

ND 28 december 2019

 

Ook vanuit de NGK komt kritiek op de nieuwe conceptkerkorde. Maar waar ds. Wesseling zijn verontrusting uitspreekt over de te volgzame aard ervan, klinkt nu een heel ander geluid. Vooral de toelichting op de kerkorde heeft dr. Fokko Oldenhuis gestoord. Oldenhuis is lid van de (vrijgevochten) Tehuisgemeente Groningen en sinds 2005 aangesloten bij de NGK.

De fusie-kerkorde leunt volgens hem tegen de vrijgemaakte kerkorde aan en is volkomen achterhaald. Er wordt te veel en in detail geregeld. Meestal gaat een predikant voor, maar wil een gemeente het anders regelen, laat daar dan ruimte voor. Of een gast het avondmaal meeviert, laat je als regel aan hem of haar zelf over. Dat soort zaken moet je helemaal niet opleggen. Oldenhuis vindt dat het nog steeds een dichtgetimmerde kerkorde is. Hij komt het mooie van geloven en van open kerkzijn er niet in tegen. Zijn eigen verleden en dat van de Tehuisgemeente Groningen speelt een rol.

Zijn bezwaren vat Oldenhuis samen: plaatselijke kerken hebben ruimte nodig, een landelijk kerkverband is niet belangrijk, neem bij een fusie de gevolgen van 1944 mee en reik gereformeerden in de PKN de hand. Neem ook veel meer tijd. De hoge snelheid (2023 als streefjaar voor eenwording) gaat ten koste van de bezinning.

 

Vooral tegen zijn NGK geloofsgenoten zegt hij: ‘Ik vind het juist anno 2020 een gemiste kans dat je je nu weer focust op die beide kerken. Hoe groot is het gevaar dat je je weer focust op de vrijgemaakte zuil? Dat is het niet waard. Dan verlies je de oecumene in brede zin.’

En: ‘Maak een model (kerkorde) en zeg erbij dat het niet bindend is: over het avondmaal, over huwelijk en samenleven, over de omgang met homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders, over hoeveel kerkdiensten je op zondag belegt. Regel dat optioneel, maar stel het niet verplicht.’

Zelfs over het aanvaarden van de gereformeerde belijdenissen kun je volgens Oldenhuis een boom opzetten.

 

De Tehuisgemeente heeft op alle fronten binnen de NGK meegedaan, al hebben ze het Akkoord voor Kerkelijk Samenleven (de NGK kerkorde) nooit aanvaard, maar deze fusie-kerkorde kunnen ze op deze wijze niet slikken.   

Dr. Oldenhuis wil om alle verschillen te overstijgen bruggen bouwen naar de PKN. Binnen die koepel geeft men elkaar de ruimte. Hij wil streven naar een ‘dubbel kerklidmaatschap’ van meerdere plaatselijke kerken tegelijk.

 

Fusie met PKN ‘niet aan de orde’

ND 17-12-2019

 

‘De fusie van de GKv en de NGK is slechts een tussenstap op weg naar een opgaan in de PKN.

…Nederlands en vrijgemaakt gereformeerden gaan binnen vijftien jaar op in de PKN.’

Is deze voorspelling van Henk van den Belt een reëel scenario? De hoogleraar systematische theologie en lid van de Gereformeerde Bond binnen de PKN deed deze uitspraak op een bijeenkomst van de bezinningsgroep Man/Vrouw en Ambt. De groep heeft moeite met het besluit de ambten open te stellen voor vrouwen.

Van den Belt acht het onwaarschijnlijk dat het synodebesluit wordt teruggedraaid, maar riep de verontruste vrijgemaakten toch op om van de PKN te leren en daarom niet te scheuren. Volgens hem wordt een kerk niet vals als ze dwaalt inzake vrouw en ambt.

Hoe wordt hierop gereageerd?

 

Ad de Boer, NGK en voorzitter van de regiegroep die de fusie van NGK/GKv voorbereidt:

‘Ik begrijp de moeite die velen hebben met hoe het gaat in hun kerk en echt niet alleen als het gaat om vrouwelijke ambtsdragers. Van den Belt heeft de totstandkoming van de PKN meegemaakt en de scheuring met de hersteld hervormden die daaruit voortkwam. Als regiegroep kregen we de vraag of we niet kunnen doorpakken richting aansluiting met de PKN. Er zijn landelijke contacten tussen PKN en NGK/GKv. We zien toenadering die er tien jaar geleden nog niet was. Ook plaatselijk zijn er meer contacten, tot en met gezamenlijke diensten en het uitwisselen van predikanten. Maar het punt van een vervolgtraject richting PKN ben ik bij onze rondgang door het land nauwelijks tegengekomen.’

Voor De Boer is de vrijzinnigheid binnen de PKN een cruciaal punt: ‘De discussies over kerkorde en kerkstructuur tussen NGK en GKv zijn een peuleschil vergeleken bij de discussies die we daarover met de PKN zouden moeten voeren.’

 

René de Reuver, scriba PKN:

‘Instituten hebben tegenwoordig veel minder belangstelling dan in 2004 bij het ontstaan van de PKN. Voor veel jonge mensen maakt het niet zoveel uit hoe een kerk heet, als ze maar een gemeente vinden waar ze van harte kunnen meeleven. Daarom stimuleren we nu veel meer eenheid van onderop. Bijna niemand zit te wachten op ingewikkelde kerkordelijke gesprekken om te komen tot één kerk. (-) Onze synode heeft gezegd: wat ons betreft stellen we de kansels van de PKN en de diverse gereformeerde kerken voor elkaar open. Het is aan de lokale gemeenten daar gebruik van te maken. Ik begrijp dat dat bij de gereformeerde kerken moeilijker ligt. Die ruimte is er bij ons en wij willen die ontwikkeling stimuleren, zonder lokale gemeenten iets op te leggen.’

 

“Elke gkv moet visie op vrouw en ambt vastleggen”

RD 20-12-2019

 

Deputaten kerkrecht van de GKv adviseren in een rapport dat alle kerken moeten vastleggen of ze de ambten van predikant, ouderling of diaken wel of niet voor vrouwen openstellen. Deputaten doen een voorstel voor een ‘toekomstbestendige’ kerkordelijke bepaling die bescherming moet bieden aan ‘het recht van plaatselijke kerken om zelf hun inrichting te bepalen’.

Niet aangegeven wordt waartoe dit advies zou moeten dienen.

 

Daarnaast willen deputaten dat de preekbevoegdheid voor kerkelijk werkers (hbo-theologen) landelijk gaat gelden. Momenteel is het een bevoegdheid om voor te gaan in de lokale kerk, zonder het recht tot bediening van de sacramenten en bevestiging van ambtsdragers.