Ethiek

In de pers

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Open brief aan dr. H.J.C.C.J. Wilschut

 

D.J. Bolt
16-11-13

 

Geachte ds. Wilschut,

 

Uw voor ons plotselinge vertrek uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt naar de Protestantse Kerk in Nederland heeft ons diep geschokt. En velen met ons. Tot nu toe hebben we geen gereformeerde broeders of zusters ontmoet die niet zeer teleurgesteld zijn door uw stap. Die zorgt voor veel verwarring onder de 'verontrusten' in de GKv, dat zult u wel kunnen begrijpen. Zij hebben veel vragen aan u, vragen die niet of nauwelijks door uw Verantwoording van mijn overgang naar de PKN beantwoord worden.
 

De afgelopen jaren hebben wij ons aan u verbonden gevoeld in uw pogingen de koers van de vrijgemaakte kerken te veranderen. U gesteund waar dat mogelijk was in uw publicitaire werk, eerst in Nader Bekeken, daarna in gereformeerdekerkblijven en ook in een aantal brochures dat u schreef. Daar waren we veelszins blij mee. Het hielp ook mee als verontrusten de strijd vol te houden. U bezwoer ons samen met uw bezwaarde collegae voorganger de GKv niet te verlaten en u en uw activiteiten te blijven volgen.
Kunt u zich voorstellen hoezeer uw huidig handelen aanleiding is voor veel verwarring en frustratie?

We hebben overwogen om het zwijgen er toe te doen. Wat heeft een reactie immers nog voor zin? Moet je in alle nuchterheid niet constateren dat er geen weg terug is en dat het wellicht beter is over te gaan tot de orde van de dag? Daar komt bij dat u in uw keus ook uw gezondheid betrekt. Dat geeft een bepaalde kleur aan het gebeuren en vraagt om een zekere terughoudendheid.
Tegelijk blijkt uit uw verklaring niet dat dáarin de voornaamste reden ligt van uw kerkelijke overgang, hooguit het moment waarop. Het springende punt is, als we u goed hebben begrepen, dat u anders over de kerk bent gaan denken. En daar hebben wij duidelijk vragen over. Want u hebt publiek grote woorden gesproken over de GKv en over hen die eerder meenden zich te moeten afscheiden, en ook aan ons adres was uw kritiek niet mals. Hoe moeten we die nu taxeren? Hebt u te grote woorden gesproken of begrijpen we u niet goed?

De grote vraag die als vanzelfsprekend rijst is of we uw voorbeeld niet zouden moeten volgen. Want de moeiten waarvan u gewaagt worden ook door andere predikanten ervaren. En niet alleen door hen maar ook vergelijkbaar door andere ambtsdragers en gemeenteleden. Zouden zij de strijd in de GKv ook moeten staken en hun heil zoeken in de Protestantse Kerk in Nederland, dus letterlijk de synodalen achterna? Ze zouden daar wellicht ook met open armen worden ontvangen. Daar is immers ruimte zat? En, als uw principiële motivatie hout snijdt dan is er toch alle reden om u achterna te gaan?

We hebben er grote behoefte aan een en ander nader toe te lichten en onze vragen te expliciteren.
 

Afscheiding 1


U schreef een boekje met de titel Afscheiding?, Over oproepen om zich van de GKv af te scheiden. Ondanks zorgpunten was het antwoord dat u gaf op de zelf opgeworpen vraag glashelder:
 

GKv zijn geen valse kerken als in art 29. De hoofdzaken van de leer der zaligheid zijn niet direct in het geding. Er is geen sprake van rechtstreekse afwijking van de drie formulieren van eenheid. Al wordt er wel aan geknaagd in discussies.
Niemand wordt afgestraft omdat hij opkomt voor het goed recht van de gereformeerde leer. Wat dat betreft kan de vraag 'Afscheiding?' mijns inziens alleen maar met 'Nee!' beantwoord worden. En het uitroepteken achter dit antwoord onderstreept hoe hartgrondig dit 'nee' bedoeld is.[1]


U herhaalde dat op vele plaatsen. Zo kwam het ook in de media. Het Reformatorisch Dagblad van 27 mei 2010 meldde dat in Assen zich een afscheiding van de GKv had voorgedaan en het berichtte met een paginabrede pagina-2-kop dat dr. Huib Wilschut stelde: "Oproepen tot afscheiding zijn niet te verantwoorden".
Ja, u ging zelfs 'de boer op' om afscheidingen die inmiddels wel hadden plaatsgevonden te bestrijden. Zo hield u een lezing op een GKv-gemeentevergadering te Dalfsen in welke plaats een aantal broeders en zusters was gaan doleren. En ook in Assen-West en Heemse-Marslanden[2] probeerde u vrijgemaakte kerkleden te weerhouden hun kerk te verlaten. Het was destijds voor ons aanleiding om uitgebreid aandacht aan uw referaten te geven. U kunt ze vinden onder de titel Wie staat er aan het roer in de GKv? (1-4), rubriek Kerkverband. Daarin probeerden we aan te tonen dat u niet echt recht deed aan de broeders en hun intentie en o.i. ook de ernstige situatie in de GKv niet goed inschatte. Graag hadden we met u daarover publiek verder willen doorspreken maar u was zó teleurgesteld over onze verdediging van naar uw mening "onverantwoorde afscheidingen" dat u geen openingen zag voor een werkelijk gesprek. We gaven onze reactie daarop in wat hier volgt:


In de eerste plaats vond ik de weerlegging van de moeiten en redenen waarom er in Assen (en andere plaatsen) afscheidingen plaatsvinden ver onder het niveau dat van u verwacht mag worden. Er is inmiddels heel veel moeite door de verontrusten gedaan om publiek uit de Schrift en de belijdenis helder te maken waar hun bezwaren liggen. Daar hebt u zich nauwelijks mee geconfronteerd. Daar had ik grote moeite mee. Uw verhaal zal er bij velen als zoete koek ingaan omdat het weinig kennis vraagt en gemakkelijk verteerbaar is. Dat kan ik niet goed hebben.
Het is niet nodig dat je het in alles met elkaar eens bent. Maar er mag op z'n minst verwacht worden dat serieus op elkaars argumenten wordt ingegaan.


Het tweede wat mij trof was uw (dis)kwalificatie van ds. Hoogendoorn die u "ook geen brandschone martelaar" noemde. Nee, dat zal hij niet zijn. Die zijn er ook niet. Maar in het kader van uw lezing was dit in mijn ogen een goedkope manier om wat er in Kampen-Noord is gebeurd in een negatief daglicht te zetten. Niet alleen goedkoop maar ook onbroederlijk. Dat verdient deze broeder niet en doet geen recht aan de zaak. Ook daar kun je verschillend over denken maar dan zullen toch eerst de argumenten op tafel moeten en moet duidelijk worden waarom daar die scheiding heeft plaatsgevonden. Hoogendoorn een moeilijke man? Moeten we het er niet op houden dat we allemaal moeilijke mensen zijn? Met gebreken en eigenaardigheden. Dat betreft ook de toon van onze publicaties. Dat ligt gevoelig, dat weet u als geen ander. Maar als we elkaar werkelijk lief hebben als broeders kan dat nooit een reden zijn om elkaar te negeren. Daarbij komt dat we het maar niet hebben over kille koude zaken maar dat het gaat om dingen die het hart raken. Ons voortdurende leven met de Here. Dat maakt dat er emoties meekomen en dat mag ook. Zeker als je ziet hoeveel er in onze tijd vernield wordt, niet alleen aan allerlei organisaties en instituties maar ook aan het gereformeerde leven en de gereformeerde overtuiging. Dat wringt en knarst in je. Dat laat ook onze uitingen dus niet onberoerd.


Ik steek het niet onder stoelen of banken dat ik niet achter de 'nieuwe vrijmaking' van 2003 sta en niet meegegaan ben met Assen en Dalfsen. Toch begrijp ik hen goed. Zij komen op voor het recht van de Here. Zij eerbiedigen zijn Woord en verwerpen daadwerkelijk alles wat zich daartegen verheft, in schril contrast met wat in onze kerken veelal het geval is. Daarom leef ik met hen mee, probeer hen te bemoedigen. De vraag van de Here Jezus Wat hebt u met mijn Woord gedaan? is spannend. Dáár zullen de GKv en de gescheiden kerken een eerlijk antwoord op moeten geven. Daarmee staat en valt alles. Vroeg of laat zullen wij ook persoonlijk staan voor die vraag en er een consequentie aan moeten verbinden, ook wat kerkkeuze betreft.


Het gesprek moet voort. Zonder polemiek gaat een kerk dood want is het geen levende gemeente meer. Daarom begrijp ik ook niet goed dat u bij voorbaat als barrière opwerpt mijn houding t.a.v. de afscheidingen. Want stel maar even dat ik als GKv-lid alle afscheidingen vanaf 2003 verdedigde dan zou er toch te meer een reden zijn om mijn argumenten daarvoor aan te vallen? Als een broeder verkeerde overwegingen koestert is het toch alleszins de moeite waard, noodzakelijk, om hem daarop aan te spreken?

 

Tenslotte, in het derde artikel van Onrust in de GKv pleit ik ervoor dat de verontrusten elkaar kerkbreed gaan ontmoeten. Om met elkaar door te spreken over allerlei zaken die ons bezighouden. Dat zal wellicht niet direct tot consensus leiden maar elkaar wel beter doen begrijpen en ook misschien het kerkvolk uit zijn moedeloosheid (of lethargie?) halen. Want daar zijn we het in elk geval over eens: het gaat niet goed zo. Als ik het goed aanvoel dreigt er opnieuw een uittocht uit de GKv, als God het niet verhoedt.

Met hartelijke broedergroet,

D.J. Bolt

 

Afscheiding 2

 

Het wonderlijke nu is dat u ons a.h.w. rechts hebt ingehaald. U bent het die steeds beklemtoonde ons (nog) niet af te scheiden en die in de media en in lezingen u verzette tegen degenen die dat al wel hadden gedaan of daarmee sympathiseerden. Uitdrukkelijk wilde u in 2010 de GKv geen valse kerk noemen of niet-gereformeerd. Ja, die afscheidingen noemde u "eigentijdse varanten van dopers radicalisme/perfectionisme"[3].
Maar nu zijn de rollen kennelijk geheel omgedraaid. We hebben daar dringende vragen bij en het zou ons kunnen helpen in onze positiebepaling als u daarop zou willen antwoorden.


In de eerste plaats, acht u de situatie in de laatste drie jaren in de GKv dermate verslechterd dat afscheiding nu verantwoord en/of geboden is? Zodanig zelfs dat het wachten op besluiten en een eventuele koersverandering door de komende synode Ede niet zinvol meer is? Eerder hebt u ons immers gemaand synodebesluiten bijvoorbeeld t.a.v. de vrouw in het ambt en de eenwording met de NGK rustig af te wachten en dan verder te zien.[4] 

Vervolgens, als u inderdaad vindt dat het verlaten van de GKv nu ook voor andere verontrusten gewenst c.q. geboden is, wat zouden dan hun beweegredenen moeten zijn?
In uw brochure noemt u nadrukkelijk uitwerping en verplichte deelname aan goddeloze activiteiten als een voorwaarde voor vertrek.[5] Is daar nu inderdaad sprake van in de huidige situatie?
We vragen nog maar even verder door op dit onderwerp. Zou u eigenlijk geen oproep moeten doen om óók afscheid van de GKv te nemen, niet alleen een oproep aan uw gemeente, maar aan alle broeders en zusters? U geeft immers aan dat er in de GKv nauwelijks nog een "wijkplaats" meer te vinden is?
Smilde is (was?) voor nogal wat broeders en zusters een wijkplaats. Daar stond immers een orthodox-gereformeerde predikant, gesteund door zijn kerkenraad. Maar als u daar "niet meer kunt floreren en functioneren", zoals u zelf zegt, wat moeten broeders en zusters dan in plaatsen waar "de leegheid en banaliteit" van kerkdiensten al jaren het geval is of steeds erger wordt?   


Misschien mogen we u tussendoor ook vragen of de moeiten waarin u nu zelf bent komen te verkeren aanleiding zijn om wat milder te denken over broeders en zusters die eerder de GKv hebben verlaten. Hebben zij wellicht eerder doorzien hoever het verval is doorgevreten in onze kerken en zijn ze daarop vastgelopen?

Maar er is nog een aantal andere vragen dat we u graag willen stellen.


De Protestantse Kerk in Nederland


U hebt gekozen voor een aansluiting bij de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en zoekt daarin een gemeente van 'gereformeerd-bondssignatuur'. Een keuze nadrukkelijk principieel voor de PKN als geheel die u niet meer een valse kerk wilt noemen. Net als de 'hervormd-gereformeerde gemeenten' die u naar art 29 NGB ook kwalificeert als ware kerken. Tussen haakjes, wel andere gemeenten van de PKN? Maar dat terzijde.


Hoe staat het met die Hervormde Kerk? Wat observaties.

De gemeenschap met de belijdenis der vaderen wordt nog wel uitgesproken, maar die functioneert veelal niet. In de prediking of in het spreken door kerkelijke dienaars vinden we daarvan de neerslag. Soms wordt daarin duidelijk het hart van het evangelie, namelijk dat Christus de Waar­heid is, aangetast. Als bv. de verzoening door voldoening openlijk wordt geloochend of wanneer geleerd wordt dat "dood is dood", dan zijn dat duidelijke aanvallen op de waarheid der Schriften.
In veel gevallen wordt de waarheid echter op andere wijze tekort gedaan. Men bestrijdt de geloofswaarheden niet openlijk, maar ze worden niet gepredikt. De leer van de kerk klinkt in de prediking dan eenvoudig niet door. Daar­mee wordt de gemeente het volle Woord Gods onthouden. En aan de volle prediking hiervan is toch alles gelegen? Want hierin geeft God zich te kennen, zoals Hij voor ons nodig is gekend te worden voor dit leven en om zalig te worden.
Ook komt het voor dat de bijbelse woorden wel gebruikt worden, maar dat de bijbelse betekenis en inhoud er niet aan wordt gegeven. Zo wordt wel over Christus gesproken, maar niet als de noodzakelijke Borg en Zaligmaker, door wiens werk men alleen voor God rechtvaardig kan zijn. Men spreekt wel over gerechtigheid, maar men laat deze opgaan in rechtvaardige intermenselijke verhoudingen en niet in de zin van het recht Gods, dat oordeelt en in Chris­tus vrijspreekt van schuld. Of, om een ander voorbeeld te noemen, de profeten van het Oude Testament worden ge­zien als boodschappers van wereldverbetering en maatschappijkritiek.


We zien een verbroken Hervormde Kerk, die niet waarachtig wederkeerde tot haar God en allerlei extreme lering duldt. Middenorthodoxie is in de leer op  zijn minst remonstrants en kan het met Rome uitstekend vinden, getuige kanselruil, deelname met een rooms geestelijke aan inzegening van huwelijk en bij de viering van de mis.


Deze kerk wordt vandaag in velerlei opzicht meegezogen door de maalstroom van intellectuele twijfel, waarin na de afbraak van het oude Schriftgeloof en na de sloop van de religie der belijdenis, de mens aangewezen schijnt te zijn op de stem van zijn (bedorven) geweten en de zogenaamde leiding van de Heilige Geest (los van de binding aan het geschreven Woord van God).


Tot zover een typering van de geestelijke toestand in de Hervormde Kerk. En die komt niet van een zurige vrijgemaakt-gereformeerde maar bovenstaande kwalificaties zijn letterlijke citaten van uitspraken van de Gereformeerde Bond zelf, te vinden in het boekje Gewoon Hervormd dat de Gereformeerde Bond in 1972 uitgaf. 


En hoe staat het met de (leer)tucht die toch ook kenmerkend is voor de kerk? Het boekje meldt:


En waar is bij dit alles de maatstaf gebleven, waarmee de ambtsdragers zichzelf en elkaar onderzoeken kunnen als onder de ogen van een levende God? Die is uiteraard geheel zoek. En daarmee is dan ook iedere kerkelijke tucht een onbegonnen zaak. Mensen, die zelfs godslasterlijk over het verzoeningswerk van Christus spreken, dienaren des Woords, die door hun zedelijke gedrag alle respect van hun eigen huisgenoten en van de kudde des Heren verloren hebben trekken op hoog gezag hun toga weer aan en preken.


En dus:

Voor het geheel van de Kerk brengt dat de dure verplichting met zich mee om uit te zuiveren, wat niet is naar de maatstaf van het Woord Gods. Het is bij voorbaat een misleidende zaak, als "knappe koppen" gaan dokteren aan de structuren van de kerk in deze tijd met een beroep op de doorgaande leiding des Geestes, wanneer men de levende God "monddood" heeft gemaakt door verregaande Schriftkritiek.


Dat was dus al in 1972 de eigen situatietekening van de Bond in hun Hervormde Kerk. Is de situatie meer dan veertig jaar later er misschien beter op geworden nu de Hervormde Kerk, samen met de Gereformeerd-synodale Kerk en de Evangelisch-Lutherse Kerk is opgegaan in de Protestantse Kerk?
Niets is minder waar.
We kunnen er heel kort over zijn en volstaan met een algemeen bekend voorbeeld. Binnen en buiten de kerken heeft Nederland op z'n kop gestaan door het boek van de protestantse ds. K. Hendrikse waarin hij schreef dat God niet als een bestaand wezen, maar als een 'gebeuren' is te schetsen. Echter de tuchtprocedure tegen deze ketter strandde uiteindelijk op regionaal niveau, omdat de Zeeuwse classis vond dat een discussie maar tot "weinig klaarheid"(!) zou leiden. In november 2010 nam de opperste synode van de PKN een rapport aan - in reactie op Hendrikse - waarin gesteld werd dat er in de kerk ruimte is voor verschillende opvattingen, maar dat niet alles over God kon worden gezegd.
Nu dat zal waar zijn! Maar Hendrikse kon dus rustig verder gaan en schreef vervolgens het boek God bestaat niet en Jezus is zijn zoon…
Bloedstollend!


De PKN is "een plurale kerk waar gezegend wordt wat God verbiedt en waar in het belijden tegenspraak wordt geduld".[6] In deze kerk lopen dus ook dr. H.M. Kuitert, C.J. den Heyer, de predikanten Carel en Nico ter Linden, prof. dr. A. van der Beek[7] vrijelijk rond om nog maar een paar bijpassende voorbeelden te noemen. In volle rechten …
Welkom in de club[8], zouden we zeggen.


Uw 'mini-afscheiding' van de GKv, ds. Wilschut, op dít onverwachte moment was schokkend maar de keuze voor deze PKN-kerk voor ons nog meer. Er moet een hele transformatie van uw denken hebben plaatsgevonden. U geef dat ook aan. Het kost ons grote moeite om die zo snel te volgen. U beroept zich op Calvijn: waar het Woord is is de Kerk. En de redenering lijkt eenvoudig: ik zal in de Gereformeerde Bondswijkplaats het Woord kunnen bedienen, dus daar is de kerk. Maar als wij Calvijn goed begrepen hebben, gaat het hem hierbij om het Woord, inclusief de handhaving er van door de tucht. Dat zegt ook de genoemde brochure van de Bond: "Het is waarlijk niet zo, dat Calvijn de handhaving van de kerkelijke tucht maar wegliet omdat hij daar niet zo zwaar aan tilde. Voor hem lag die handhaving reeds opgesloten in de andere twee kenmerken".
En juist op dit punt faalt de PKN jammerlijk. Het gaat niet om een gebrekkige tucht, maar om geen tucht.  Hoe is het dan te verantwoorden dat u desondanks rustig de PKN in zijn geheel als ware kerk typeert? We kunnen dat niet begrijpen. Ligt dat misschien aan onze vrijgemaakte 'mindsetting'?

 

De laatste jaren is het bon ton geworden de vrijgemaakte kerken kerkisme te verwijten. Ze zouden zich weliswaar niet expliciet officieel als kerken hebben aangematigd de enige ware kerk in Nederland te zijn, maar in de praktijk was er toch wel dat sfeertje, zo zegt men.
Maar al lezend in Gewoon Hervormd bekruipt je het merkwaardige gevoel dat de Hervormde Kerk, nu Protestantse Kerk, de facto en de jure als de ware kerk van Nederland wordt gekarakteriseerd. Immers, hervormd-gereformeerden geloven in de Nederlands Hervormde Kerk/Protestantse Kerk als "de planting des Heren". Het is "de kerk der vaderen" en "de kerk der geslachten", "Gods planting in deze lage landen". Je hoort het ds. H.G. Abma zeggen: "Dat de zone Gods Zich een gemeente vergadert, beschermt en onderhoudt. Zó ben ik de Zone Gods in de Hervormde Kerk tegengekomen. Om der wille van de vaderen blijft de kerk ons bemind. Bovenal echter blijft het ons, als gezegd, een gedurig wonder dat de Zone Gods nog wil vergaderen in deze Kerk. In veel, zo niet vaak in alles verschillen we met zeer vele medeleden van onze kerk. Toch blijft het familie, want onze van is Hervormd".

En degenen buiten 'Gods planting' vergaderen? Daar heeft ds. Abma ook een visie over:

"Ik wil helemaal niet een volstrekt oordeel uitspreken, maar wel voel ik af en toe uit gesprekken en publicaties aan, dat men in andere kerken en kerkjes er wel eens een beetje een eigen zaakje en kerkje van gemaakt heeft. Het is te veel in eigen hand en beheer genomen. Dat wil nog wel eens tenderen naar een eigen verenigingetje."


Voelt u zich echt thuis bij deze vorm van kerkisme, ds. Wilschut? Belangrijker, voldoet deze gemeenschap nu echt aan de blijde confessie van de Kerk van Christus zoals we daarvan belijden in NBG en HC? Weet u het zeker dat u hiervoor hebt gekozen?
 

We vragen het ook omdat u terecht de afgelopen jaren met klem een aantal zaken in de GKv aan de kaak gesteld hebt dat volgens u niet gereformeerd was. We noemen als voorbeelden de nieuwe kerkorde en de vrouw in het ambt. Maar u bent nu op weg naar een kerkverband dat de gereformeerde presbyteriale kerkregering bewust verwerpt en centralistisch is ingericht. Daarin is de generale synode het hoogste gezag en het kerkverband geen confederatie van zelfstandige gemeenten die in vrijheid samenwerken en hun besluiten nemen. Het is een van bovenaf centraal geleid permanent synodaal systeem. Daaraan bent u straks gebonden en gehoorzaamheid verschuldigd. Dat moet toch wringen bij u? Of wreekt zich ook hier onze vrijgemaakt-gereformeerde achtergrond misschien?

Dat geldt ook van de vrouw in het ambt. U had daar groot bezwaar tegen. In uw boekje Vrouw en kerkelijk ambt maakt u dat uitgebreid duidelijk en geeft tegelijk aan "dat er meer op het spel staat dan het item 'vrouw en ambt'. In geding is de omgang met de Schrift."
Helemaal mee eens. Maar in de PKN zijn alle ambten opengesteld voor vrouwen. De huidige voorzitter en vicevoorzitter van de synode zijn vrouwen[9]. En zelfs heeft een van de gereformeerde bondsgemeenten al besloten vrouwen in alle ambten aan te stellen.[10]
 

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de toelating tot de doop, de vrije keuze voor kinder- of volwassendoop[11], toelating tot het Heilig Avondmaal en zegening van homohuwelijken[12] bijvoorbeelden. Komt u daar niet verschrikkelijk mee in de moeite, vroeg of laat? En kunt u, als u dit toch allemaal aanvaardt, wel eerlijk stellen dat u alleen op het punt van denken over de kerk bent veranderd?


Kortom, het is ons volstrekt nog niet duidelijk waarom u deze weg bent ingeslagen en of dit voor ons ook een begaanbare weg is. Misschien wilt u hier toch nog eens wat meer helderheid over verschaffen. En ook waarom u niet voor de Hersteld Hervormde Kerk hebt gekozen waar in elk geval een aantal van bovengenoemde bezwaren niet gelden. Nog afgezien van een keuze voor de broederschap waar u en wij tot voor kort het Avondmaal mee vierden …

 

Gereformeerde Bond

 

U wilt volgens uw Verklaring hervormd worden om gereformeerd te blijven. Maar u wordt toch  protestant? Ingeschreven in 'het register van de leden van alle gemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland'. Zeker, afhankelijk van de gemeente waarin u terecht komt wordt u ook in het register van een plaatselijke gemeente ingeschreven. Maar dat doet er niets aan af dat u lid bent van de protestantse kerk. De Hervormde Kerk bestaat niet meer want die is opgegaan in de PKN. Vele naambordjes op kerkgebouwen vermelden nog hervormd of gereformeerd maar dat houdt niet meer dan de typering A- en B-kerken in de gereformeerde kerken na de Vereniging van 1892. Dat opgaan in de PKN is juist een van de grote bezwaren geweest van veel Bonders, die nu de Hervormde Kerk hebben voortgezet in de Hersteld Hervormde Kerk. Hoe hebben zij gestreden om nog steeds gewoon Hervormde Kerk te heten. Maar dat heeft de PKN kerkjuridisch verijdeld.
Bent u zich hier wel voldoende van bewust?

 

U zoekt een gemeente met gereformeerd bondssignatuur[13]. We begrijpen wel wat u daarmee bedoeld. Maar het is een kwalificatie die geen enkele officiële kerkelijke status heeft. In de Kerkorde en Ordinanties is geen referentie aan de Gereformeerde Bond te vinden. De Bond is een particuliere, niet kerkelijke vereniging. Weliswaar wil de Bond de hele PKN dienen maar het blijft een initiatief in het bijzonder voor de van oorsprong hervormd-gereformeerde leden. Het is een stroming in de PKN, net als de vrijzinnigheid[14], met een deftig woord vaak modaliteit genoemd. Uw toekomstige gemeente van deze 'signatuur' kan ook geen lid worden van de Bond, alleen personen kunnen dat. Zo'n 'signatuur' typeert een gemeente alleen maar als hun predikant in het adressenboekje van de Gereformeerde Bond voorkomt ... Aan standpunten van de Bond hoeven gemeenten zich ook niet te storen, er is geen enkele gezagsrelatie. De Bond bemoeit zich dan ook niet met plaatselijke gemeenten. De gemeenten staan slechts onder het ambtelijk gezag van kerkenraad, classis en generale synode. Ja, ook van de ambtelijke synode!

 

Ook hier hebben we onze vragen. Want in de afgelopen jaren waarin u voorman werd van de verontruste voorgangers verenigd in gereformeerdekerkblijven, is steeds gesteld dat het niet de bedoeling was dat we in de GKv ook een soort gereformeerde bond zouden organiseren. Vrijgemaakt-gereformeerden hebben daar ook altijd een haast instinctmatige afkeer van gehad. In gereformeerde kerken moeten geen groepjes ontstaan, zich geen kerkjes in een kerk gaan vormen, zie de eerste brief aan de Korinthiërs. Juist de organisatie (al van 1906!) van de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk was daarvan een voorbeeld. Deze Bond naast het goede dat hij heeft gedaan, wel een hele grote blokkade gevormd voor een werkelijk katholieke eenheid van gereformeerde christenen in Nederland[15]. In plaats van eenheid te zoeken met de orthodox-gereformeerde kerken in Nederland heeft de Bond het protestantse fusieproces bevorderd. Uiteindelijk hebben zelfs voorstemmers van twee 'bondsdominees' daarvoor de doorslag gegeven!
Of, ds. Wilschut, moeten we ook hier anders tegenaan gaan kijken? Moeten we voor degenen die "niet weg kunnen en niet kunnen blijven[16]" toch een soort Vrijgemaakt-Gereformeerde Bond in de Gereformeerde Kerken in Nederland[17] oprichten nu? Als een soort "wijkplaats" voor gemeenten, voorgangers en anderen die steeds meer in de knel komen?

 

Maar hoe moet dat dan? In elk geval zullen 'vrijgemaakte bondsdominees' dan toch wel op hun post moeten blijven. En ook vrijelijk leden van andere gemeenten moeten toelaten, zoals dat binnen de PKN mogelijk is. Maar ik heb altijd van u begrepen dat dat niet zonder meer kan. Weliswaar kwam er een behoorlijk grensverkeer tussen uw gemeente Smilde en Assen-Kloosterveen bijvoorbeeld op gang maar eigenlijk was het kerkelijk illegaal. Dus zal er met gemeenten die een 'vrijgemaaktebondssignatuur' hebben formeel iets moeten worden geregeld zoals de kerkorde van PKN dat ook doet[18]. Om zo te zeggen, een orthodoxe-vrijgemaakte moet lid kunnen worden van Kornhorn en een progressief kerklid  van Drachten-ZuidWest zonder dat dat een hoop kerkordelijk gekrakeel geeft.

 

Met zijn allen?

 

Of adviseert u ons hier helemaal maar niet meer aan te beginnen?
Een overweging die zich met steeds meer kracht opdringt is dat we elkaar waarschijnlijk binnen luttele jaren kerkelijk wel weer in de armen zullen sluiten. Want als u geestelijk verantwoord naar de PKN kunt overgaan, dan kan dat voor progressieve vrijgemaakten - die met die gedachte overigens al langere tijd spelen - toch helemaal geen probleem zijn? Er is immers tussen een ds. Wilschut en een ds. Hendrikse een scala van 'liggingen' in de protestantse kerk waarin zeker ook wel voor de vrijgemaakte kerksoort een perfect plaatsje is te vinden om te gedijen?
 

We draven hiermee niet door. Want onze jongeren en heel wat ouderen hebben niets meer met 'kerkvakjes' en 'kerkhokjes'. Bekende jonge vrijgemaakte theologen lijken de vrijgemaakte kerken allang te hebben afgeschreven. Waarom zouden we die afgescheiden variant nog in leven houden? We geven een voorbeeld.
Ter gelegenheid van de zogenaamde Nationale Synode, een initiatief van de PKN[19], werd een fraaie glossy getiteld 'Dordt', 82 pagina's(!) uitgegeven, je ruikt de dure drukinkt op een kilometer afstand. Al op pagina 9 staat van de jonge vrijgemaakte theoloog en veelschrijver Reinier Sonneveld een 'open brief' aan nationalesynodegangers. Hij schrijft daarin o.m.:


"Het zou fan­tastisch zijn als over een jaar of twintig de NGK en de GKV bij de PKN inschuiven - als er ooit nog een fusie komt, dan deze."

De boven-veertigers met hun "obsessie voor eenheid" moeten dat regelen, meent Sonneveld. "Jonkies" als hij, hebben daar geen tijd voor, die zijn bezig met de vragen of er wel een waarheid is en of je "überhaupt" wel kunt praten over God. "En bezig met twitteren natuurlijk"...[20]

 

Geweten

 

Kunt u zich voorstellen, ds. Wilschut, dat de situatie voor ons heel verwarrend is geworden? U zegt "niet het idee te hebben mensen in de steek te hebben gelaten omdat vertrekken onvermijdelijk is geworden". Maar het voelt eerlijk gezegd wél als een weglopen uit de strijd om het gereformeerde karakter van onze kerken die ons nog steeds na aan het hart liggen. Kunt u dat een beetje begrijpen?[21]

U zoekt dus een "wijkplaats" in de PKN. Maar zou het niet zo kunnen zijn dat ook dáár de geloofsstrijd niet kan worden ontweken? We vrezen dat u nog een veelvoud van moeiten zult ervaren die te maken hebben met een doorvretende geestelijke secularisatie die zich ook volop in de PKN manifesteert. Daarvoor doet de PKN bepaald niet onder voor de GKv, integendeel. Eigenlijk voelen we deernis met u omdat we vrezen dat u daar voortdurend uw kerkelijke geweten geweld aan zult moeten doen. Dat zal veel spanningen geven die we u graag bespaard zouden zien.

We laten het hierbij. Het verhaal is toch al (te) lang geworden maar het weerspiegelt dat uw vertrek ons heel hoog zit, zoals we u ook al persoonlijk berichtten. Graag zouden we u terug zien keren in de gelederen om in mogelijk de laatste fase van de strijd in de GKv voorop te gaan of op z'n minst die te ondersteunen.
We kunnen ons voorstellen dat de vragen en de toelichting daarbij niet altijd even aangenaam overkomen. Maar met uw handelen schudt u stevig aan onze kerkelijke existentie. Dan mogen we voor onze indringende vragen toch wel op de nodige empathie rekenen. Graag zouden we er daarom bij u vrijmoedig op aan willen dringen onze vragen te beantwoorden zodat we, ook al zouden we het niet eens worden, toch weten waarvoor we wederzijds staan en elkaar helpen op de weg die naar de Schrift is.

 

Wees Gode bevolen,

 

D.J. Bolt


 

NOTEN


[1] Afscheiding?, p45.

[2] Op resp. 30-09-10 en 07-10-10.

[3] Afscheiding?, p25.

[4] In de lezingen te Assen en Heemse:
"Je kunt bezwaar hebben tegen samenspreking met de NGK, het wordt wat eenzijdig wanneer je er níet bij vertelt, dat onze kerken in Zwolle-Zuid hardop hebben gezegd, dat er over de binding aan de belijdenis moet worden doorgesproken en dat de zaak van de 'vrouw in het ambt' nog steeds een struikelblok is."
En t.a.v. de vrouw in het ambt:
"Ook ik maak mij zorgen over de aandrang om vrouwelijk diakenen aan te stellen, en over de voorzet daartoe in de concept-kerkorde. In dat opzicht voel ik met de bezwaarden mee. Tegelijk, wacht nou eerst eens het studieresultaat af. Ook in de CGK is een dergelijk studie verricht. Het leidde tot m.i. een voortreffelijk rapport en tot afgewogen GS-uitspraken. Het is mij een raadsel hoe het instellen van een studiedeputaatschap nu al mede kan dienen als grond voor een kerkelijk breuk."
Even verder:
"Kortom een kerkelijke breuk zoek je niet, Die wordt je aangedaan. Denk aan Luther, Hendrik de Cock, A. Kuyper, K. Schilder. De breuk kwam na uitwerping. Niemand wordt de GKv uitgeworpen".

[5] Afscheiding?, p25.

[6] Zorg voor de kudde, ds. H. van Ginkel. Uitgave Gereformeerde Bond.  Onbegrijpelijk dat hij het plurale karakter van zijn kerk afdoet als een kwestie vergelijkbaar met die van het eten van offervlees (Rom. 14/15).

[7] Zie het artikel Eenheid(1) in de rubriek Kerkverband, voor ketterse uitspraken van deze hoogleraar die het hart raken van het evangelie.

[8] In het RD 25-03-10 zei u: "De optie om nieuwe zgn. ware kerken te stichten past echter niet. De weg van afscheiding die sommigen onder ons nu gaan is uitzichtloos en getuigt van een clubdenken. Mocht het tij niet keren, dan wordt het de vraag waar we onderdak kunnen krijgen binnen de gereformeerde gezindte. Maar daar ben ik nog lang niet aan toe. Ik zoek het gesprek. Laten de kerken kleur bekennen en zich uitspreken." Maar bent u eigenlijk ook niet bezig lid te worden van een club al dekt die zich met de fraaie naam modaliteit?

[9] Voorzitter en vice voorzitter resp. Karin van den Broeke, Marjoleine Engelbert.

[10] De kerkenraad van de protestantse wijkgemeente Adventkerk in Amersfoort, die zich rekent tot de Gereformeerde Bond, besloot in 2012 de ambten van ouderling en diaken open te stellen voor vrouwen.

[11] De kerkrechtdeskundige van de PKN dr. P. van den Heuvel, wil niet de levenswandel van de doopouders als uitgangspunt nemen. ”Buitengewone terughoudendheid in het weigeren”, gecombineerd met ”grote zorgvuldigheid in het pastoraat” leiden er toe dat zo’n kind wel kan worden gedoopt.  ”Het is niet aan ons een kind buiten de lichtkring van de genade te zetten.”
Weigering zal ook niet snel plaatsvinden 'binnen de kring van de Gereformeerde Bond', zegt algemeen secretaris P.J. Vergunst. Maar hier lig wel een spanning: ”Vanwege de heiligheid van het sacrament kan het toch nodig zijn de doop niet te bedienen. Het is dan niet de kerkenraad die het kind van deze ouders de doop onthoudt, maar deze ’ouders’ zelf. Zij zijn het die door hun levenswijze de doop van hun kind onmogelijk maken.” 
De PKN kerkorde biedt ruimte voor de kinderdoop en wordt ook bediend aan hen ‘door wie de doop begeerd wordt’. Die open formulering houdt rekening met de situatie

dat ongedoopten van buiten toetreden tot de gemeente, maar schept ook ruimte

voor ouders die er voor kiezen voor hun kinderen niet de zuigelingendoop te

vragen maar hen op de weg te zetten die leidt tot de doop op een later moment in hun leven.

[12] Op 25 mei 2007 vond in Kampen in de Burgwalkerk de eerste kerkelijke zegening van een homohuwelijk plaats. De kerkorde van de Protestantse Kerken Nederland (PKN) kent de mogelijkheid dat 'trouwende' homoparen ook in de kerk welkom zijn. In de formulering van de kerkorde: "Hun levensverbintenis kan er als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht worden gezegend."

[13] De Gereformeerde Bond telt als vereniging ongeveer 8500 leden. Binnen de PKN zijn er zo’n 430 (wijk)gemeenten die zich verwant voelen met de Gereformeerde Bond. Hoeveel kerkgangers de gemeenten die zich rekenen tot de Gereformeerde Bond op zondagen hebben, is niet precies te zeggen. Er is wel een getal genoemd van 290.000, maar schattingen lopen sterk uiteen.

[14] Volgens een onderzoek van het Bureau Deus (mei 2013) houden de beide stromingen, Gereformeerde Bond en de Vrijzinnigheid elkaar ongeveer in evenwicht. Beiden groeien, in tegenstelling tot wat vaak van de vrijzinnigheid wordt gedacht, namelijk dat die zou uitsterven. Geconcludeerd kan worden dat de verschillende stromingen nog steeds goed zijn vertegenwoordigd in het hoogste bestuursorgaan van de kerk.

[15] Eens sprak prof.dr. J. Douma op een vergadering van het COGG de beroemde woorden dat "de Gereformeerde Bond de sleutel tot kerkelijk eenheid in handen heeft". Maar die sleutel is nooit gebruikt en is in 2004 gebroken met het samengaan in de PKN van hervormd, gereformeerd en evangelisch-luthers op een niet meer unieke basis van de gereformeerde belijdenis.

[16] Bekende slogan waarmee de Bonders hun dilemma en grote moeite met het fusieproces kernachtig aangaven.

[17] Sinds 24 mei 2005 luidt de officiële naam van de Gereformeerde Bond Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland.

[18] Ordinantie 2 artikel 5 lid 3.

[19] Drijvende kracht erachter is vooral ds. G. de Fijter, gereformeerde bonder die destijds bij de fusie tot PKN een van twee voorstemmers was die de tegenstand lamlegden.

[20] Zie ook het artikel Eenheid (1), in de rubriek Kerkverband.

[21] We moeten hierbij denken aan hetgeen u schreef over ds. Hoogendoorn toen hij door de GKv synode werd veroordeeld wegens scheurmaking. U schreef: "Het is mijns inziens een misverstand, dominee Hoogendoorn is niet uitgeworpen, hij is weggegaan en dat in strijd met zijn eigen handtekening. Er was in Kampen van alles en nog wat aan de hand. Ik heb ooit als deputaat appelzaken de ordners op mijn studeerkamer gehad. En daar werd je niet vrolijk van, twee dikke ordners. Zelfs wanneer dominee Hoogendoorn zakelijk het gelijk aan zijn zijde had gehad, dan nog had hij niet mogen breken. Want wie meent dat hem onrecht is aangedaan, moet zich wenden tot de meerdere vergadering, artikel 31 van de kerkorde."