

Avondmaal en zelfgetuigenis - 1
D.J. Bolt
26-01-25
Het vieren van het Heilig Avondmaal heeft een wezenlijke, essentiële plaats in de kerk. De kerkorde bepaalt dat het minstens(!) eens per drie maanden gehouden zal worden in een openbare eredienst (art. 61 KO).
Wat is het doel er van? Ieder kent het overbekende citaat uit de Schrift zoals dat klinkt aan het begin van elke viering. Paulus in zijn brief aan de Korintiërs heeft het zó van Jezus gehoord:
'In de nacht de Heere Jezus waarin Hij werd verraden, nam Hij een brood, en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis.
Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondigt u de dood van de Heere, totdat Hij komt'. 1 Kor. 11:23-26.
We gedenken de dood van onze Heiland. Waarom Hij kwam, Zijn lichaam liet breken en Zijn bloed vergieten. Zich dood liet martelen, wat nog meer is, afdaalde in de hel. Daar door niets ontziende duivels ultiem de toorn van God ervoer en zo onze door Hem opgenomen zonden verzoende. Totdat Jezus weerkomt, kunnen daarom onze zonden neerleggen op de eettafel van het Verbond en mogen we maaltijd in Christus' aanwezigheid diep beleven. We worden één met Hem, met Zijn lichaam. Alsof we zelf Zijn martelgang door het aardse leven hadden voltooid en ons zelf met God hadden kunnen verzoenen. Nee, alles is genade en dat beleven en vieren we uitdrukkelijk, 'minstens elke drie maanden' in de gedachtenismaaltijd met Jezus Christus, Verzoener van de zonden. Het versterkt ons geloof en leven voor de Heere. Bemoedigt in de voortdurende felle strijd tegen (overblijvende) zonden.
Het Avondmaal is niet een min of meer op zichzelf staand feest van onderlinge eenheid in de kerk. Want eenheid is er alléén als die gevonden wordt in Christus, Zoon van God Die ons verzoenend in Zijn lichaam opnam. Daar vinden we eenheid. Dat is primair, gaat in alles voorop. Het ene brood dat voor ons gebroken wordt en waarvan we allemaal eten symboliseert dat. Dááruit vloeien de onderlinge eenheid en vrede voort. Zonder dat is het er niet hoe sociaal mensen in een kerkgemeenschap misschien ook met elkaar kunnen samen- en meeleven. Daarom is het bijvoorbeeld ook zo dwaas joden en moslims broeders en zusters te noemen.
Toegang
Een belangrijke vraag is wie toegang tot het Avondmaal hebben. Daar is veel over te doen. Het kan aanleiding tot kerkscheuring zijn, zo blijkt uit de (recente) kerkgeschiedenis. Kerkelijke toelatingspraktijken laten uitersten zien. Enerzijds van een 'open Avondmaal' waarbij ieder die dat wil kan deelnemen zonder restricties: 'komt u maar!'. Anderzijds avondmaalmijding, waarbij het kerklid uitsluitend is gerechtigd deel te nemen als hij of zij een bepaalde (hoge) mate van bevindelijk leven en geloven bij zich waarneemt.
En ja, het steekt ook nauw. Immers de zuivere bediening van de sacramenten is een kenmerk van de ware kerk, zo belijden we, NGB art. 29.
Voor de toegang moeten ons zelfbeproeven of we wel zó gezind dat het verantwoord is om aan te gaan, horen we voorafgaand aan de viering. Anders zijn we een plaatsje aan de Verbondstafel onwaardig, wil Christus ons daar niet zien. Zelfbeproeven, we vatten kort samen wat het avondmaalformulier daarover aangeeft.
Ieder moet zich afvragen
- ken ik mijn zonden en erken ik dat ik Gods toorn daarover verdien?
- geloof ik vast dat mijn zonden door Christus geheel uit genade vergeven zijn?
- wil ik dankbaar en oprecht de Heere dienen?
- neem ik me voor in liefde en vrede met mijn naasten te leven?
Ja, als dit in je hart is overdacht en oprecht bevestigend beantwoord, dan ben je welkom-waardig aan Christus' Tafel.
Opvallend is dat het accent bij het onderzoek naar een waardige plaats aan de Tafel ligt bij de potentiële avondmaalsganger zelf. Hij moet aan het werk en zijn hart, zijn consciëntie, zijn geweten en intenties gaan onderzoeken. En dan de balans opmaken.
Dus niet gaan zitten oordelen en overwegen of broeders en zusters wel gerechtigd zijn. Nee, kijk naar binnen bij jezelf: wat zijn jouw zonden, is jouw geloof, is jouw gezindheid.
Toezicht
Toch is hier niet alles mee gezegd. Want er is ook toezicht door de ouderlingen van de kerk op de toegang tot en daarmee de heiligheid van de Avondmaalstafel (art. 61 KO). Immers deze kan ontheiligd worden, zo meldt Paulus in zijn eerste brief aan de Korintiërs en geeft daar een voorbeeld van (1 Kor. 11:17-34). Als je op een 'onwaardige wijze eet en drinkt', dan eet en drink je niet alleen je zelf een oordeel, waarschuwt Paulus daar maar dat treft ook de samenkomst als geheel. En van versterking van het geloof is dan natuurlijk ook geen sprake meer.
Het toezicht van de ouderlingen als (onder)herders van de kerk houdt in dat zij alleen hen toelaten die hun geloof hebben beleden en niet onder tucht staan. Daarbij kunnen zij leden van zusterkerken van binnen of buiten het verband toelaten als gasten. De gereformeerde kerken maken daarvoor veelal gebruik van 'attestaties', een geschreven verklaring van de kerkenraad van de gast. Op grond daarvan laat de kerkenraad de gast dan toe. Voor een voorbeeld zie bijlage 1.
Maar niet alle kerken in de wereld regelen de toegang van het Avondmaal met 'avondmaalsbriefjes'. In plaats van dit 'paperwork', zoals het Engelstalig wel wordt genoemd, volstaat men met een gesprek tussen ouderling(en) en de gast waarin zijn of haar motieven om aan te gaan aan de orde komen. De gast zal, om het plechtig te verwoorden, moeten aangeven op 'waardige manier' aan het Avondmaal deel te kunnen nemen. Is zo'n zelfverklaring i.p.v. een attestatie aanvaardbaar? Wordt de 'waardige' toegang tot het Avondmaal daarmee wel op hetzelfde niveau gewaarborgd als bij 'eigen' lidmaten?
Die vraag willen we de volgende keer proberen te beantwoorden. En daarbij een opmerkelijke ontdekking betrekken.
Wordt vervolgd
Bijlage 1 - Avondmaalsattestatie
Aan: de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te [plaats]
Onderwerp: Deelname viering Heilig Avondmaal in een zusterkerk.
[Plaats], [datum]
Geachte broeders,
Broeder/zuster [naam], heeft de wens te kennen gegeven om op [datum] het Heilig Avondmaal bij u te willen meevieren. Dit vanwege zijn/haar aanwezigheid in uw gemeente op deze zondag.
Deze broeder/zuster is in volle rechten belijdend lid van de Gereformeerde Kerk [plaats].
Voorts kunnen wij u meedelen, dat wat ons betreft, tegen deelname geen enkel bezwaar bestaat.
Wij gaan er van uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en wensen u als gemeente een gezegende avondmaalviering toe.
Graag het briefje getekend retour.
Namens de kerkenraad,
Scriba Gereformeerde Kerk [plaats]
Kerkenraad Gereformeerde Kerk [plaats]