Ethiek

Rond de Schrift

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

De Herziene Statenvertaling getoetst en vrijgegeven

 

Dr. Ing. W.J. Heeringa

30-04-16

 

[Dit artikel is een weergave van een lezing voor de gemeentevergadering van DGK Groningen op 15 april jl., red. EIW]

 

Zoals u weet was de generale synode van Mariënberg in 2005 de eerste synode na de vrijmaking in 2003/2004. Dat was een heel belangrijke synode. De belangrijkste besluiten in de GKV die geleid hadden tot vrijmaking kwamen daar aan de orde, en werden afgewezen. De kerken waren er niet langer aan gebonden.

 

De synode had niet als bedoeling om aan opvattingen vast te houden omdat ze nou eenmaal altijd zo waren aanvaard. Integendeel. Als u de besluiten en gronden goed bestudeert – en ik hoop dat u dat doet – merkt u meteen wel dat men in alle ernst wilde terugkeren naar het Woord van God.

 

Maar naast het afwijzen van al die GKV-besluiten, nam de synode van Mariënberg nog een ander  – toch wel opmerkelijk – besluit. De synode besloot om een deputaatschap in te stellen dat onderzoek moest doen naar de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de Herziene Statenvertaling (HSV). De classis Zuid-West had daarom gevraagd. Nu, na negen jaren van toetsen door deputaten, door kerkenraden, en door broeders en zusters heeft de generale synode van Groningen de knoop doorgehakt. Het is om die reden dat de kerkenraad mij vroeg u te dienen met een lezing over deze vertaling. Ik bespreek nu zes vragen, namelijk:

 

Wat is precies de HSV?

Welke handschriften zijn er gebruikt?

Welke vertaalmethode is er gebruikt?

Is de HSV betrouwbaar vertaald?

Is de HSV leesbaarder dan de vertaling uit 1951?

Wat heeft de laatste generale synode besloten?

 

1. Wat is precies de HSV?

 

Het antwoord is niet moeilijk, namelijk een herziening van de Statenvertaling (SV). Om dit goed te begrijpen vertel ik eerst kort iets over de SV, en daarna leg ik uit waarin de HSV verschilt van de SV.

 

Voor de statenvertaling moeten we terug naar het begin van de zeventiende eeuw. In 1618-1619 kwam de Synode van Dordrecht bijeen. Dat was de laatste landelijke vergadering van de gereformeerde kerk tijdens de Republiek. Deze synode wilde dat er een goede, eigen vertaling kwam, die zo dicht mogelijk bij de brontalen lag, naar het voorbeeld van de Engelse King James Bijbel. De brontaal voor bijna het gehele Oude Testament is het Hebreeuws, voor het Nieuwe Testament is dat het Grieks. De synode koos de vertalers. Dat moesten mannen zijn die uitblonken in de theologie en in de kennis van de grondtalen van de Bijbel. Het moesten ook mannen zijn die Gods Woord beschouwden als onfeilbaar en door Zijn Geest geïnspireerd.

 

Het vertaalwerk gebeurde in Leiden. Gedurende dit werk brak in Leiden de pest uit. In twee maanden tijd kwamen twintigduizend mensen om het leven. Echter, geen van de vertalers werd door de ziekte overmand. In 1635 was de Statenvertaling gereed. Op 17 september 1637 wordt het eerste exemplaar van de nieuwe vertaling plechtig aangeboden aan de Staten-Generaal. De Statenvertaling was daarmee de eerste officiële Nederlandstalige Bijbelvertaling, rechtstreeks vertaald uit het oorspronkelijke Hebreeuws, Aramees en Grieks.

 

In de loop der eeuwen is er in de Nederlandse taal veel veranderd. Daardoor is het voor veel mensen steeds moeilijker geworden de Statenvertaling te begrijpen. Om die reden besloot het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk (vanaf 1 mei 2004 binnen de Protestantse Kerk in Nederland) om te komen tot een herziening van de Statenvertaling. Voor de uitwerking van dit initiatief werd in 2002 de Stichting Herziening Statenvertaling opgericht. Deze bestaat uit vertegenwoordigers uit de kringen van de Gereformeerde Bond, uit de Christelijke Gereformeerde Kerken en uit de Gereformeerde Gemeenten. Op 4 december 2010 werd de complete uitgave van de Bijbel gepresenteerd in de Grote Kerk te Dordrecht.

 

Wat is nu het verschil tussen de Herziene Statenvertaling en de Statenvertaling? In de brochure De Statenvertaling herzien; korte toelichting, die door de Stichting Herziening Statenvertaling werd uitgegeven in 2009, worden vijf punten genoemd.

 

1. Verouderde woorden zijn vervangen door hedendaagse woorden.

Voorbeeld: In Exodus 26:15 lezen we in de Statenvertaling over berderen. Deze zijn in de Herziene Statenvertaling vervangen door 'planken'.

 

2. Woorden waarvan de betekenis is veranderd, zijn vervangen.

Voorbeeld: Mattheüs 18:6: Maar zo wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, ergert, het ware hem nutter, dat een molenstaan aan zijn hals gehangen, en dat hij verzonken ware in de diepte der zee. Het woord 'ergert' heeft hier echter niet de betekenis die het normaal gesproken in onze tijd heeft. De Herziene Statenvertaling vertaalt de tekst daarom zo: Wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, doet struikelen, het zou beter voor hem geweest zijn dat een molensteen aan zijn hals gehangen was en hij in de diepte van de zee gezonken was.

 

3. Woorden waarvan de gevoelswaarde is veranderd, zijn vervangen.

Voorbeeld: Job 39:33: Ook zuipen zijn jongen bloed; en waar verslagenen zijn, daar is Hij. De Herziene Statenvertaling heeft 'zuipen' vervangen door 'slurpen'.  De vertaling wordt dan: Zijn jongen slurpen bloed; en waar dodelijk gewonden liggen, daar is hij.

 

4. Nieuwe inzichten in de grondtaal zijn verwerkt.

Voorbeeld: in Leviticus 11:22 lezen we in de Statenvertaling over de sprinkhaan, de solhaan, de argel en de hagab. Omdat de Statenvertalers er niet in alle gevallen zeker van waren om welke dieren het precies ging, heeft men die namen in het Hebreeuws laten staan. In de laatste eeuwen echter is veel nieuwe informatie beschikbaar gekomen, bijvoorbeeld door opgravingen in Bijbelse landen en door het leren kennen van talen die verwant zijn aan het Hebreeuws, zoals het Moabitisch, het Edomitisch enz. In de Herziene Statenvertaling lezen we nu over de veldsprinkhaan, de sabelsprinkhaan, de krekel en de doornsprinkhaan.

 

5. Nieuwe inzichten in de grondtekst zijn verwerkt.

Kort na de Tweede Wereldoorlog werden de Dode Zeerollen gevonden. Deze rollen bewezen dat de Hebreeuwse tekst die de Statenvertalers voor zich  hadden, op zich van uitstekende kwaliteit was. Maar de Statenvertalers hebben de Hebreeuwse tekst  niet altijd letterlijk gevolgd. Op een aantal plaatsen, waar de Hebreeuwse tekst wat gecompliceerd was, hebben de vertalers de oude Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta, gevolgd. Door de Dode Zeerollen is echter aan het licht gekomen dat vertalers van de Septuaginta een tekst voor zich hebben gehad die op veel plaatsen afweek van de nu algemeen aanvaarde Hebreeuwse grondtekst, de zogenaamde Masoretische tekst. De Septuaginta is dus lang niet altijd betrouwbaar. Dankzij de Dode Zeerollen is er voor een paar plaatsen in het Oude Testament nu een betere grondtekst beschikbaar. Daardoor hebben de vertalers van de Herziene Statenvertaling een aantal verbeteringen kunnen doorvoeren ten opzichte van de Statenvertaling.

 

Tot zover de vijf punten uit de brochure. Hieraan moet nog een zesde punt worden toegevoegd.

 

6. Pertinente fouten zijn gecorrigeerd.

Er zijn passages in de Statenvertaling, waarvan we niet anders kunnen concluderen dan dat de vertalers zich vergist hebben. De herzieners hebben de vertaling in de Herziene Statenvertaling dan gecorrigeerd. Bijvoorbeeld de 'eenhoornen' in Psalm 22 zijn vervangen door 'wilde ossen'.

 

2. Welke handschriften zijn er gebruikt?

 

Voor het Oude Testament moeten we iets zeggen over de Masoreten. Dat waren Joodse Rabbijnen die leefden tussen de zesde en tiende eeuw. Zij hielden zich bezig met het overschrijven van de grondtekst van het Oude Testament. Zoals u weet bestaat het Hebreeuws (en het Aramees) oorspronkelijk alleen uit medeklinkers. De Masoreten ontwikkelden uitspraaktekens die aan de grondtekst werden toegevoegd. Deze tekst wordt de Masoretische Tekst genoemd. De definitieve versie met uitspraaktekens werd in de tiende eeuw vastgelegd door Ben Asjer en Ben Naftali. Zoals ik al zei, is uit de vondst van de Dode Zee-rollen gebleken dat de Masoretische teksten zeer betrouwbaar zijn overgeleverd.

 

De Codex Aleppo komt uit de tiende eeuw en was tot aan 1947 het oudste complete Masoretische manuscript. Na een brand in 1947 zijn nu nog 295 van de 487 bladen over. De Codex Leningrad uit 1008 is nu het oudste nog bestaande complete handschrift van de Masoretische Tekst.

 

Een andere belangrijke versie van de Masoretische Tekst staat bekend als de tweede Rabbijnse Bijbel. De tekst daarvan werd door Jacob Ben Chayyim in Venetië samengesteld op basis van eerdere versies, en in 1524-1525 gedrukt door Daniel Bomberg. Deze tekst vormde de grondslag voor het Oude Testament van de King James Bijbel, de Statenvertaling en ook de Herziene Statenvertaling.

 

Uiteindelijk zijn er echter maar negen textuele verschillen tussen de codices Aleppo en Leningrad en de uitgave van Bomberg (1 Koningen 20:38; Spreuken 8:16;  Jesaja 10:16; Jesaja 38:14; Jeremia 34:1; Ezechiël 30:18; Zefanja 3:15; Maleachi 1:12).

 

Dan nu het Nieuwe Testament. Wat betreft de grondtekst moeten we onderscheid maken tussen de Byzantijnse teksten en de Alexandrijnse teksten. Over beide types van teksten zal ik kort iets zeggen.

 

De Alexandrijnse teksten worden geassocieerd met Alexandrië, een stad in het noorden van Egypte. In Alexandrië ontstond in ongeveer 190 de Catechetische School van Alexandrië, een theologische opleiding die invloedrijk is geweest in de theologische controverses van de vroege Christelijke kerk. Onder andere Pantenus en Origenes waren aan de school verbonden. Pantenus interpreteerde de Schrift zowel filosofisch als allegorisch. Hij geloofde niet dat de Bijbel onfeilbaar was, en ontkende dat mensen als Adam, Noach, Mozes en David echt bestaan hebben. Origenes dacht in dezelfde lijn. Moderne vertalingen, waaronder onze vertaling uit 1951, zijn allemaal vooral gebaseerd op de Alexandrijnse handschriften, en dan met name op twee codices: de Codex Vaticanus en de Codex Sinaïticus.

 

De Codex Vaticanus komt uit de vierde eeuw en werd sinds de vijftiende eeuw bewaard in de bibliotheek van het Vaticaan. De Britse Anglicaanse geestelijke John William Burgon (1813-1888) die jaren heeft besteed aan het onderzoek van elk beschikbaar manuscript van het Nieuwe Testament schreef over dit handschrift: “Het draagt de sporen van onzorgvuldige transcriptie op elke pagina. De fouten die de oorspronkelijke transcribent gemaakt heeft herhalen zich voortdurend.”

 

De Codex Sinaïticus werd in 1844 ontdekt door Konstantin von Tischendorf. Dit manuscript dateert eveneens uit de vierde eeuw. Von Tischendorf vond het manuscript in een klooster op de Sinaï bij het oud papier dat bedoeld was als brandstof voor de kachel. De Britse Bijbelgeleerde Frederick Scrivener (1813-1891) schreef over dit handschrift: “Letters, woorden, zelfs hele zinnen zijn twee keer overgeschreven, of ze zijn begonnen en meteen afgekapt... Maar liefst 115 keer zijn zinsdelen vergeten, omdat zij op dezelfde wijze eindigen als het voorgaande zinsdeel.”

 

De Byzantijnse teksten gaan terug tot de kerk in Antiochië (Syrië) waar Paulus en Barnabas werkten. De oudste nog bestaande Byzantijnse teksten dateren uit de vijfde eeuw. De Byzantijnse teksten die voor het Nieuwe Testament van de Statenvertaling gebruikt werden komen uit de elfde, twaalfde en vijftiende eeuw. Ze zijn dus veel nieuwer dan de Alexandrijnse handschriften. De Byzantijnse teksten verschillen onderling minder van elkaar dan de Alexandrijnse teksten. Dat duidt erop dat de Byzantijnse handschriften veel zorgvuldiger gekopieerd werden dan de Alexandrijnse handschriften.

 

Nu is de vertaling van het Nieuwe Testament in veel moderne vertalingen vooral gebaseerd op de Alexandrijnse handschriften omdat die ouder zijn. Maar is dat terecht? Hierover twee opmerkingen.

 

Ten eerste, het blijkt dat de oudst bekende Bijbelvertalingen (in Syrisch en Latijn uit het midden van de tweede eeuw) teruggaan op de Byzantijnse handschriften, en dat citaten van de vroege kerkvaders uit de tweede eeuw eveneens teruggaan op de Byzantijnse handschriften.

 

Ten tweede, we moeten bedenken dat handschriften die betrouwbaar geacht worden, veel worden gebruikt en gekopieerd waardoor de oudere versies verslijten en verdwijnen. Dat de oude versies van de Byzantijnse handschriften er niet meer zijn, pleit eerder vóór dan tegen deze handschriften. Graag citeer ik hier prof. J. van Bruggen: “De oude Griekse kerk, die deze tekst eeuwenlang heeft aanvaard als de meest oude en juiste, zal het wel beter hebben geweten dan tekstcritici uit de negentiende en twintigste eeuw.”

 

Op basis van de Byzantijnse teksten maakte Erasmus aan het begin van de zestiende eeuw een algemeen aanvaarde tekst, die later bekend werd als de Textus Receptus. Erasmus verifieerde zijn tekstuitgave aan de hand van citaten van de vroege christelijke schrijvers. De Textus Receptus is basis voor het Nieuwe Testament in onder andere de King James Bible, de New King James Bible (in gebruik bij de Liberated Reformed Church at Abbotsford), de Lutherbibel (1545-1912), de Neue Lutherbibel (2009, herziening van de versie uit 1912), de Statenvertaling, de Herziene Statenvertaling en de Fryske Bibel (vertaling G.A Wumkes & B.E. Folkertsma uit 1943).

 

Is het verschil tussen Bijbelvertalingen die gebaseerd zijn op Byzantijnse teksten en die gebaseeerd zijn op Alexandrijnse teksten groot? U kunt dit zien in de New King James Bibel waar de verschillen door voetnoten zijn aangegeven. En ook op Wikipedia wanneer u zoekt op 'List of major textual variants in the New Testament'. Voor de zogenaamde kritische tekst die vooral op de Alexandrijnse handschriften is gebaseerd, ziet u dan af en toe dat er iets ontbreekt. De sterkste voorbeelden zijn het ontbreken van het slot van het evangelie volgens Marcus (Marcus 16:9-20), de doxologie als slot van het Onze Vader (Mattheüs 6:13c), Johannes 7:53-8:11, en de zegen in Romeinen 16:24.

 

3. Welke vertaalmethode is er gebruikt?

 

Voor de Herziene Statenvertaling werd, net als voor de Statenvertaling en de NBG uit 1951, de zogenaamde formeel-equivalente methode gebruikt. De vertalers hebben zoveel mogelijk ieder woord vertaald en ook in dezelfde volgorde als in de grondtekst. Maar als de tekst door een al te letterlijke vertaling onbegrijpelijk werd, grepen de vertalers in en pasten de structuur van de zin zodanig aan, dat de betekenis duidelijk werd. Enerzijds proberen de vertalers zo dicht mogelijk bij de grondtekst te blijven, maar aan de andere kant zijn de vertalers bereid om vrijer te vertalen als dat de enige manier is om tot een duidelijke vertaling te komen.

 

Daar waar een iets vrijere vertaling is gegeven, is dit in de HSV gemarkeerd met een sterretje, en vindt u onderaan de bladzijde een voetnoot waarin ook de letterlijke vertaling is gegeven. Ik geef u twee voorbeelden.

 

Exodus 29:39: Het ene lam moet u in de morgen bereiden en het andere lam moet u tegen het vallen van de avond bereiden. 'Tegen het vallen van de avond' is letterlijk: 'tussen twee avonden.'

 

Psalm 78:72: Hij heeft hen geweid met een oprecht hart en hen geleid met zeer bekwame hand. 'Met zeer bekwame hand' is letterlijk: 'met inzichten van zijn handpalmen.'

 

4. Is de HSV betrouwbaar vertaald?

 

De deputaatschappen die de HSV onderzochten hebben de vertaling van een groot aantal tekstgedeelten in de HSV heel precies bekeken en vergeleken met de weergave in de NBG1951. In totaal ging het om 54 Bijbelgedeelten van wisselende lengte uit 39 Bijbelboeken. Als we nu nagaan hoe vaak deputaten gemiddeld per Bijbelgedeelte opmerkten dat de HSV betrouwbaarder is dan de NBG1951, en hoe vaak de deputaten opmerkten dat de NBG1951 betrouwbaarder is dan de HSV,  en we vergelijken de tellingen, dan blijkt er geen beduidend verschil te zijn (gemiddeld per Bijbelgedeelte 1.26 versus 1.35). Beide vertalingen zijn dus even betrouwbaar als het gaat om de vertaling.

 

5. Is de HSV leesbaarder dan de vertaling uit 1951?

 

Op basis van dezelfde 54 teksten kunnen we nagaan hoe vaak deputaten gemiddeld per Bijbelgedeelte opmerkten dat de HSV leesbaarder is dan de NBG1951, en hoe vaak zij opmerkten dat de NBG1951 leesbaarder is dan de HSV. Hier was er wel een beduidend verschil (gemiddeld per Bijbelgedeelte 0.96 versus 0.37). De HSV bleek dus leesbaarder te zijn dan de NGB1951.

 

6. Wat heeft de laatste generale synode besloten?

 

De synode constateerde dat “door drie achtereenvolgende generale synodes is vastgesteld dat op grond van de getoetste Schriftgedeelten de HSV een betrouwbare vertaling is, ook al is uiteraard op sommige onderdelen wel kritiek mogelijk”, en “dat toetsing door kerkenraden en door kerkleden in grote meerderheid hetzelfde resultaat heeft opgeleverd: betrouwbaar en beter leesbaar”. En verder “dat de taal van de HSV over het algemeen beter aansluit bij het hedendaags Nederlands.”

 

De synode heeft daarom uitgesproken dat de HSV “een betrouwbare en goed leesbare vertaling is, geschikt voor de opbouw van het geloof en voor het gebruik in de kerkdiensten en eventueel later in de liturgische formulieren.” De synode besluit dan “om naast de Statenvertaling en de NBG Vertaling van 1951 de Herziene Statenvertaling met onmiddellijke ingang vrij te geven voor kerkelijk gebruik, dat is in de erediensten en in de kerkelijke vergaderingen.”

 

De HSV vervangt dus niet de vorige vertalingen, maar wordt naast die vertalingen vrijgegeven voor kerkelijk gebruikt. Zo gebeurde het ook in de vijftiger jaren toen de vertaling NBG 1951 naast de SV werd vrijgegeven. De SV is nog steeds een betrouwbare vertaling, en – volgens de synode – de “vertaling NBG 51, hoewel gebaseerd op minder juiste handschriften, kan in zijn geheel geen onbetrouwbare vertaling genoemd worden.”

 

De synode stelt de invoering van de HSV niet verplicht. Als een kerkenraad besluit dat niet te doen, is dat helemaal legitiem. Eén van de overwegingen was “dat invoering van de HSV bij sommige kerkleden toch op weerstand kan stuiten en dat hiermee door de kerkenraden wel rekening moet worden gehouden.” De synode heeft echter ook uitgesproken “dat het gebruik van de Herziene Statenvertaling in de eredienst de voorkeur verdient boven het gebruik van de vertaling NBG 51 of de Statenvertaling.”

 

Verder gaf de synode deputaten Liturgische voorzieningen de opdracht om onderzoek te doen naar de technische en juridische mogelijkheden en de kosten van het aanpassen van de Bijbelteksten in het Gereformeerd Kerkboek. Het zou goed zijn als te zijner tijd de Bijbelteksten worden aangepast, maar heel urgent is dat niet. Als we in de kerk lezen uit de HSV, maar de teksten in het Gereformeerd Kerkboek zijn nog uit de vertaling NBG 1951, dan is dat niet echt een probleem.

 

Verder zullen alle stukken – zoals bijvoorbeeld de deputatenrapporten – die de synode gebruikt en meegewogen heeft bij het besluit over HSV, samengevoegd worden tot een digitaal dossier dat via het internet beschikbaar komt voor de kerken en haar leden.

 

Ten slotte, we hebben het nu gehad over bijbelvertalingen, over handschriften, over vertaalmethoden en over synodebesluiten. Maar bij dit alles moeten we geen ogenblik vergeten wáár we het over hebben, namelijk over Gods Woord, de Bijbel, en waar die Bijbel precies over gaat. Ik wil daarom deze lezing graag afsluiten met de woorden van een broeder in onze gemeente die we zondag in de kerk helaas niet meer zien, maar die toch iedere dag een groot deel van de gemeente toespreekt. Ik bedoel br. H.P. de Roos, en zijn Schriftoverdenkingen. In zijn Dagelijks Brood van donderdag 3 oktober 2013 schrijft hij over Psalm 40:8. Daar staat: “Toen zei Ik: Zie, Ik kom, in de boekrol is over Mij geschreven.” Daaruit geef ik u graag het volgende door:

 

In de titel van een boek is meestal de inhoud samengevat. En toch kan men pas na het lezen van dat boek zeggen: ja, de titel klopt; zo is de inhoud inderdaad. Zo is het ook met de Bijbel. Op de titelpagina staat de Naam van Jezus Christus en de hele inhoud van de Schriften gaat over Hem. Psalm 40 zegt dat en de Hebreeënbrief bevestigt dat (Hebreeën 10:7).

 

Er is in de ‘boekrol’, de Bijbel, wel over meer personen geschreven. Maar hier staat meer dan in het Nederlands is weergegeven. Hier staat een woord, dat in de vertaling is weggelaten. En dat woord (‘kephalis’ in het Grieks) zegt: Christus’ middelaarswerk is het onderwerp van dit boek, het is het opschrift. ‘Ik ben het thema dat op het titelblad staat aangegeven.’ Want de ‘kephalis’ van een boek is zoveel als het titelblad bij ons. (Bron: K. Schilder. Heidelbergsche Catechismus II, pagina 311-312).

 

Nu gaat er een breed perspectief voor ons open. Want als de hele, maar dan ook de hele Schrift over de Christus gaat, dan zijn ook de lastig leesbare wetten uit Leviticus beeld van Hem. Geslachtsregisters, door ons liever overgeslagen, blijken naar de Christus heen te wijzen. Psalmen, Spreuken, ze zijn alle over en afkomstig van de Wijsheid zelf, de Christus.

 

Maar als de openbaring die God ons gegeven heeft, zo breed is en zo omvangrijk is als de 66 boeken-in-één-band met één titel, dan hebben wij wel ons leven lang werk om haar te leren kennen.

 

Laten we de Bijbel maar nauwkeurig lezen en in elk gedeelte onderzoeken hoe dat op de Christus slaat. Sla geen dag, nog beter: geen maaltijd over om uw Bijbel te lezen; het duurt wel even voordat u alles uit het hoofd kent en nog langer eer uw inzicht volledig is.

 

De Bijbel, het boek over Christus.

 


Literatuur

 

Stichting Herziening Statenvertaling, 2009. De Statenvertaling herzien; korte toelichting.

 

Dr. J. van Bruggen, 1976. De Tekst van het Nieuwe Testament. Rede gehouden bij de overdracht van het rectoraat der Theologische Hogeschool van De Gereformeerde Kerken in Nederland op 8 december 1975. Groningen: Vuurbaak.

 

Dr. Jakob van Bruggen, 1976. The Ancient Text of the New Testament. Winnipeg, Manitoba: Premier Printing.

 

Jakob van Bruggen, 1994. De ballingschap van de Byzantijnse tekst. In die Skriflig/In Luce Verbi volume 28, number 3, 413-427.

 

Rudolf Ebertshäuser, 2006. Gottes bewahrtes Wort. Warum wir den Textus Receptus als Grundtext des Neuen Testaments annehmen dürfen. Der Grundtext der Bibel – Heft 3. Leonberg: ESRA Schriftendienst.

 

Jay P. Green, Sr. (general editor and translator), 1986. The Interlinear Bible; Hebrew-Greek-English. With Strong's Concordance Numbers Above Each Word. Peabody, Massachusetts: Hendrickson Publishers.

 

Dr. J.J. Thierry, 1982. Korte geschiedenis van de tekst van het Nieuwe Testament. Kampen: J.H. Kok.

 

Zane C. Hodges & Arthur L. Farstad (editors), 1982. The Greek New Testament according to the Majority Text. Nashville, Camden & New York: Thomas Nelson Publishers.

 

Luke Mounsey, 2009. The Unreliablitity of the Alexandrian Manuscripts; Sinaiticus and Vaticanus are among the worst manuscripts known. Byron Center, MI: Preserved Word Ministries.

 

Malcolm H. Watts, 1998. The Lord gave the Word. London: Trinitarian Bible Society.

 

NB: de meeste werken kunnen via Google gevonden worden.

 

Links

 

Stichting Herziening Statenvertaling

http://herzienestatenvertaling.nl/

Onder Teksten is de Herziene Statenvertaling online beschikbaar.

 

The Center for Study and Preservation of the Majority Text

http://www.cspmt.org/

Onder Manuscripts & Texts vindt men verschillende versies van de Byzantijnse tekst. Ook verschillende versies van de Textus Receptus zijn hier vrij beschikbaar (onder Printed Editions).

 

Scripture4All

http://www.scripture4all.org/

De interlineaire Bijbel is vrij beschikbaar, zowel online in pdf als in de vorm van software. Van de software zijn er twee versies: ISA2 en ISA3. In ISA2 is voor het Nieuwe Testament de Textus Receptus gebruikt, voor ISA3 is de Concordant Greek Text (editie 1975) gebruikt die gebaseerd is op codices Sinaiticus, Vaticanus and Alexandrinus. In de toekomst komt ISA3 Pro beschikbaar (niet gratis) die beide versies bevat.

 

Bible SuperSearch

http://www.biblesupersearch.com/

Handig voor het kolomsgewijs vergelijken van een tekstverdeelte in verschillende vertalingen. Beschikbaar zijn onder andere de Textus Receptus, de King James Bible en de Luther Bibel.

 

List of major textual variants in the New Testament

https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_major_textual_variants_in_the_New_Testament

Geeft een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de Textus Receptus en de kritische tekst.

 

Online Bibles

http://bible.hispage.nl/

Ook op deze site kunnen tekstgedeelten kolomsgewijs in verschillende vertalingen vergeleken worden. Beschikbaar zijn onder andere de Statenvertaling, de NGB1951 en de HSV.