Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Zijn Adam en Eva onze eerste voorouders?

 

Redactie een in waarheid

07-10-17

 

In deze tijd is er heel veel te doen rond schepping en evolutie(theorie). Zo schreef hoogleraar dr. G(ijsbert) van den Brink een boek getiteld 'En de aarde bracht voort' waarin hij onder meer afstand doet van Adam en Eva als onze eerste voorouders en vervolgens probeert Genesis 1-3 met de omarmde evolutietheorie te harmoniëren.
Collega gereformeerde-bonder prof. dr. M.J. Paul klom echter ook in de pen en kwam met een dik boek dat vrijwel haaks op dat van eerstgenoemde staat.

 

Ook ds. J.R. Visser droeg een steentje bij aan de intensieve discussies met de publicatie van zijn nieuwe boek 'Genesis 1-11 is geen mythe'. Het werd op 3 oktober jl. gepresenteerd in 's Heerenbroek. Bij die gelegenheid hield ds. H.G. Gunnink een toespraak die we hieronder laten volgen.

 


 

Zijn Adam en Eva onze eerste voorouders?

 

Ds. H.G. Gunnink

 

Ds. Visser, mensen van het Logos-instituut, geachte aanwezigen,

 

De heer Van Meerten heeft mij gevraagd om bij de presentatie van het nieuwe boek van ds. Visser kort iets te zeggen over: Zijn Adam en Eva onze eerste voorouders?

Voor ik daar op inga, eerst dit: ds. Visser is nu ook onder de kerkvaders! Veel van die theologen uit de 2de tot de 5de eeuw schreven óók over Genesis 1-11[1]. Omdat zij in Genesis de fundamentele patronen van de christelijke theologie hebben gezien. Net als de auteur van vandaag![2] Afstand in tijd, verbondenheid in geloof!

 

Dan het antwoord op de vraag. Is het nog nodig dat ík dat doe? Ds. Visser zélf heeft daar hoofdstuk 14[3] van zijn boek aan gewijd: ‘Stammen we wel van Adam en Eva af?’ Negen Bijbelteksten legt hij uit en komt dan tot een duidelijk: JA! Dat JA is gebaseerd op de Schriften.

Het klinkt ook in de gereformeerde belijdenisgeschriften: Heidelbergse Catechismus Zondag 3, V/A 7 – ‘onze eerste voorouders, Adam en Eva’. En Zondag 7, V/A 20, ‘alle mensen in Adam veroordeeld.’ Zie ook NGB artikel 16 en de DL III/IV, 1-3.

 

Maar, als het antwoord op de vraag: ‘zijn Adam en Eva onze eerste voorouders?’ zo zonneklaar, zo glashelder ja is, een ja dat rotsvast staat, hoe kan het dan toch dat zoveel christenen zeggen: ‘we weten nu toch meer dan Mozes?[4].
Of zoiets.

Dat kan te maken hebben met te veel ontzag voor de wetenschap: de wetenschap heeft toch allang aangetoond, dat …’ En dan kan, of mag, God niet meer staan aan het begin van alles. En dat heeft dan weer te maken met je kijk op de Heilige Schrift, het Woord van God.

Maar het is één van tweeën:

óf je aanvaardt - verlicht door de Heilige Geest, en daar zal je vurig om moeten bidden - wat God spreekt in duidelijke taal: Zijn Woord is de norm;

óf je gebruikt Zijn Woord anders en gaat zelf op zoek naar wat jíj al dan niet gezaghebbend en betrouwbaar vindt.

 

In dit verband wil ik u wijzen op Mattheüs 19:4. Daar zegt de Heere Jezus tegen de Farizeeën o.m.: ‘Hebben jullie niet gelézen …?Gelezen kan alleen maar worden wat geschreven staat. En zoals vaker, zie ook Mattheüs 4:4, 7 en 10; 11:10, en bij al de teksten in datzelfde evangelie waar staat ‘opdat vervuld zou worden’ gaat het de Heere, Jezus Christus, om het Woord van GOD, gesproken en geschreven in vroeger eeuwen en voor het volk van God bewaard in het Oude Testament.

 

Gelezen, gehoord wat geschréven staat: het Woord van God, gezaghebbend. Jezus Christus, de Heere, grijpt probleemloos terug op het begin: ‘Hij Die de mens gemaakt heeft, heeft hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt’. Voor Hem is Gods Woord leidend. Dus voor ons moet het ook leidend zijn! En zij die worden als een kind, aanvaarden het en zijn wijs en verstandig.

 

Wie het hebben wil over Adam en Eva, kan zich alleen deze ene vraag stellen: Wat zeggen de Schriften? Om dan antwoord te krijgen in een luisterhouding van onderworpenheid aan dat door God geopenbaarde[5].

Maar wat gebeurt er? Zaken uit de Bijbel worden problematisch gemáákt, er wordt gezegd dat “de Bijbel gewoon een moeilijk boek is”[6].

Wat gebeurt er ook? Woorden krijgen andere betekenissen[7] en het wordt: ‘Hoor, er staat niet wat er staat’.

 

Wie kan over het begin iets zeggen? Niemand kan op grond van onderzoek, en nog minder op grond van menselijk bedenken, iets zeggen over hoe het was vóór de zondvloed en al helemaal niet over hoe het was vóór de mens in opstand kwam tegen de HEERE God.

Wij kunnen alleen weten van dat begin op grond van wat de Heere God Zelf heeft geopenbaard. Wat Hij bekend maakt, ook in Genesis 1-2, over Adam en Eva als onze eerste voorouders, is absoluut betrouwbaar, is de waarheid. Al de eeuwen door.

 

Zijn Adam en Eva onze eerste voorouders? Voor een opvatting die zegt: 'nee', of 'misschien', is ín de Schrift geen enkele grond te vinden.

Argumenten voor 'misschien' of 'nee' komen van búiten het Woord! Alle theorieën over het bestaan van mensen of mensachtigen vóór Adam en Eva komen in en na de tijd van de Verlichting op vanuit NIET-christelijke invloeden. Iemand als La Peyrère[8], met z’n prae-Adamieten, erkende de Schrift níet als het Woord van God.

 

Voetius, Turretinus[9] daartegenover baseren zich op de Schriften, net als à Brakel, Witsius, Matthew Henry, Thomas Boston, Jonathan Edwards en vele anderen, onder wie ook ds. Visser en ik.

 

Met de Schrift als basis[10] blijven we zeggen: Adam en Eva, dat eerste echtpaar, met hun door God Zelf ingestelde huwelijk, zíjn onze eerste voorouders en zijn de eerste voorouders van iedereen.

 

Wie dat betwijfelt en zelfs ontkent, die heeft een groot probleem. Want als de Schrift in Genesis 1-11 niet het Woord van God is, waarop je helemaal aankunt, waarom zou je dan wel vertrouwen op Genesis 12 – Openbaring 22?

Maar wie over de eerste Adam hoort of leest én de waarheid van de Schrift gelooft, die heeft vaste grond onder de voeten om gelovend in de twééde Adam eeuwig leven te hebben!

 

Dankbaarheid voor dit boek van ds. Visser is daarom op z’n plaats. En de wens: moge de HEERE dit boek juist in deze tijd zegenen.

 

Ik dank u.

 

NOTEN

[1] Zie M.J. Paul, Oorspronkelijk. Overwegingen bij schepping en evolutie. Apeldoorn 2017, blz. 61vv.

[2] Voorwoord Gelukkig geen mythe, blz. 3, “Het is goed en nodig om vanuit het geheel van de Schrift als het Woord van God naar Genesis 1-11 te kijken.”

[3] Blz. 109-126.

[4] Vgl. prof. dr. A. de Bruijne n.a.v. het boek ‘Gereformeerde hermeneutiek vandaag’: “We weten nu meer en andere dingen dan Paulus …”, RD, 30.09.17.

[6] Ds. M.H. Oosterhuis, praeses synode GKv Meppel 2017, op de ‘schooldag’ van de TUKampen, zie RD, 23.09.17.

[7] W. Bredenhof, zie www.creationwithoutcompromise.com, 27 september 2017.

[8] William VanDodewaard, ‘The Quest for the Historical Adam’, blz. 89vv. La Peyrère leefde van 1596-1676.

[9] William VanDodewaard, a.w., blz. 145.

[10] Zie S. Greijdanus, Schriftbeginselen ter Schriftverklaring, Kampen 1946, blz. 145:

“Sacra Scriptura autopistos est, de Heilige Schrift heeft den grond harer geloofwaardigheid in zichzelve.

Sacra Scriptura sui ipsius interpres est, de Heilige Schrift is haar eigen tolk of verklaarster.

Sacra Scriptura supremus iudex controversiarum est, de Heilige Schrift is de hoogste rechter over leer- of waarheidsgeschillen.”