Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Vroege kerk en verzoening

 

N. van Dijk

18-11-17

 

Het ND meldde dat initiatiefnemers van het onlineplatform Lazarus.nl tot half juni een aantal avonden door Nederland trokken om te vertellen hoe een progressief christelijk geloof eruit kan zien. Eén van de sprekers was Mattias Rouw. Hij sprak over het thema kruisiging. Rouw had een brief gekregen met de vraag waarom Jezus moest sterven aan het kruis.

 

“Was dat de enige manier om God de Vader tevreden te stellen? Wat is dit idee van verzoening door voldoening? Is dit nu de blijde boodschap?”

 

Het werd een lange briefwisseling op zoek naar antwoorden.

 

“Want de verstikkende modder van het legalistische schuld-toorn-boete-en-verlossingsdenken lag dik op de ‘blijde boodschap’.  Maar onder de modder, in de eerste 1500 jaar van het christendom, lees je nergens dat God voldoening wilde”.

 

Volgens Rouw is het voldoeningsverhaal met de Reformatie ontstaan. “Met als gevolg dat veel christenen nu met een eenzijdig en juridisch verlossingsverhaal opgescheept zijn”. Zonde zou gezien worden als een ziekte, niet als een overtreding. God en Zijn vergeving zijn het medicijn. “Jezus sterft niet om een juridische schuld te voldoen. Hij sterft om de dood te overwinnen.

Ook dr. Gert Jan Roest (voorganger van de CGK-zendingsgemeente Via Nova in Amsterdam) vindt dat de term ‘verzoening door voldoening’ overboord moet. Dit was een formule, in een wereld waarin schuldgevoel en angst voor het vagevuur groot waren. Maar schuld is niet meer de diepste vraag van de moderne mens. Het evangelie gaat over de vernieuwing van de schepping. In een verhaal van schuld en vergeving ervaart men Gods genade niet meer.
 

***


In een artikel in het Reformatorisch Dagblad (13 mei 2017) ‘Vroege Kerk is dichterbij en nuttiger dan gedacht’ bespreekt prof. dr. H.J. Selderhuis enkele uitgaven die gaan over de kerk van de eerste eeuwen. Hij laat daarmee zien dat verkeerde visies op God steeds weer in een ander jasje de kop op steken. Bepaalde publicaties laten zien hoe actueel de thema’s uit de Vroege Kerk zijn. Hij noemt een studie van Brian Arnold, kerkhistoricus aan het Phoenix Seminary in Arizona. Het gaat hierin over de leer van de rechtvaardiging zoals daarover door theologen in de tweede eeuw geschreven en gedacht werd.

 

“Er zijn nog al wat geleerden die van opvatting waren - en zijn - dat zo’n honderd jaar na Paulus de meeste christelijke theologen al van zijn rechtvaardigingsleer waren afgestapt.

Arnold komt in zijn studie tot een heel andere conclusie. Men bleef ook toen nog gewoon bij de boodschap van de rechtvaardiging uit genade en door geloof. Dit boek is daarmee een heel belangrijke bijdrage aan de geschiedenis van kerk en theologie omdat het met een frisse kijk op de teksten aantoont hoe de Bijbelse lijn ook in de Vroege Kerk werd voortgezet. En Arnolds boodschap is duidelijk: de kerk kan en moet dit vandaag nog steeds doen”.
 

***


In zijn boek ‘Katholiek vandaag’, een gereformeerd gesprek over katholiciteit, geeft dr. W. van Vlastuin (HHK) een doordenking van de vragen over katholiciteit. In zijn studie behandelt hij eerst enkele theologen uit de Vroege Kerk.

In hoofdstuk 3 gaat het over Cyrillus (ca. 315-386). Cyrillus hield halverwege de vierde eeuw enkele lezingen die bestemd waren voor mensen die zich voorbereidden op het sacrament van de doop, en ook enkele die bestemd waren voor hen die al gedoopt waren. De lezingen zetten in met zonde en vergeving, dan kwam de doop aan de orde en daarna aard en inhoud van het geloof. Van Vlastuin noemt enkele opvallende trekken.

In het woord vooraf merken we bij Cyrillus de hoge waardering van de kerk en de doop.

 

“Hij typeert de doop als losprijs voor een schuldige, vergeving van misdaden, de dood voor de oude natuur, een nieuwe geboorte van de ziel, een heilig en onuitwisbaar zegel, een wagen naar de hemel, de vreugde van het paradijs. In het vervolg is hij echter ook kritisch. Men bereidt zich voor op de doop, maar ook Simon de tovenaar werd gedoopt. Hij verwijst in dit verband ook naar de gelijkenis van de man die geen bruiloftskleed aan had. Dit betekent dat men lichamelijk gedoopt kan zijn, zonder dat de ziel werkelijk gewassen is. Hieruit blijkt dat het probleem van de zonde en het geloof in de vergeving van de zonden in de vroegste geloofsuitingen van het christendom voorkomen. Zij zijn dus geen uitvinding van de Reformatie. Ook het vroege christendom hanteert het aspect van de vergeving om de centrale boodschap van het Woord van God te benoemen en als regel om het Woord uit te leggen (blz. 46)”.

 

In een voetnoot onder aan dezelfde pagina schrijft Van Vlastuin dat in de Vroege Kerk veel is terug te vinden over de rechtvaardigingsleer.

 

“Illustratief is Lane, John Calvin. In Machetes’ Brief aan Diognetus, wordt gesproken over rechtvaardiging van ‘wettelozen en goddelozen’, een ‘heerlijke ruil’, en de verberging van zonden van velen in de ene rechtvaardige, terwijl de gerechtigheid van Eén vele zondaren rechtvaardigde. Ireneaus onderkent aan de hand van Psalm 32 dat de zonden niet worden toegerekend en de rechtvaardigheid wel wordt toegerekend. Justinus de Martelaar sprak over ‘voor rechtvaardig houden’. Chrysostomus spreekt over ‘koninklijk pardon’, over rechtvaardiging van het ene op het andere moment, en hij plaatst de zaligheid uit de genade tegenover de zaligheid uit de werken”.