Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

De Psalmen

 

N. van Dijk

16-06-12

 

De laatste jaren worden in de GKv steeds minder psalmen gezongen. Steeds meer worden evangelische liedbundels, zoals ‘Opwekking’ gebruikt. Ook al was afgesproken dat de psalmen niet uit het beeld zouden raken, het begint er steeds meer op te lijken dat men zich niet aan deze afspraak houdt.
In het Nederlands Dagblad en in diverse kerkbladen is een discussie ontstaan over het al of niet zingen van de zgn. ‘wraakpsalmen’. Ds. J.H. Kuiper wijdt er een artikel aan in de Gereformeerde Kerkbode van Groningen-Fryslân-Drenthe.
In de discussie komt naar voren dat er soms gruwelijke dingen in de psalmen staan, waarvan men zich afvraagt of die in onze tijd nog wel gezongen kunnen worden. Ds. Kuiper beaamt dat er een grote culturele afstand is tussen de ontstaanstijd van de Psalmen en de westerse wereld van vandaag. Toch is het zo dat het merendeel van de wereldbevolking bezig is met overleven. In onze westerse samenleving gaat het meer om ‘beleven’ dan om ‘overleven’. In het westen proberen we ons leven te vullen met leuke dingen, en daar horen de wraakpsalmen niet bij.

Toch zegt  de Bijbel op een aantal plaatsen in het Nieuwe Testament dat er van het Oude niets vervallen is. Jezus zegt het in de Bergrede, en Paulus zegt in 2 Tim. 3: 16:

 

Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen en om op te voeden tot een deugdzaam leven.

 

In Rom. 15: 4 staat:

 

Alles wat vroeger is geschreven, is geschreven om ons te onderwijzen, opdat wij door te volharden en door troost te putten uit de Schriften zouden blijven hopen.

Ds. Kuiper is van mening dat ook de wraakpsalmen een boodschap hebben voor vandaag. Ook het Nieuwe Testament spreekt over de wraak van God. Hij geeft een aantal kritische vragen mee aan de ‘weigerzanger’ of ‘weigerorganist’:

 

"Ga je stiekem toch niet selecteren uit de Bijbel? Terwijl die zelf aangeeft dat dit niet kan. Het is echt alles of niets. Een andere vraag: hoe zit het met je ideeën over God? Enerzijds: God is groter dan onze gedachten over Hem. Niemand kan Hem peilen. Alleen al Zijn liefde voor ons en Zijn barmhartigheid noemen we: grondeloos.

Anderzijds: dat betekent dat we het met onze ideeën over Hem moeten doen. Zolang we maar blijven beseffen dat Hij groter en anders is dan onze beelden over Hem. Dat betekent dat ik als gelovige voortdurend bezig ben om mijn ideeën over God aan te passen aan wat Hij over Zichzelf vertelt in de Bijbel. God blijft dezelfde, zie Jacobus 1: 16: ‘bij Hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen’. Hoe kun je dan zelfs maar de indruk wekken de openbaring over God uit het Oude Testament uit te spelen tegenover die uit het Nieuwe? Verandert God?".

 

Ook in het Gereformeerd Kerkblad ‘de Bazuin’ (DGK) is door B. de Roos een artikel geschreven n.a.v. de discussies over de psalmen. Het artikel heeft als titel ‘Lofzang op het wereldnieuws’.
De Roos gaat in op de gedachte die in het Nederlands Dagblad geuit werd, dat psalm 119 eigenlijk ouderwets zou zijn. De wet zou geen gezag meer hebben over ons (ND van 3 mei).
De Roos schrijft dat in psalm 119 het brandpunt ligt in Gods wet en wijst op het gebruik van het woord ‘getuigenissen’. Dit woord komt veel voor in deze psalm. De schrijver vindt het opmerkelijk dat in de NBV dit woord is vervangen door ‘richtlijnen’, wat aangeeft dat er sprake is van meer vrijblijvendheid. Hij pleit ervoor om het in De Gereformeerde Kerken maar bij het begrip ‘getuigenissen’ te houden:

 

"Want dan spreken we zonder omwegen over Zijn wetten. En over de Here die Zijn volk altijd gunstig gezind is. En over de Here die een eeuwig verbond met Zijn volk heeft. Daar was Hij Zelf de initiatiefnemer van. Overigens zijn in de Herziene Statenvertaling ‘de getuigenissen’ weer helemaal terug. Gelukkig maar!

Het lijkt erop dat sommige mensen Psalm 119 beschouwen als de weergave van een achterhaalde groepsmoraal. Aldus beschouwd is dit lied een samenvatting van regels en gewoonten die vroeger golden. Wie de betekenis van Psalm 119 op die manier beperkt, heeft Gods blijde Boodschap niet goed begrepen. Gods wet is geen particulier eigendom. Gods wet is geen tijdgebonden verhaal dat je zorgvuldig kunt opbergen in een vitrine van een letterkundig museum. Welnee. Psalm 119 is een ode aan de grondwet van Gods Koninkrijk. Het is God Zelf die dat Koninkrijk opricht. In Openbaring 21 zien we waar het op uitloopt: ‘Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn’.
Vanaf Zijn troon zegt de liefhebbende Heerser van hemel en aarde: ‘Zie, ik maak alle dingen nieuw’. Psalm 119 is geen lofzang op een oude gewoonte. Psalm 119 herinnert ons eraan: Gods Koninkrijk wordt wéreldnieuws!".