Ethiek

Kerkverband

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Kerken in Canada - Reacties 2

 

D.J. Bolt

28-05-16

 

In dit onderdeel van Kerken in Canada willen we reacties op de synode van Dunnville doorgeven van anderen. We hopen deze aflevering regelmatig te updaten met berichten vanuit de kerkelijke wereld, wereldwijd. Steeds staat het meest verse bericht bovenaan.

 

Vertalingen: R. Sollie-Sleijster, tenzij anders vermeld.

 


 

24 mei 2016

 

Dr. Wes Bredenhof, Launceston, Tasmania

 

Synode Dunnville 2016 (7)

 

Highlights

 

Vandaag wat highlights van de zevende dag, woensdag 18 mei 2016, van de CanRC Synode

 

Synode waarnemers waren vooral benieuwd naar wat over de Gereformeerde Kerken in Nederland (vrijgemaakt) (GKv) zou worden besloten. Er werd veel besproken en overwogen en ik zal m'n best doen het eindresultaat in een makkelijk verteerbare vorm samen te vatten. Als u alle details wilt weten, zie artikel 104 (van de voorlopige Acta).

De Canadezen hebben en hadden een aantal zorgpunten, zoals het onderwijs aan de Theologische Universiteit in Kampen (TUK), de vrouw in het ambt en de betrekkingen met de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK). De Synode overwoog (3.2) “met verdriet en een bezwaard hart” dat er op de zorgpunten geen blijk van terugkeer tot het volle gezag van de Schrift is en dat in feite de “koers van deformatie” verder is voortgezet.

 

Maar de Synode 2016 besloot niet helemaal de route te volgen die de commissie had voorgesteld. Terwijl de zusterkerkrelatie met de GKv wordt voortgezet, zijn de regels 4 en 5 geschorst. Deze regels hebben te maken met het aanvaarden van attestaties en de toegang tot de kansel voor predikanten. Deze dingen zijn niet langer vanzelfsprekend.

Als we naar de toekomst kijken, is de voortzetting van de zusterkerkrelatie iets wat door de volgende CanRC van 2019 moet worden besloten en wat niet aan de GKv synode 2017 zal worden overgelaten afhankelijk van hun al dan niet berouw hebben.

Deze benadering is vergelijkbaar met die van de Free Reformed Churches hier in Australië.

 

Tenslotte moet opgemerkt worden dat Synode Dunnville met dankbaarheid erkende dat er nog steeds trouwe gelovigen in de GKv zijn. Er zijn broeders en zusters die nog steeds proberen het schip in de goede koers te trekken. Toch kan helaas niet worden ontkend dat er toenemende blijken van “het tolereren van afwijkingen van Schrift en de confessies” zijn. We zullen nogmaals drie jaar moeten wachten om te zien of de CanRCs de uiteindelijke stap zullen nemen de zusterkerkrelatie met de GKv te verbreken. Voor die tijd, in 2018, komt aan deze kant van de wereld de volgende FRCA Synode samen. Als we zien dat de Canadese insteek min of meer de Australische volgt, zou dat het bepalende moment, het uur van de waarheid, kunnen zijn.

 

Artikel 111 gaat over de besluiten van de Commissie voor Bijbelvertaling. Waarom het draait is: de ESV blijft aanbevolen voor gebruik in de CanRCs. Maar de Synode 2016 gaf ook aan dat een generale synode de kerken het gebruik van NIV2011, mocht die gewenst zijn, niet mag verbieden, zelfs als het niet mogelijk is die vertaling aan te bevelen. Zoals ik het zie opent de redenering die hier is toegepast, de mogelijkheid voor plaatselijke kerken om willekeurig welke vertaling zij ook maar wensen te gebruiken.

 

In artikel 222 wordt de vraag besproken hoe nieuwe gezangen ingebracht moeten worden en wordt daarover besloten. GS 2013 zei dat kerken “de kerkelijke weg” moesten gaan en nieuwe gezangen via de classis en regionale synode voorstellen. GS 2016 zegt, “Nee, u kunt uw voorstellen rechtstreeks aan het Standing Committee for the Book of Praise inzenden. Zij kunnen die voorstellen evalueren en naar voren brengen wat zij de overweging waard vinden.” Nog een koersverandering.

 

Een vraag over theologische studenten kwam op en wel: moeten zij met hun “thuiskerk” verbonden blijven? Moeten zij door hun “thuisclassis” worden geëxamineerd, liever dan alle examens (preparatoir/peremptoir) af te leggen in één classisregio? Een voorstel kwam van de Regionale Synode West 2015 om de manier waarop dit nu wordt gedaan te veranderen. Synode Dunnville (artikel 112) heeft besloten de status quo te handhaven. Een student komt naar Hamilton, wordt lid van een van de plaatselijke kerken en wordt vervolgens geëxamineerd in die classisregio – wat in de meeste gevallen Classis Ontario West zal zijn.
 


 

23 mei 2016

 

Dr. Wes Bredenhof, Launceston, Tasmania

 

Synode Dunnville 2016 (6)


Highlights

 

Hier wat highlights van de zesde dag, dinsdag 17 mei 2016, van de CanRC Synode.

 

Artikel 86 van de voorlopige Acta noemt het appel van de kerk van Ancaster betreffende Dr. Jitse van der Meer. De bespreking daarover (theïstische evolutie) werd dinsdag in gesloten zitting gevoerd. We gaan daarom door naar dag 7 en artikel 103. Daar lezen we dat het besluit hierover alleen in de vertrouwelijke Acta zal verschijnen. En wat is er met het appel van Providence gebeurd? Het verschijnt nergens in de voorlopige Acta. Ik verwacht dat het in de definitieve, publieke versie van de Acta zal verschijnen. We zullen zien.

 

Voor velen was de zaak van het vrouwenstemrecht op deze synode zeker interessant. Dit onderwerp heeft in de Canadese Gereformeerde Kerken een lange geschiedenis. Het heeft lang geduurd voor de Synode 2010 de plaatselijke kerken vrijheid liet of zij vrouwelijke belijdende leden wel of niet wilden toestaan deel te nemen aan de verkiezingen van ambtsdragers. Talrijke kerken dienden bij de Synode 2013 een beroep in tegen dat besluit en het werd vervolgens weer teruggedraaid. Maar tegen die tijd was de beer los. Kerken die sinds het besluit van 2010 vrouwen mee lieten stemmen, gingen hier mee door in de overtuiging dat dit nieuwe besluit niet naar Schrift, Belijdenis en Kerkorde was. Meer appelschriften kwamen binnen op de Synode 2016. Vervolgens heeft deze meest recente Synode besloten dat de Synode 2013 zich vergist heeft in het terugnemen van het besluit van de Synode 2010 in deze kwestie. Kunt u het nog volgen? Ik zal het eenvoudig zeggen: de Canadese Gereformeerde Kerken zijn terug bij waar zij na de Synode 2010 stonden. Of vrouwelijke belijdende leden al dan niet stemmen is een zaak van de plaatselijke kerken om over te beslissen. Mijn standpunt hierover is niet veranderd. Ik blijf ervan overtuigd dat er geen gezonde Bijbelse, confessionele of kerkordelijke argumenten die tegen het toestaan van meestemmen voor ambtsdragers door vrouwelijke belijdende leden zijn. Ik begrijp dat een paar plaatselijke kerken hier anders over denken en daarom vind ik dat de insteek van de Synode 2010 (nu gestaafd door GS 2016) de beste benadering is – inderdaad, het is de enige benadering die gerechtvaardigd kan worden. Ik zou er bij de lezers dan ook op willen aandringen zorgvuldig te kijken naar de argumenten die door GS 2016 in de Acta zijn genoemd. Hierom stel ik de mogelijkheid open commentaar in te sturen op mijn blog. Als u tegenargumenten of ander commentaar in wilt brengen, geef ik u de gelegenheid. Maar u moet er niet van uitgaan dat ik erop in zal gaan.

 

Artikel 90 van de voorlopige Acta handelt over een ander onderwerp dat met de rol van de vrouw in het kerkelijk leven heeft te maken, maar dit keer in de Reformed Presbyterian Church in North America (RPCNA). De Commissie voor Contact met Kerken in Noord Amerika (CCCNA) heeft geadviseerd dat de CanRC's een zusterkerkrelatie aan de RPCNA zou aanbieden. Dit ondanks het feit dat de RPCNA de vrouw toestaat als diaken te worden bevestigd. De CCCNA wees erop dat de RPCNA ervan uitgaat dat de diaken geen “leidinggevend ambt” heeft. Tegenover de redenering van de CCCNA besloot de Synode Dunnville dat het standpunt van de RPCNA in deze zaak metterdaad een belangrijk obstakel vormde voor een zusterkerkrelatie. Per slot van rekening zegt Artikel 30 van de NGB dat getrouwe mannen diakenen moeten zijn. Bovendien zeiden zij (Overweging 3.2.3) dat het ambt van diaken wel “het oefenen van gezag in de kerk met zich meebrengt”. Het lijkt het einde van de weg te zijn om te komen tot een mogelijkheid van formele betrekkingen met de RPCNA, hoewel informele contacten via kanalen als de North American Presbyterian and Reformed Council (NAPARC) wel zullen doorgaan.

 


 

16 mei 2016

 

Dr. Wes Bredenhof, Launceston, Tasmania


Synode Dunnville 2016 (2)

 

De synode Dunnville vergadert vandaag in Canada. We hebben de publicatie van een paar sets van de Voorlopige Acta gezien. Helaas is het niet helemaal duidelijk waar deze Acta gepubliceerd worden, of dat op de website van de synode – the Synod website - of op de site van het kerkverband – the federation website – plaats vindt. Ik heb wel enig idee van wat tot nu toe is gebeurd en kan daarom een paar 'highlights' doorgeven:

  • Tot nu toe gingen de meeste plenaire zittingen over oecumenische relaties. Het meeste hiervan is standaardwerk. In de meeste gevallen wordt de status quo van deze betrekkingen voortgezet. Er zijn een paar voorbeelden waar buitenlandse kerken (bijvoorbeeld de Free Church Continuing, Kosin Presbyterian Church of Korea) gemeenten in Noord Amerika hebben en de Canadese Gereformeerde kerken (CRC) worden aangemoedigd hechtere relaties met deze kerken te onderhouden.
     
  • Toespraken van afgevaardigden van zusterkerken (en contactkerken) zijn ook gehouden, samen met de beantwoording ervan. De meeste hiervan zijn nog nergens gepubliceerd. De voornaamste uitzondering is de toespraak van ds. J.M. Batteau voor de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKv) en de beantwoording door ds. Karlo Janssen. Merkwaardig dat deze toespraken (nog) niet op de site van de Synode of die van het kerkverband zijn verschenen, maar wel op de Nederlandse website Eeninwaarheid (in het Engels) zijn gepubliceerd. Deze toespraken zijn heel interessant.

    Ds. Batteau houdt vol dat de uitgezette koers die de Canadese commissie heeft aanbevolen, voortijdig (”premature”) is. In zijn antwoord wijst ds. Janssen op de voortdurende zorgen die de Canadese kerken al zo lang hebben geuit en op het gebrek aan enige actie in positieve richting tot nu toe. Het meest interessante van alles in beide toespraken is het noemen van de International Conference of Reformed Churches (ICRC). Beiden noemen dat de huidige richting van de GKv kan leiden tot hun uitzetting van de ICRC. Janssen vergelijkt het in feite met de uitzetting van de Christian Reformed Church van Noord Amerika uit de North American Presbyterian and Reformed Council. Dit is de eerste keer dat iemand publiek heeft benoemd dat de status van de GKv binnen de ICRC door hun huidige handelwijze wordt bedreigd.
     
  • Zoals ik eerder al heb genoemd, staat theïstische evolutie op de agenda van deze Synode. Het is daar via twee appels terecht gekomen. Eén is van de kerk van Ancaster en betreft het besluit van de Regionale Synode Oost ter ondersteuning van het appel van dr. J. Van der Meer. Het andere is van de Providence CanRC in Hamilton en betreft het voorstel om artikel 14 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis aan te passen om zo des te beter de uitdagingen waar we voor staan met het oog op onze oorsprong aan te gaan. Geen van die zaken is vertrouwelijk.
    Het besluit van de Regionale Synode Oost werd oorspronkelijk in besloten zitting genomen, maar werd publiek gemaakt door dr. Van der Meer en zijn collega's van de Reformed Academic website. Het besluit over het NGB artikel 14 voorstel werd in een publieke zitting van de laatste Regionale Synode Oost besproken en het besluit werd in een persverklaring en in de Acta gepubliceerd. Daarom wekt het veel verbazing in de voorlopige Acta van de Synode Dunnville te lezen dat deze appels tot nu toe in besloten zitting zijn besproken. Dit is ook opgemerkt door de Nederlandse website WerkenaanEenheid [niet een in waarheid, zoals abusivelijk door de synode werd gedacht, DJB]. Met hen hoop ik dat de uiteindelijke besluiten over deze zaken publiek worden behandeld. Dit zijn publieke zaken die het hele kerkverband aangaan en daarom moeten de besluiten in openbare zitting worden genomen. Ook voor de zusterkerken moeten de Canadese Gereformeerde Kerken niet alleen het goede doen, maar ook gezien worden het goede te doen. Transparantie is de sleutel wanneer de onderwerpen van zo'n enorm belang zijn.

(Deze zaak toch in een besloten vergadering behandeld, DJB.)