Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Kerken in Canada 7

 

D.J. Bolt

11-06-16

 

In de vorige aflevering in deze serie hebben we de besluiten weergegeven die de synode Dunnville 2016 van de Canadian Reformed Churches (CanRC) heeft genomen over hun relatie met de kleine afgescheiden kerken in Nederland. We willen daar nu nog graag enkele opmerkingen over maken.

 

Blij


We zijn blij met deze besluiten. Hoewel er geen zusterkerkrelatie (nog) bestaat tussen deze kerkverbanden willen de Canadese gereformeerden toch contact blijven onderhouden. En dat is een goede zaak. Laat men ook maar kennisnemen van wat er hier in Nederland gebeurt, net als wij veel belangstellen in hoe het kerkelijke leven 'aan de overkant van de grote vijver' reilt en zeilt.

En daarbij is het prima wat ons betreft, dat er contact wordt onderhouden met beide kleine kerkverbanden. Ga maar in de keuken van deze kerken kijken. We hopen dat de betrokkenheid van de Canadese broederschap de eenheid in Nederland zal stimuleren. En misschien is het zelfs denkbaar dat zij daar een (in)formele actieve rol in spelen. Wellicht kan hun ervaring in het omgaan met vele gereformeerde/presbyteriaanse kerken en de verschillen er tussen op het Noord-Amerikaanse continent, ons helpen op de goede wijze ónze weg te vinden.
 

We herkennen veel in de strijd die de Canadese kerken voeren m.b.t. hun relatie met de vrijgemaakte kerken in Nederland. Zie de lijst met bezwaren en moeiten maar die zij aanvoeren, ze zijn bijna één op éen gerelateerd aan die van onze eigen kerken. En ook, we hopen daar later nog wat meer over te kunnen zeggen, over de (goede) strijd in hun eigen kerkgemeenschap om gereformeerd te blijven. Daarom, alle reden om, zo mogelijk intensief, contact met elkaar te houden. En als het van Boven gegeven zou mogen worden, elkaar te vinden in een hartelijke zusterkerkrelatie die veel vruchten kan opleveren.
Maar zover is het nog niet want er liggen wel obstakels.  

 

Brief

 

Net als voor veel Nederlandse verontrusten, vinden ook veel Canadese broeders en zusters het moeilijk om te gaan met de verdeeldheid tussen de afgescheiden kerken DGK en GKN. Wat is er toch aan de hand?, vraagt men zich veelal verbaasd af. Hoe kan het dat de gesprekken tussen de kerken nu alweer gestopt zijn en misschien voor jaren geen voortgang meer zullen kennen?

 

De Gereformeerde Kerken Nederland (GKN) stuurden een brief met informatie naar de synode Dunnville. Hoewel de brief aankwam na sluitingstermijn voor ingezonden stukken was de synode zo welwillend deze toch als ingekomen stuk te aanvaarden.

En tot onze verrassing werd hij ook niet onontvankelijk verklaard, zoals te doen gebruikelijk met brieven van kerken en instanties waarmee geen kerkelijke relatie bestaat[1]. De inhoud van de brief en zijn bijlagen zijn zelfs in extenso in de synode Acta publiek gemaakt! Het bewijst in elk geval dat de Canadese kerken echt belangstelling voor de Nederlandse kerken hebben.

 

Wat stuurde de GKN?
De brief brengt hartelijke groeten over en wenst de synode Gods zegen voor het synodewerk. Daarnaast zijn er twee appendices: een verslag van de Landelijke Vergadering/Synode van 12 maart jl. waarin o.a. het gesprek met De Gereformeerde Kerken (DGK, hersteld) werd geëvalueerd en besloten werd het gesprek niet voort te zetten, alsmede de brief aan DGK die dit meldt en de redenen er voor geeft.

Dat is jammer. Níet dat GKN deze informatie verschaft. Dat is wat ons betreft prima. Maar wel dat er iets mist, namelijk het antwoord van de deputaten kerkelijke eenheid van DGK. Deze deputaten hebben immers in een broederlijke brief aan GKN aangegeven dat de GKN-argumenten voor het stopzetten van de gesprekken op misverstanden berusten. Reden waarom ook verschillende (vooraanstaande) broeders in de GKN graag de gesprekken weer zouden willen voortzetten.
Natuurlijk, formeel hoeft GKN geen brief van DGK als informatie door te geven. Maar met de eenzijdige informatie die nu aan de broeders en zusters in de CanRC is verschaft worden wel misverstanden geëxporteerd. En we weten daarvan dat ze vaak een taai leven gaan leiden.

Om een en ander in balans te brengen geven we hier (nog eens) de brief van DGK aan GKN. En bieden ook een Engelse vertaling ervan zodat er breed kennis van kan worden genomen, zie appendix 1 (Engels), appendix 2 (Nederlands). Want het is nodig dat er een eerlijk en compleet beeld wordt geschapen zodat men in Canada en ook elders weet hoe vorken in stelen steken.

Relatie

Hoe keek de synode tegen onze kerken, DGK en GKN, aan? In de minder dan 20 minuten durende bespreking kwam dat nauwelijks, en zeker niet diepgaand, aan de orde. Maar iets eruit willen we wel doorgeven omdat het ons het een en ander kan leren. We citeren daartoe een van de deelnemers aan de discussie over het voorstel voor de relatie met DGK. De naam van broeder doet nu niet terzake[2], het gaat om de inhoud van wat hij zei. 
 

'Ik moet bekennen dat ik bijna niets over de situatie in Nederland weet. Maar het weinige dat ik weet suggereert dat er een tamelijk significant verschil is tussen het rapport dat nu voorligt [over DGK, djb] en het GKN-rapport. Van het weinige dat ik weet is dat er een significant verschil is tussen de twee kerken. Maar vanuit het rapport krijg je het gevoel dat zij vrijwel hetzelfde zijn. Punt 2.2.2 [van het voorliggende voorstel, zie ook Artikel 117, djb] laat ons weten dat de subcommissie [Submittee Reformed Churches in the Netherlands, djb] de gelegenheid had deputaten DGK te ontmoeten. Maar in het rapport van de subcommissie wordt vermeld dat het een moeilijk gesprek is geweest. Terwijl we het gevoel krijgen dat de commissie een veel broederlijker interactie had met de GKNvv. Zo iets.
Dus het is belangrijk om hoe dan ook iets te communiceren over het inherente verschil.
En ik heb een persoonlijke relatie met de Liberated Reformed Church in Abbotsford. Dat kleurt mijn zicht op de DGK. En dat niet in een positieve richting.'    


Het lijkt ons belangrijk om hier goede notie van te nemen. Weliswaar is het een wat persoonlijk getinte en wellicht ook gekleurde ontboezeming van de broeder (zoals hij ook zelf aangeeft) maar daarmee moeten we maar niet proberen weg te komen. Want het is niet de enige keer dat dit geluid werd waargenomen. De vraag hoe-wij-overkomen en ons gedragen is voor de kerken, en misschien mogen we zeggen voor DGK in het bijzonder, van groot belang. De afgelopen dagen hebben we uren besteed om nog eens de literatuur door te worstelen(!) die wederzijds is geproduceerd bij al de scheuringen die er zijn geweest de afgelopen jaren in DGK/GKN. En daar word je niet blij van.

Het blijft voor ons gereformeerden kennelijk een moeilijke zaak om bij verschil van inzicht en overtuiging toch vriendelijk te blijven en zelfbeheersing te tonen. Om in liefde en geduld met elkaar om te gaan. Soms zijn 'milde handen en vriendelijke ogen' ver te zoeken en verdwijnt 'elkaar vinden en aanvaarden' achter verre horizonten. Moeten wij ons op dit punt wellicht meer oefenen in godsvrucht?

Dat wil niet zeggen dat we dus alles maar met 'de mantel der liefde' moeten bedekken. Een ssst-sfeer moeten creëren om ons daar achter te verschuilen. Nee, zeg het elkaar maar waar belangrijke moeiten zitten en ga het gesprek niet uit de weg. Ook al gaat het over veel narigheid. En wees daarbij eerlijk want niets is zo verwoestend in verhoudingen als geheime agenda's, verborgen motieven en bevooroordeeldheid.

We hopen dat als de broeders van het Subcommittee weer naar Nederland komen en hier gesprekken voeren, er op punten een ander verslag zal kunnen worden geschreven.
 

Abbotsford


Eén van de obstakels die steeds weer opduikt, is 'Abbotsford', de naam van de West-Canadese stad in British Columbia (ruim 7600 km van hier). In Abbotsford heeft een aantal broeders en zusters zich in 2007 afgescheiden van de CanRC. Met deze kleine gemeente (20 à 30 zielen), genaamd Liberated Reformed Church of Abbotsford (LRCA) heeft DGK sinds 2010 een zusterkerkrelatie (besluit synode Emmen).   

Op de tafel van Dunnville lag een brief van de LRCA met een appel tegen handelingen van de CanRC synode van Carmen-West 2013. Natuurlijk werd dit appel onontvankelijk verklaard: deze gemeente heeft immers de banden met de CanRC verbroken en een andere kerkrelatie aangegaan.

Maar er lag nóg een brief uit Abbotsford, maar nu van de CanRC-kerk in die plaats. Deze kerk had namelijk het verzoek ontvangen van DGK (Acta Groningen I.05) om een gesprek. Want er is een wezenlijk probleem bij het ontstaan van de zusterkerkrelatie tussen LRCA en DGK. De DGK is deze aangegaan op basis van informatie van LRCA alléén, zónder wederhoor toe te passen bij de Canadian Reformed Churches zelf. En dat kan natuurlijk niet. Met dit verzoek probeert DGK alsnog deze omissie goed te maken[3]. Misschien leidt dat tot een ander inzicht van wat daar precies is gebeurd.

Wat gaat Abbotsford/CanRC met het verzoek van DGK doen? Niets. Want deze kerk schreef de synode van Dunnville dat het 'probleem Abbotsford' niet specifiek hún probleem is maar een probleem van het Canadese kerkverband als geheel. Daartegen richten zich immers de pijlen van de LRCA?
De synode vond dat ook. Daarom ligt deze zaak, op het bordje van de inmiddels bekende Subcommittee (SRN). De synode besloot eerder al (art. 117)

 

'Contact met de Gereformeerde Kerken (DGK) te onderhouden en door te gaan met het volgen van de ontwikkelingen binnen dit verband, waarbij bijzondere aandacht aan de relatie tussen de DGK en de Liberated Reformed Church te Abbotsford (LRCA) zal worden gegeven.'
 

We gaan nu hier niet verder in op 'Abbotsford'. Naar ons gevoelen is het een absurde situatie dat door een kerkelijke relatie met één (piep)kleine gemeente in Canada er geen kerkelijke relatie meer mogelijk is met heel de gereformeerde wereld, niet alleen in Canada/Noord-Amerika maar ook niet met Australië en Zuid-Afrika. En ga maar door. Want deze kerkgemeenschappen hebben duidelijk aangegeven dat 'Abbotsford' ook voor hen een obstakel is voor nauwere kerkelijke betrekkingen. Er moet dus wel héél wat aan de hand zijn wil dit verantwoord zijn.


We hebben ons voorgenomen om ons nader te verdiepen in de ontstaansgeschiedenis van de LRCA. En proberen hun argumenten voor de scheuring in 2007 te wegen. En of hier niet het een en ander zou moeten worden heroverwogen. 


Wordt vervolgd
 

Appendix 1 


The letter below is from deputies DGK. It was sent to GKN with the request to reconsider their decision to terminate the conversation between both federations.

 

Letter DGK to GKN
 


Deputies ACOBB of De Gereformeerde Kerken in Nederland,

p/a B. Lourens,

Henri Dunantstraat 81,

7721HR Dalfsen

b.lourens01@gmail.com

 

To the General Synod of de Gereformeerde Kerken Nederland,

p/a J.F. De Leeuw,

Prinsesselaan 11

3851XM Ermelo

 

Dalfsen, 22 maart 2016

 

Dear brothers,

 

By means of this letter we, the deputies ACOBB, wish to respond to your letter to the next synod of DGK, which hopes to convene in spring 2018 DV. You do not address us, the deputies. From this we might conclude that we need not  respond to your letter. But in view of our discussion of 28th January last, we think that  in your letter you do not fully appreciate our intentions and the meaning of what is stated in the acts of synod  in conclusion 2, that you object to. Perhaps there has been a misunderstanding. Therefore we would like to bring the following to your attention.

 

In our discussion your delegates professed to be surprised at the invitation from synod Groningen 2014 for a discussion. It was to be an initial  exploratory discussion.

Your surprise was a result of what you had read in the Acts, in which heresy, schismatic churches and break-away churches are mentioned.

In a  reaction to this we said ( we quote):

 

We also know that we have a lot to discuss now. It has been explicitly stated that we have to discuss this together with the brothers of the GKN.It is a good idea to have several brothers meet and prepare an agenda. For for both you and DGK there are difficulties that have to be discussed one way or the other.But that does not detract from the fact that during an ecclesiastical meeting the following decision was taken unanimously: we see a bond of churches that wishes to stand on the same foundation. We share the same background  and deep motive. We will have to seek unity. That is Christ’s commandment.

There is a lot to be  discussed. We sincerely hope that there will be the same movement from both sides. It is inconceivable that bonds of churches that are so close should not want to unite.”

Concerning the difficulties that you perceive you have stated  “that it would be better to assess each other as to where we stand now, and not to begin by speaking about ruptures and schisms”.

We have stressed that too (quote):

 

You should find each other on that base.In the formulation of the decision of synod you see how DGK perceives the events up to this moment.You have a certain perception of the events, and you say that what has happened is not permissible. DGK shares that view. That is how we see what has happened, and we hope, the synod hopes, that from discussions it may become clear that we can go forward together on this point. That we share the same foundation and the same confession, and that we cannot remain divided”.

 

In the further discussion you declared:

 

in the acts we do not read questions, but judgements. Commission V has prepared it and reported. The question is put to DGK: “Are you truly willing to unite with GKN and are you prepared to selfreflect”. We do not read the answer in the acts.The question is asked whether something has changed in the GKN, and not whether something has changed in DGK, now DGK has sent an invitation. No questions are asked, and neither have you mentioned in the invitation  which questions there are. In the acts many things are mentioned that have to be discussed, among others the said heresy of prof. Douma and the view of Kohlbrugge, but there are no questions.

If you have already reached such judgements, what are your real intentions?

 

Our answer to this was:

 

“The answer to your questions can be found in the decision. The decision to try to unite with GKN.

How does such a matter come up? Much has been discussed at synod and we have seriously reflected whether we had the intention. And the same questions that you state now were also asked. That discussion resulted in this decision.

 

We would like to explicate this. In the Acts of Synod Groningen 2014 of DGK subjects are mentioned that will be brought up by us in a discussion that will be prepared by a joint agenda committee.

The items on the agenda are therefore items for discussion and not judgements or conditions for a discussion  set bij DGK. But in your letter you state:  “The items of the agenda that you suggest mainly show an iniention to bind above the Scriptures to your interpretation of the Church Order, your conduct in the past and your ecclesiastical traditions to date.” We absolutely fail to recognize your accusations. Do you not agree with us that it is inevitable that  we ask each other for further information concerning a number of matters that are important for both you and us?  After all, we do this so that we may conclude that we both have the same foundation. And if we speak of the  foundation, then mustn’t we also speak of the application in practice? Both from your side and ours? Our synod has mentioned a number of items for the agenda. Of course, in a joint discussion we can determine if they are relevant.

 

For that matter, we absolutely do not hold the view that all the items of the agenda must be examined “exhaustively”.  That was never mentioned in our discussion. And the quoted sentence cannot be found in the minutes of that meeting.

One of our deputies actually wanted to stress the intention of DGK with those words. Namely that the GKN committee should  see the decisions of DGK synod  as a result of the report of deputies to synod. The GKN committee could  discern that we have the intention that we very much want to enter into a discussion with them.And that we are prepared to answer questions about matters in our Acts.We also expressed the hope that the GKN comittee will convey our intention to the (then) Landelijke Vergadering of the GKN.  He said that we hoped that from both sides there is the will and the desire to enter into a discussion. “And if necessary we will discuss matters exhaustively, I would say.”

 

Brothers, we sincerely and heartily hope that you will reconsider  the  decision taken by your last synod and your letter to the next synod of DGK, DV in spring 2018.Our synod has decided (decision 1, art. 4.02) to “examine, at church bond level, if there is a possibility to come to unity with the GKN, taking into account that the basic principle should be the truth of the Word of God and the administration of justice as it is done on the basis of the Word of God.” We pray that we may soon be able to have an open discussion with you about the difficulties we both experience.

 

For the deputies ACOBB of De Gereformeerde Kerken in Nederland,

 

Was signed by B. Lourens, secretary

 

Appendix 2 

 

Brief DGK aan GKN

 

 

Deputaten ACOBB van De Gereformeerde Kerken in Nederland,

p/a B. Lourens,

Henri Dunantstraat 81,

7721HR Dalfsen

b.lourens01@gmail.com

 

Aan de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken Nederland,

p/a J.F. De Leeuw,

Prinsesselaan 11

3851XM Ermelo

 

Dalfsen, 22 maart 2016

 

Geachte broeders,

 

Door middel van dit schrijven willen wij, deputaten ACOBB, reageren op uw brief aan de komende synode van DGK, die zal samenkomen DV voorjaar 2018. U richt zich niet tot ons, als deputaten. Daaruit zouden wij de conclusie kunnen trekken dat wij naar u er het zwijgen toe kunnen doen. Maar mede tegen de achtergrond van ons gesprek d.d. 28 januari jl., menen wij dat in uw brief toch echt tekort wordt gedaan aan onze intenties en aan de bedoeling van hetgeen in de Acta is verwoord in het door u gewraakte besluit 2. Mogelijk is er sprake geweest van een misverstaan. Daarom brengen we graag het volgende onder uw aandacht.

 

In ons gesprek werd van de kant van uw afgevaardigden de verrassing geuit over de uitnodiging die uitging van de synode Groningen 2014 om te komen tot een gesprek. Die verrassing kwam voort uit wat u had gelezen in de Acta, waarin gesproken wordt over dwaalleer, schismatieke kerken en scheurkerken.

In een reactie daarop is van onze kant gezegd (wij citeren):

 

Wij weten ook dat er nu heel veel besproken moet worden. Daar moeten we, en dat is uitdrukkelijk gesteld, met de broeders van de GKN samen over praten. En zal goed zijn dat er broeders samenkomen die een agenda zullen samenstellen. Want er liggen bij u pijnpunten en ook bij DGK zijn er punten en dat zal op een of andere manier besproken moeten worden. Maar dat doet geen afbreuk aan het feit dat er tijdens een kerkelijke vergadering unaniem besloten is:

wij zien een kerkverband dat op hetzelfde fundament wil staan. We hebben toch dezelfde achtergrond en diepe drijfveer.We zullen moeten zoeken naar eenheid. Dat is door Christus geboden.

Er valt heel veel te bespreken. We zouden graag zien dat er van weerskanten dezelfde beweging komt. Het kan toch niet waar zijn dat kerkverbanden die zo dicht bij elkaar staan, niet willen samengaan”.

 

Over de pijnpunten die er zijn is er van uw kant aangegeven “dat het beter zou zijn om elkaar te beoordelen over waar we nu staan, om dan niet meteen over scheuringen en schisma’s te spreken”.

Dat is ook door ons benadrukt (citaat):

 

je moet elkaar ook vinden op die basis. In de formuleringen van het synodebesluit zie je wat de perceptie is binnen kerkverband van DGK van de geschiedenis tot op heden. U hebt een bepaalde kijk op de geschiedenis en u zegt wat daar gebeurd is, dat kan niet. Zo ligt dat ook bij DGK. Wat er gebeurd is heeft dan die benaming en wij hopen, de synode hoopt dat uit gesprekken mag blijken dat je op dit punt met elkaar verder kunt. Dat je op hetzelfde fundament staat en we hebben hetzelfde belijden en dat je niet naast elkaar mag optrekken”.

 

In het verdere gesprek hebt u aangegeven:

 

in de acta lezen we geen vragen, maar lezen we oordelen. Commissie V heeft het voorbereid en heeft rapport gedaan. Daar wordt de vraag gesteld aan DGK zelf: “is er bij u wel de wil om tot eenheid te komen met GKN en of er bereidheid is tot zelfbeproeving”. Het antwoord lezen we niet in de acta. Er wordt gevraagd of er binnen de GKN iets veranderd is, en niet of er binnen DGK iets veranderd is, nu er een uitnodiging van DGK ligt. Er worden geen vragen gesteld en u heeft ook in de uitnodiging niet aangegeven welke vragen zijn er. In de acta worden allerlei zaken opgesomd die besproken moeten worden, onder andere de genoemde dwaling van prof. Douma en de opvatting van Kohlbrugge, maar er zijn geen vragen.

Als zulke oordelen al klaar liggen wat zijn dan werkelijk uw intenties?”

 

Hierop is van onze zijde geantwoord:

 

“Het antwoord van uw vragen ligt in het besluit. Het besluit om na te gaan om te komen tot eenheid met GKN.

Hoe komt zo iets ter sprake. Op de synode is er veel besproken en is er ook nagegaan of er bij ons inderdaad de intentie is. En er werden precies die vragen gesteld die u nu citeert. Die bespreking resulteerde in dit besluit.

 

Wij willen dit hier nader omschrijven. In de Acta van de GS Groningen 2014 van DGK worden zaken genoemd die wij in een gesprek, voorbereid door een gezamenlijke agendacommissie, van onze kant willen inbrengen.

De agendapunten zijn dus gesprekspunten, en geen oordelen en geen voorwaarden voor een gesprek van de kant van DGK.

U zegt in uw brief daarentegen: “De agendapunten die u aandraagt spreken grotendeels enmerendeels van een intentie om boven de Schrift uit te binden aan uw interpretatie van de K.O., uw handelwijze in het verleden en uw kerkelijke traditie tot op heden.” Wij kunnen wat u ons hierin verwijt, totaal niet plaatsen. Bent u niet met ons van oordeel dat het onontkoombaar is om elkaar op een aantal, voor u en ons belangrijke punten te bevragen? Dat is juist toch ook met de bedoeling om van elkaar te mogen vaststellen of wij op hetzelfde fundament staan?

En als er dan gesproken wordt over het fundament, dan zal toch ook de toepassing in de praktijk ter sprake komen? Zowel van uw kant als van onze kant? Door onze synode zijn inderdaad enkele agendapunten genoemd. En of die alle relevant zijn, kan toch in een gezamenlijk gesprek aan de orde komen?

 

Het is overigens beslist niet zo dat wij van mening zouden zijn dat alle agendapunten “tot op het bot” moeten worden onderzocht. Zo is dat in ons gesprek beslist niet naar voren gebracht. En de geciteerde zin is ook niet terug te vinden in de notulen van die vergadering.

Eén van onze deputaten wilde met die woorden juist de positieve intentie van DGK benadrukken. Namelijk dat wij graag het gesprek willen aangaan. En dat wij ook bereid zijn om ons te laten bevragen over de dingen die in onze Acta staan. Ook is daarbij de hoop uitgesproken dat de GKN commissie deze intentie overbrengt naar de (toen nog) Landelijke Vergadering van de GKN. Hij gaf aan dat er bij ons de hoop is, dat er over en weer de wil is en het verlangen om het gesprek aan te gaan. “En als het moet, dan spreken we door over de dingen, tot op het bot, zou ik haast zeggen.”

 

Broeders, onze oprechte en hartelijke hoop is dat u zich alsnog wilt bezinnen op het genomen besluit van uw vorige synode en uw verzonden brief aan de komende generale synode van DGK, DV voorjaar 2018. Onze synode heeft besloten (besluit 1, art 4.02) om “op het niveau van het kerkverband na te gaan of er een mogelijkheid bestaat om tot eenheid met de GKN te komen, waarbij het uitgangspunt dient te zijn de waarheid van Gods Woord en de rechtspraak waar deze op grond van Gods Woord is uitgeoefend.” Ons gebed is dat we op korte termijn alsnog met u een open gesprek kunnen aangaan over de pijnpunten die er over en weer liggen.

 

Namens de deputaten ACOBB van De Gereformeerde Kerken in Nederland,

 

Ds. M.A. Sneep (voorzitter)

B. Lourens, secretaris

 

 

NOTEN


[1] Vergelijk de handelwijze van de synode t.a.v. de brief van LRCA (Acta Material 8.6.8.1) die wel (terecht) onontvankelijk werd verklaard, Acta art. 53.

[2] Voor de degenen die graag raden, hier sprak niet ds. R.C. Janssen van de CanRC Abbotsford.

[3] In de instructie van de deputaten is ook opgenomen dat bij het gesprek 'als toehoorders broeders van LCRA zullen worden uitgenodigd'. Het valt te verwachten dat dit (terecht) op weerstand zal stuiten van de zijde van de CanRC. Laat eerst maar eens een gesprek tussen DGK en CanRC plaatsvinden en vervolgens kan dan in een gezamenlijk overleg doorgepraat worden, zou ons voorstel zijn.