Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Vrijgemaakt of christen?

 

D.J. Bolt

02-11-19

 

In het blad Onderweg van GKv en NGK werd ook aandacht gegeven aan 75 jaar Vrijmaking. Hoe wordt dat gedaan in dit blad, ooit eens het gereformeerde lijfblad van prof. dr. K. Schilder, maar nu afgezakt tot een algemeen christelijk magazine?

We lazen de verhalen en werden er niet vrolijk van.

 

H. Werkman

Allereerst mag docent Nederlands Hans Werkman (1939) zijn perceptie van de geschiedenis van de Vrijmaking vertellen. En de sfeer is niet veel anders dan we gewend zijn in en na zijn boekje Het hondje van Sollie (waaraan hij dan ook refereert).   

We laten het zurige neerbuigende verhaal nu maar voor wat het is. Het is weer hetzelfde laken, hetzelfde bekende pak. Met één uitzondering, zie verder op.

 

Prof. dr. E.A. de Boer

De hoogleraar probeert troost en vrolijkheid m.b.t. de Vrijmaking (of compensatie daarvan?) te bieden met het fusieruikertje van GKv en NGK. Maar helaas, slaat het bij ons niet aan. Wij hebben te goed geluisterd naar wat er op combi-synode te Kampen door m.n. Nederlands gereformeerden werd gezegd over de gereformeerde belijdenissen en kerkorde. En kennis genomen van uitlatingen daarna in de pers.

 

Ds. F. van Deursen

Ook deze emeritus van de NGK, draagt een steentje bij aan het 75 jaar gedenken. Echter hij komt niet veel verder dan dat de Vrijmaking 'een droevige gebeurtenis was die leidde tot de GKv, een kerkgenootschap waarbinnen de theologie in de jaren die volgden dogmatische en mathematische trekjes kreeg. Het praktische en profetische spreken van de Schrift klonk er niet helder.'

Tuurlijk.

Die schorre mantra hoorden wij al in de zestiger jaren van de vorige eeuw aangeblazen worden. Toch is de predikant niet helemaal gerust over de kerkelijke situatie nu, en raakt wel een gevoelige snaar, zie het vervolg.

 

Drie generaties

We laten de ontboezemingen van deze schrijvers nu maar even voor wat ze zijn, wij kunnen er geen goed gereformeerd garen mee te spinnen.
Maar er is nóg een verhaal in het nummer, een interview met drie generaties vrijgemaakten.. Het gaat om oma (tegen de 90), haar zoon (50) en zijn dochter (17). Om privacy redenen laten we de namen weg. Alle drie zijn ze geboren en getogen in de vrijgemaakt-gereformeerde kerken, 'sterker nog: in de vrijgemaakt zuil' naar de terminologie van de interviewster, E. de Hek, hoofdredacteur van Onderweg. We gaan er wat meer aandacht aan geven.

 

In het interview worden aan alle drie personen dezelfde vragen gesteld:

  1. Waarom bent u vrijgemaakt en bent u nog steeds vrijgemaakt?
  2. Hoe heeft het vrijgemaakt-zijn u als mens gevormd?
  3. Blijft u uw hele leven lid van wat eens de GKv was, verwacht u?

We gaan de antwoorden in met onze vragen: wat weten 'gewone kerkleden' (nog) van de Vrijmaking én hoe waarderen ze deze? En ook, of er lijnen in de antwoorden vallen te ontdekken: waar leiden de gepresenteerde opvattingen toe, als dit interview typerend voor de nieuwe komende generatie is? Hoe denken zij over kerk en kerkelijke toekomst? 
 

We gaan eerst per vraag de antwoorden van de drie geïnterviewden samenvatten en ook per vraag een reflectie geven. Om tenslotte te eindigen met een korte evaluatie.

 

Vraag 1: Waarom bent u vrijgemaakt en bent u nog steeds vrijgemaakt?

 

Voor oma was het vanzelfsprekend dat ze vrijgemaakt werd en bleef want in haar dorp ging zowat iedereen mee met de vrijmaking. Na trouwen met vrijgemaakt man bleef ze 'dus' GKv. Ze koos daar ook 'bewust' voor in 1967 'omdat we dat de juiste weg vonden'.

 

Zoon komt met vrouw uit 'een gereformeerd-vrijgemaakt nest'. Dus 'sloten we ons aan bij de GKv' 'geheel volgens de gewoonte en verwachtingen van de familie'. De

kinderen volgden vrijgemaakt basis- en middelbaar onderwijs. En 'daarmee voldoen we geheel aan het beeld van GKv'ers in hart en nieren, realiseer ik me.'
Maar het voelt niet meer zo goed, zoon voelt 'terughoudendheid hierbij' want 'het gaat mij veel meer om het christen-zijn dan om het vrijgemaakt-zijn'. Hij heeft een bredere blik gekregen: 'ik kijk graag over kerkmuren heen en hoop dat we dat als kerk steeds meer durven te doen'. Och de Vrijmaking, 'goede bedoelingen maar zelf zou ik die keuzes waarschijnlijk niet gemaakt hebben'.

 

Dochter is vrijgemaakt omdat 'ik geboren ben in een vrijgemaakt gezin, zo is het simpelweg, () ik heb nooit overwogen om de GKv te verlaten'. Ze vindt het 'prettig' met de ouders mee te gaan naar de kerk, en ook 'gezellig', want daar zitten vele vrienden. Maar voelt ze zich in haar hart vrijgemaakt? 'Nee. ik zou veel eerder zeggen dat ik me christen voel'. Dat 'vind ik belangrijker dan specifiek lid zijn van de vrijgemaakte kerk.'

 

Reflectie

 

Het is verbazingwekkend hoe uiterst weinig, eigenlijk niets over de inhoud en betekenis van de Vrijmaking naar voren komt. Weet men er nog wel iets van? Het is een en al vanzelfsprekendheid en nestgeur om vrijgemaakt te zijn. Als de oude generatie die de Vrijmaking zelfs nog heeft gemaakt, niets méér weet te vertellen, is het dan een wonder dat zonen en dochters groteske opmerkingen maken als 'dat het meer om christen-zijn dan om vrijgemaakt-zijn' gaat? Is men echt vergeten dat juist om christen te blijven het nodig was vrijgemaakt te worden?

 

Het is niet alleen niet-meer-weten van Gods uitredding naar Ps. 124, maar ook een verachten van de geschiedenis van de gereformeerde kerken. Het wordt in besmuikte termen als 'terughoudendheid' verpakt, en ja, zoon had toen 'waarschijnlijk die keuze voor de Vrijmaking ook niet gemaakt'. Je voelt de geestelijke afstandelijkheid.
En dan de 'dapperheid' over kerkmuren te durven kijken! Als nou die kerk dat ook eens zou durven… Maar ruikt het niet naar een tikkeltje kerkelijke hoogmoed, arrogantie?

 

De schijnbaar liefelijke wind die hier door twee generaties wordt gezaaid, trekt aan als een storm door de geestelijke ontwikkeling van een nieuw geslacht. Moeiteloos kan in bovengenoemd interview de echo van de ouders worden waargenomen. Deze kinderen houd je niet meer vast voor gereformeerde kerken. Want kenmerken als 'prettig' en 'gezellig' vormen de doorslaggevende vervanging van de geloofsbelijdenis over de kerk.

 

Vraag 2: Hoe heeft het vrijgemaakt-zijn u/je als mens gevormd?

 

Oma vindt dat een heel moeilijke vraag, want 'gevoelens onder woorden brengen en dat zijn we niet zo gewend, hè?' Maar de kerk heeft haar zeker gevormd. Ook door de vrouwenvereniging waarvan ze een paar keer presidente was. Maar hoe dan?

Oma denkt dat 'ze milder is gaan denken over mensen die een andere mening hebben. Jonge vrouwen wilden van alles veranderen En dan moest je toch proberen er met elkaar uit te komen. Daar heeft ze 'wel van geleerd', vermoedt ze.

 

Zoon is gevormd door 'de Bijbelkennis en catechismus die er behoorlijk zijn ingestampt'. En door vrienden in de kerk. En de kerk vraagt ook heel veel tijd van hem als jeugdleider, ambtsdrager. Volgens hem ging vroeger 'de aandacht uit naar kennis, terwijl dat nu meer gaat naar de levende relatie met God'. 'Zijn geloof in God en beeld van de kerk zijn wel gekleurd 'door mijn gereformeerd opvoeding, merk ik.' In de opvoeding proberen de ouders 'minder nadruk op de kerk en meer op God te leggen'. Maar een probleem is: hoe 'loskomen van alle geschreven en ongeschreven regels?'. Zijn keuzes in verleden lagen 'in de lijn van de verwachting van anderen'. Maar hij hoopt dat 'zijn kinderen keuzes zullen maken vanuit de vraag aan God: wat wilt U dat ik doe?'

 

Dochter is beïnvloed door vrijgemaakt-zijn, op 'standaard dingen zoals Bijbelkennis en de gewoontes die je overneemt'. 'Maar meer het christen-zijn heeft mij gevormd'. Er zijn christelijke normen en waarden die ik vanuit mijn gezin heb meegekregen en waarvoor ik erg dankbaar ben'.

 

Reflectie

 

Eigenlijk vormt deze vraag een tweede kans: wat hebt u/jij nu in de gereformeerde kerken meegekregen waar ben je dankbaar voor?
Dat is kennelijk heel moeilijk aan te geven, want niet geleerd. Oma komt niet veel verder dan dat zij milder is gaan denken over veranderingen en meningen van anderen. Maar de vraag blijft natuurlijk wel hangen: wat betekende de Vrijmaking en het leven in de GKv nu toch voor geloof en geloofsleven? Wat heeft Christus de Koning van de kerk aan jou gedaan?

 

Zoon heeft wel Bijbelkennis en catechismus 'ingestampt' gekregen en daar profijt van. Prachtig! Maar ook hier al snel kritische kanttekeningen. Het was wel 'gekleurd', ontdekt hij als bij verrassing nu hij over kerkmuren kijkt. Daarom wordt nu zijn nieuwe leven bepaald door eigen keuzen in antwoord op wat God vraagt. Minder nadruk op de kerk, meer op God. Maar vragen wij: hebben God en Christus niet alles met de kerk(keuze) te maken? Is het nu juist niet de Heere die in de Vrijmaking de weg wees en Die onze (voor)ouders hebben gehoorzaamd?

 

In het antwoord van de dochter zie je de echo van opvattingen van (groot)ouder. Dat is natuurlijk niet verrassend, dat gebeurt in vrijwel elke opvoeding. Hier groeit het zaad op dat door de oudere generatie(s) is gestrooid. Zoals bij de derde vraag onmiskenbaar zal blijken.

 

Vraag 3  - Blijft u uw hele leven lid van wat eens de GKv was, verwacht u?

 

Nogal 'best veel Kerkleden' verlaten haar kerk in de plaats waar oma woont. 'Omdat ze vinden dat de veranderingen te snel gaan.' Met die snelheid is ze ook 'niet zo heel blij'. Maar 'als ik dan zondags al die jongeren zo enthousiast zie meezingen met sommige liederen maak ik als oudere graag wat plaats voor hen'.

Ze wil lid blijven van de GKv. En hoopt dat 'die blijft streven naar eenheid van alle ware gelovigen zoals de Here ook zelf gebeden heeft'.

 

Zoon hangt het breed: 'het samengaan van de GKv met andere Bijbelgetrouwe kerken juich ik toe, daar ga ik graag in mee'. En de 'kerk moet relevant zijn voor de omgeving'. Daarbij moet ze 'altijd in beweging zijn', 'mag antwoorden geven op de vragen van nu'. En niet de Bijbel 'gebruiken als antwoordenboek op al onze vragen'.

En zo is een late 'verandering als vrouw en ambt niet meer dan logisch'. Wel hadden veranderingen wellicht 'in een meer gefaseerd traject' ingevoerd moeten worden. Maar 'veelkleurigheid is mooi'. Zijn hoop: 'samen verschillen weten te waarderen en niet vergroten en gebruiken als spijtzwam. Wat we 'samen hebben' 'werkt verbindend'.

 

Dochter is duidelijk: 'Ik denk niet dat ik mijn hele leven lid blijf van wat eens de GKv was. Het lijkt me gezond en leuk om, als ik wat ouder en uit huis ben, een heel aantal verschillende kerken te bezoeken. Zo kan ik het best ontdekken welke kerk goed bij mij past en waar ik me thuis voel.'

Ze vindt het moeilijk aan te geven wat ze precies gelooft en twijfelt best regelmatig of ze wel gelooft. Wel hoopt ze haar hele leven christen te blijven en zekerder te geloven. 'Maar in wat voor kerk ik mijn geloof dan uit, vind ik veel minder belangrijk.'

 

Reflectie

 

Wat bindt deze generaties aan de (een?) gereformeerde kerk, de GKv? Nog maar heel weinig lijkt het. Er zijn gradaties, dat wel. Oma wil lid blijven tot het eind van haar leven. En hoewel ze wat moeite heeft met de snelheid van de veranderingen in de kerk (niet inhoudelijk), schuift ze grootmoedig een plaatsje in de kerkbank op om ruimte te maken voor jongeren die 'sommige liederen enthousiast zingen'. Zij houdt het wel uit.

 

Zoon blijkt gepokt en gemazeld te zijn in hedendaagse kerkjargon: eenheid Bijbelgetrouwe kerken, kerk moet relevant zijn voor de omgeving, we moeten in beweging blijven, de Bijbel is geen antwoordenboek, veelkleurigheid is mooi.
Dus bijvoorbeeld: 'logisch' vrouw in het ambt. Maar hij gaat nu zelf kiezen en niet meer gewoonte en familie volgen (2).  
 

Wat als de faciliteiten niet allemaal voorhanden zijn in de GKv-gemeente? Dochter weet er wel raad mee, zij lijkt het te hebben begrepen. Het gaat om wat 'gezond en leuk' is voor jou, welke kerk goed bij jou past. Waar jij je het beste thuis voelt. Christen-zijn is belangrijk maar de kerk? Die zoekt ze nog wel uit, die is in elk geval 'veel minder belangrijk'.

Is het een wonder dat dit jonge GKv-lid zo denkt en praat? Zou het een wonder zijn als ze over enige tijd niet meer in de analen van de GKv voorkomt?

 

Evaluatie

 

Onderweg besteedt nogal wat kolommen aan kerkverlating door jongeren want die dient zich zo verontrustend aan dat er van alles uit de kast wordt gehaald om te trachten die in te dammen. Maar zit het eigenlijke probleem wel bij de jongeren? Zijn het niet de ouderen die het laten zitten? En moeten we misschien (weer) concluderen: de theologen gingen voorop!? Waarom zouden de kinderen (zoals kinderen zijn) geen voorschot nemen op de slotopmerking van Hans Werkmans artikel: 'eenheid van NGK en GKv, die beiden op plaatselijk niveau kunnen samenwerken met (kort gezegd) PKN'ers en baptisten.' Even tussen haakjes, waar ging het toch ook al weer om in de Vrijmaking, Werkman?

 

Ds. Van Deursen

 

Hoewel we niet blij worden van het interview met ds. Van Deursen (zie boven), lazen we wel een verrassende ontboezeming waarvan we graag een gedeelte citeren:

 

… wat ik wel graag wil overdragen en waar we het nog niet over hebben gehad, is (Van Deursen zet zijn handen aan zijn mond en toetert over tafel): het verbond van God! Dat was namelijk de inzet van de Vrijmaking. Het ontzaglijke feit dat God ons allemaal door onze doop in zijn genadeverbond heeft opgenomen. Iedereen in heel Europa die gedoopt is, draagt het zegel van dat verbond. Dat verbond bestaat uit heilsbeloften, maar ook uit bevelen en bedreigingen voor wie het waagt Gods beloften te verwerpen. Als je dat beseft, leven we dan niet in een verschrikkelijke tijd? Hebben westerse christenen dat verbond de afgelopen decennia niet massaal gebroken? We leven toch in een tijd van 30.000 abortussen per jaar, van televisie vol rottigheid en dwaasheid.

Als je het over Gods verbond hebt, moet je ook spreken over zijn oordeel. Kwam Hij daar in het verleden al niet mee, door Napoleon en Hitler, omdat Hij werd genegeerd? Heeft de voormalige christenheid zich daaronder verootmoedigd en bekeerd? Het lijkt er helaas niet op.

 

Dat is profetisch spreken waar we niet omheen kunnen. Leg het aan tegen bovenstaand interview, vergelijk het met veel 'spiritueel geneuzel in blad en krant. Zouden we ons niet moeten laten verontrusten door het slot van Van Deursens bovenstaand citaat:

 

Hoe lang is God nu al bezig in dit werelddeel? Meer dan duizend jaar! Zou Hij de Europese christenheid niet een keer beu worden?

 

Tot slot

 

Hechten we teveel gewicht aan een willekeurig 'drie-generaties-interview'? We denken van niet. Het interview geeft naar onze waarneming een goede indicatie van het huidige kerkelijke klimaat. Soortgelijke signalen zijn ook elders op te vangen, bijvoorbeeld click hier.

We zijn ons ervan bewust dat we het interview scherp hebben geanalyseerd en becommentarieerd. We doen het om indringend te waarschuwen.

Daar komt bij dat er een continue stroom van ongerechtvaardigde en vaak goedkope kritiek op de kerk en ons voorgeslacht wordt uitgegoten. Men lijkt zich collectief te schamen voor het verleden (ds. J.M. de Jong op het herdenkingssymposium te Kampen). Dat schreeuwt om analyse en correctie.

 

Laten gereformeerden in de GKv toch beseffen dat er een hele generatie (en misschien wel meer) verloren gaat omdat zij nauwelijks meer kennis heeft van de Schrift, de belijdenis en de kerkhistorie. Wat dragen ouders, voorgangers en ambtsdragers een zware verantwoordelijkheid voor 'de kleinen'.

En niet alleen voor hen.