Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Zie, hoe goed, hoe lieflijk …

 

D.J. Bolt

07-03-20

 

Enige tijd geleden schreven we een artikel (Zó?! 6 [1]) over het besluit van de synode van de GKN (november 2019) m.b.t. de relatie met DGK. Dat besluit luidde:

 

'De GKN-synode neemt met dankbaarheid van de gevraagde herkenning door DGK kennis. GKN deputaten mogen nu weer samenspreken. Zij moeten samen met deputaten DGK alle punten bespreken hoe kerkelijke eenheid op een zorgvuldige manier gestalte kan worden gegeven. Daarbij moeten ook de moeiten en pijnpunten van plaatselijke kerken en broeders en zusters betrokken worden.
Deputaten moeten hun synode van oktober 2020 van advies dienen hoe weer verder te gaan.'

 

We gaven aan dat 'we blij en dankbaar zijn dat de gesprekken tussen de kerkverbanden toch weer op gang kwamen dit jaar'. En inmiddels horen we dat ze ook weer verder gaan. 
N.a.v. van het eerste gesprek publiceerden de samensprekende broeders een persbericht waarin ze ervan gewaagden de zegen van de HEERE te hebben ervaren op hun werk. Dat mag ons verheugen! Want daaraan is alles gelegen.

 

N.a.v. van Zó?! 6 kregen we enkele reacties uit DGK- en GKN kringen. Zowel instemmend als wat kritisch. Wij waarderen het als onze lezers reageren en proberen deze ook zo goed mogelijk te beantwoorden. Meestal persoonlijk maar soms is het ook goed om iets van kritiek publiek te bespreken. Zoals nu, omdat de punten waarom het gaat belangrijk zijn en regelmatig aan de orde komen.

 

Te snel

 

Wat nogal eens wordt aangevoerd is dat we te snel willen naar vereniging van de kerkverbanden. Het zou gemakkelijk tot brokken kunnen leiden.
Daar zit een kern van waarheid in. Breken gaat snel, helen veelal moeizaam. Vereniging van kerkverbanden is lastig, zo blijkt steeds weer in de kerkhistorie. Scheiden bij de Vereniging van 1892 zich niet broeders af – de latere Christelijke Gereformeerde Kerken - die vonden dat het allemaal te snel was gegaan en de gemeenten te weinig waren betrokken? Die fout moeten we niet weer maken!

Daarom wordt er steeds van DGK- en GKN-zijde op gewezen dat zorgvuldigheid in acht moet worden genomen. Niet overhaast dus, maar zorgen dat ieder mee kan komen. Als we het goed hebben begrepen zijn of worden daarom de wederzijdse gemeenten ook in de gelegenheid gesteld punten aan te dragen die besproken zouden moeten worden.

 

Echter, we hebben in genoemd artikel gewezen op een viertal redenen om niet te versagen en onze uiterste best te doen elkaar in eenheid en liefde te vinden nu wederzijdse herkenning als kerken van Christus een feit is. We noemden, kort samengevat:

 

- De katholiciteit van Christus' kerk vraagt erom dat we ook in de praktijk één zijn.

- Het leed van (kerkelijke) scheidingen, soms ook dwars door gezinnen en families.

- De moeiten van verontrusten om een keuze te maken tussen de kerkverbanden.

- Het kerkwerk dat nu blijft liggen, of dubbel wordt gedaan.     

 

Daarbij komt ook onvermijdelijk dat hoe langer vereniging duurt hoe meer afstand, verwijdering optreedt: je verliest elkaar immers uit het oog. En het kerkelijk leven ontwikkelt zich in verschillende richtingen die soms maar lastig meer zijn te convergeren.

 

Wat ook zwaar moet wegen is onze verantwoordelijkheid voor broeders en zusters met hun kinderen in de GKv. We merken dat het moeite geeft bij een overgang naar onze kerken, m.n. voor kinderen en jongeren om weer te wennen aan wat we 'gewoon gereformeerd leven' kunnen noemen: gereformeerde kerkdiensten waarin de prediking centraal staat en geluisterd moet worden; verenigingsleven waarin de bestudering van de Schrift, belijdenis en kerkhistorie de plaats krijgen die ze verdienen; en ook het lezen van goede boeken en periodieken weer normaal is[2].   

Zeker, verontrusten hebben hun éigen verantwoordelijkheid. Maar het is aan ons om geen (onnodige) barrières in stand te houden.

 

Pijn

 

Een andere belangrijke kritiek die wordt geuit is dat wij onvoldoende rekening zouden houden met de pijn die er gevoeld wordt. Want er zit nog zoveel pijn bij broeders en zusters die in het verleden een scheuring of andere moeiten hebben ondervonden. Vormt die pijn niet nóg een wezenlijke belemmering om op korte termijn te verenigen? In het besluit van de genoemde GKN-synode wordt het zo verwoord:

 

'In een aantal kerken in beide kerkverbanden liggen moeiten en pijnpunten vanwege ervaren aangedaan onrecht. Aan zeer dat er ligt en door broeders en zusters wordt meegedragen mag niet voorbij worden gegaan.'

 

Gaan wij er aan voorbij? Voelen wíj geen pijn omdat, zoals een van onze critici fijntjes opmerkt, wij immers zelf geen scheuring hebben meegemaakt? Nu, dáár zou het nodige over te zeggen zijn, maar dat laten we hier rusten.

Pijn, die is er! Want gereformeerden kunnen elkaar ongelooflijk veel pijn doen: door harde woorden, gebrek aan geduld en zelfbeheersing, verkettering, olifantenmuggen.

Hoewel niet goed, is het vaak wel begrijpelijk. Zaken raken niet zelden ons diepste bestaan, de verhouding met de Heere en zijn Woord, de gemeenschap der heiligen. Weinig dingen worden als triviaal ervaren en soms ontbreekt het vermogen te relativeren.

 

Toch moeten we naar onze overtuiging hier niet bij blijven staan en zeker de pijn niet gaan koesteren. Laten we trachten met Christus onze pijn te overwinnen, blokkades wegdoen. Om zijn woord ook hierin ons eigen te maken:

 

'Als u dan uw gave op het altaar offert en u zich daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave daar bij het altaar achter en ga heen, verzoen u eerst met uw broeder en kom dan terug en offer uw gave.' (Mat. 5:23).

 

Zou dat ons kerkelijk ook niet het een en ander te zeggen hebben? De scheuringen die de meeste pijn hebben veroorzaakt vonden wel meer dan tien jaar geleden plaats!

Ik onderschat kerkelijke en persoonlijke smart niet. En ook de moeiten die wellicht komen als we in één kerkverband samengaan. Het zal vast nog wel even wennen worden.

Maar het gaat toch niet om onze club maar om Christus' kerk en werk?

Dat hadden we immers in elkaar herkend?

 

… is 't, dat zonen van 't zelfde huis als broeders samenwonen,

in vrede bij elkander zijn. 

 

NOTEN


[1] Zó?! 6, click hier.

[2] Een van de grote zorgen is dat het verdwijnen van de 'leescultuur' tot grote schade leidt van kennis en inzicht, en dus van het geloofsleven. Ook in de kleine kerkverbanden! En dan gaat het niet alleen om de jongeren.