Doorgaande reformatie met liefde en kennis van God
Ds. E. Heres
23-09-23
Lezing op de Kerkdag 2023 van De Gereformeerde Kerken in Nederland (hersteld), gehouden op 23 september 2023 in de Eudokiakerk te Kampen.
Doorgaande reformatie met liefde en kennis van God
Voorzitter, broeders en zusters,
De kerkdag staat dit jaar in het teken van herdenken. De HEERE heeft een reformatorische beweging gegeven in de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, die, 20 jaar geleden, in 2003, geleid heeft tot een níeuwe vrijmaking. Ook in de jaren ná 2003 zijn in verschillende plaatsen kerkelijke stappen gezet. Wat mijzelf betreft was dat samen met broeders en zusters in Dalfsen in 2010. En tot op de dag van vandaag gaat het voort. Heel kleine aantallen vaak. Maar toch, broeders en zusters verlaten hier en daar het kerkverband, dat nu NGK heet.
Het verlaten van het kerkverband waar we van de HEERE ook zoveel goeds ontvangen hebt, gaat gepaard met pijn en verdriet. Maar toch overheerst de dankbaarheid. Dankbaarheid, dat we deel mogen uitmaken van een kerkverband dat weer gewoon gereformeerd mag zijn.
Gereformeerd
Maar broeders en zusters, de kerk die zichzelf ‘gereformeerd’ noemt voert een hoge pretentie. De kerk zegt daarmee: wij zijn teruggekeerd vanuit het diepe verval waarin de kerk verkeerde en mochten terugkeren naar de oude vorm die de kerk moet hebben volgens het eigen Woord van God. Wij móchten ons omkeren, ja zeg maar békeren, vanúit dat diepe verval.
Die náám ‘gereformeerd’ wil dus eigenlijk iets heel positiefs zeggen over de kerk! Inderdaad een hoge pretentie. En dat geldt nog meer als de kerk waar we lid van zijn genoemd wordt ‘gereformeerd (herstéld)’. Daarmee zeg je: die gereformeerde kerk had ook al weer een níeuwe terugkeer nodig, een níeuwe hervorming.
Reformeren is nauw verwant aan békeren, ómkeren, terugkeren naar het Woord van de HEERE en naar de HEERE Zélf! Daar mag je heel dankbaar voor zijn als de HEERE dat geeft.
En dat zíjn we ook: Dankbaar voor alles wat de HEERE geeft.
Kwetsbare pretenties
Maar, hoe gaat het vérder met de kerken die weer gereformeerd mogen zijn?
Hoe kwetsbaar zijn hoge pretenties. Hoe vaak vállen zij, die ménen hoog te staan. Hoe vaak blijkt in de geschiedenis dat de eerste liefde snel kan verkillen. Ja, dat wordt juist ook in de Bíjbel heel duidelijk. De geschiedenis van Gods volk laat zien, dat ná herstel dat de HEERE gaf, dat na reformatie, er binnen één generatie alweer nieuw verval kan zijn. Op verschillende manieren. ‘Reformatie’ kan ook zomaar ‘déformatie’ worden.
Het Woord van de HEERE laat ons zien dat we niet maar rustig achterover kunnen leunen.
De kerk staat voortdurend voor de vraag: Hoe is ons léven met de HEERE?
Het Woord van de HEERE laat ons zien dat er in feite elke dag een ‘oproep tot bekering’ ligt.
Reformatie moet eigenlijk dóórgaan. Het is al een oud adagium: ‘Ecclesia reformata semper reformanda’. Maar de vraag is: Hóe dan?
Huwelijksverbond
Ik heb er voor gekozen om voor mijn lezing deze middag heel nadrukkelijk aan te sluiten bij een gedeelte uit het Woord van God. En wel een gedeelte uit het Bijbelboek Hosea. We kunnen in een poging antwoord te geven op vraag ‘hoe verder’ allerlei meningen ten beste geven. Mij dunkt dat we er wijs aan doen vandaag acht te geven op heel basale woorden die we lezen in Hosea 6:1-7:
1 Kom, laten wij terugkeren naar de HEERE,
want Hij heeft verscheurd, maar Hij zal ons genezen;
Hij heeft geslagen, maar Hij zal ons verbinden.
2 Na twee dagen zal Hij ons levend maken,
op de derde dag zal Hij ons doen opstaan
en zullen wij voor Zijn aangezicht leven.
3 Dan zullen wij kennen,
wij zullen ernaar jagen de HEERE te kennen!
Zijn verschijning staat vast als de dageraad.
Ja, Hij komt naar ons toe als de regen,
als late regen, die het land natmaakt.
4 Wat zal Ik u doen, Efraïm?
Wat zal Ik u doen, Juda?
Uw goedertierenheid is als een morgenwolk,
als dauw die vroeg optrekt en weggaat.
5 Daarom heb Ik op hen ingehakt door de profeten,
Ik heb hen gedood met de woorden van Mijn mond;
en de oordelen over u zullen voor de dag komen als het licht.
6 Want Ik vind vreugde in goedertierenheid en niet in offer,
in kennis van God meer dan in brandoffers!
7 Zíj hebben echter als Adam het verbond overtreden.
Daar hebben zij trouweloos gehandeld tegenover Mij.
In dit Bijbelboek laat de HEERE zien dat Hij de Bruidegom is, die een verbond heeft, een huwelijksverbond met Zijn bruid, dat is Zijn volk. De band tussen de HEERE en Zijn kerk kan je vergelijken met de band tussen een bruidegom en zijn bruid. Prachtig is die beeldspraak van het huwelijk zoals juist de profeet Hoséa die laat zien. Ongekend en bijzonder is de HEERE als Bruidegom in Zijn trouw en Zijn liefde!
Maar, hoe staat het met de trouw en de liefde van de brúid?
Hosea moest haar wakker schudden. Heel confronterend! Haar de ogen openen voor haar ontrouw en haar oppervlakkige godsdienstigheid.
Leven in het verbond
Inderdaad, we lezen fundamentele dingen over het leven in het verbond met de HEERE. Hosea mag laten zien dat HEERE is als een bruidegom die altijd maar weer bezig is om zijn bruid voor Zich te werven en haar te behouden! De HEERE worstelt om het behoud van Zijn volk! Als je de beginverzen van hoofdstuk 6 leest, dan líjkt het allemaal zo goed. 'Kom, laten wij terugkeren naar de HEERE.' Dat klinkt als een mooie belijdenis, een belijdenis van mensen die zich echt bekeren! Heel vroom wordt beleden dat de HEERE de 'heelmeester' van Israël is. Hij is bij machte om er weer bovenop te helpen. Om Zijn volk weer boven alle problemen uit te tillen.
En dat was wel nodig ook in die dagen. De dagen van Hosea. De rust is verdwenen in Israël. We zullen ervan moeten uitgaan dat deze profetieën dateren uit de tijd ná koning Jerobeam de IIe. De welvaartstijd loopt op een eind. De cháos krijgt de overhand, op politiek gebied, maar ook op zedelijk gebied.
Efraïm wordt rijp voor de ballingschap. Het machtige rijk van Assur dringt zich op en begint al gebieden te bezetten. Bovendien gaan de broedervolken, Juda en Israël, ook nog eens elkáár te lijf. En door het profetische Woord kan het volk weten dat in al die ellende de Hand van God is. Het is uitbarsting van Zijn toorn. En daarmee zal Hij niet ophouden, totdat zij zich schuldig voelen. De HEERE worstelt om de ware bekering van zijn volk.
Gods klagen
Maar, als je dan de eerste verzen van dit hoofdstuk leest, dan zou je zeggen: Dit líjkt er op!
'Kom, laten wij terugkeren naar de HEERE.' Dat klínkt als ‘een oproep tot reformatie’! Is dat dan niet precies wat de HEERE wilde zien? ‘Wij zullen er naar jagen de HEERE te kennen’ (vers 3). Dat zijn toch de woorden die passen bij een reformatie?
Waarom zou dat niet goed wezen? Wat moet er dan nog méér?
Maar tóch, broeders en zusters, de reactie van de HEERE, in vers 4, is een klácht!: 'Wat zal Ik u doen, o Efraïm?'. 'Wat zal Ik u doen, o Juda?'. Je mag ook lezen: ’Wat zal Ik u áándoen’. In deze uitroep wordt de HEERE heel menselijk voorgesteld. Israël en Juda zijn in Gods ogen een hopeloos geval. 'Om je handen bij in de lucht te steken’.
'Wat moet Ik met jullie aan', zegt de HEERE. Dat ís wat, als de HEERE Zélf zegt, ik weet niet wat ik met jullie áán moet.
Waarom ís dit?
Nou, het antwoord is onthutsend: ‘Uw goedertierenheid is als een morgenwolk, en als een dauw die vroeg optrekt en weggaat'.
De liefde van het volk wordt vergeleken met een wolk in de morgen en de dauw, die snel verdwijnt. Door dit beeld uit de natuur wijst de HEERE aan hoe het zit met de bekering in Israël. Die zit niet diep, het is een morgenwolk, de dauw. Stel het je voor, zo’n lichte nevelwolk, over het land, aan het begin van een zomerdag. Maar, wanneer de zonnestralen zich daarop storten gaat het heel snel. In een mum van tijd is de nevel verdwenen, en is de dauw verdampt. En zomaar is heel dat gunstige klimaat, met vocht en warmte weer weg. Opgeslokt door de hitte van de dag. 'Zo', zegt de HEERE, 'is het met de liefdedienst van mijn volk, mijn bruid'. Die liefde is maar zo'n dun laagje. Een randverschijnsel. De mooie belíjdenis uit vers 1 tot 3 heeft geen diepgang. Het is niet diep doorgedrongen. Het is geen waarachtige bekéring. Het is meer uit berékening: 'Als wij dit nu maar doen, dan moet de HEERE wel weer wat voor ons doen.
Vluchtige vormendienst
En kijk, dat is voor de HEERE om er verlegen mee te worden. Want het líjkt wel een verandering ten goede. Maar in werkelijkheid ís het dat niet, het houdt geen stand.
Het zijn alleen maar vormen, van goedbedoelde godsdienstigheid. En voor de vorm de HEERE dienen, omdat het zo hóórt, dat is altijd erg. Dat gold vróeger en dat geldt nú. Het geldt voor oúde vormen én voor níeuwe vormen.
Stel je voor dat we veel dingen in het kerkelijke leven alleen maar zouden doen omdat we vinden dat het zo hóórt, stel je voor dat het vooral voor de vórm zou zijn. Stel je voor dat we zó vast zitten aan de bestaande inrichting van het kerkelijke leven, maar dat ons hart niet vól is van de HEERE.
Er zijn in ons land nog heel wat kerkgebouwen waar op zondagmorgen godsdienstoefeningen worden gehouden volgens een bepaalde liturgie. Ook wíj kennen een vaste liturgische vorm in de kerkdiensten. Maar wat is het waard, als het niet zou voortkomen uit harten die van liefde branden?
Ja, want hoe is het, als de liturgie beëindigd is en je weer meedeint op de golven van de media of op maandag weer samen met de collega's bent? Onze liefde is toch niet als een nevel op een mooie zondagmorgen? Of als de dauw die op zondagmiddag al vervluchtigd is? Hoeveel is er in ons leven dat we eigenlijk ‘voor de vorm’ doen? Terwijl we van oordeel zijn dat de HEERE dat toch wel goed moet vinden?
Religieuze ruilhandel
Waarom is dit zo pijnlijk en zo beschamend? Waarom worden Efraïm en Juda voor de HEERE haast een hopeloos geval? Nou, dat ís, omdat zij met de HEERE omgaan alsof Hij een Baäl is! Afgoden, zoals de Baäl, worden gediend op het moment dat het de mensen úitkomt. Daar wordt zóveel voor geofferd als men zélf ook zou willen terúgontvangen. In een soort religieuze ruilhandel.
Wettisch plichtsbesef steekt gemakkelijker de kop op dan wij misschien zelf denken. Maar je moet er de HEERE niet mee aankomen. De waarachtige God, die Zijn volk liefheeft als Zijn oogappel. Zonder onderbreken ís Hij er met Zijn tere zorg en liefde voor zijn bruid!
De waarschuwing, voor vluchtige bekeringstactieken is ook vandaag actueel. Hoe vaak moeten vastheid en trouw in het verbond het afleggen tegen vluchtige vormen van godsdienstigheid. Vluchtigheid, die gepaard gaat met oppervlakkigheid, omdat de band met de HEERE geen diepgang heeft. Als wij vandaag met elkaar praten over ‘Hoe verder’, dan moeten Schriftgedeelten als Hosea 6 ons aansporen tot zelfbeproeving.
Je kan het kerkelijke leven goed op orde hebben. Stipt, als het gaat om de leer (en dat is goed, geen misverstand daarover), alles goed volgens de regels. Terwijl de HEERE toch moet zeggen: 'Wat is dit voor een hopeloos geval'.
Persoonlijke reformatie
Kerkelijke reformatie gaat, als het goed is, samen op met reformatie in het persoonlijke leven. Dat betekent: verootmoediging, schuldbelijdenis. Een gebroken hart.
Als 'waar geloof' vooral een strakke theorie is, terwijl de manier van leven er niet naar is,
als de echte liefde is als een nevel in de morgen, dan zegt de HEERE - menselijk gesproken – het is om wanhopig van te worden.
Als wij iets hiervan herkennen bij onszelf, dan is het zaak ons dit woord uit Hosea 6 aan te trekken. Je moest eens weten, zei iemand, hoe ze in werkelijkheid zijn, die mensen die twee keer naar de kerk gaan. Je merkt in het dagelijkse leven geen verschil, hoor, met mensen die niet geloven. Net zo materialistisch. Zij amuseren zich met het zelfde wereldse vermaak.
Er gebeuren prachtige dingen in ons kerkverband. Maar soms denk je: Is er bij ons niet net zoveel polarisatie als in de samenleving en in de politiek? Zij wij niet net zo sterk in het uitvechten van onderlinge vetes? Hoeveel geest van de tijd is er binnengedrongen?
Hosea 6 laat zien hoe fantastisch die Bruidegom is van het volk! De HEERE!
Maar laten we goed bedenken: de HEERE wijst schijnbekering en vluchtige bekering af. Tegelijk gaat Hij ook bijzonder ver om zijn bruid compleet voor Zich te winnen. Als we nog even verder lezen in Hosea 6, dan zien we dat de HEERE zegt dat Hij ‘er op ingehakt heeft, ‘door de profeten'.
Dat is nogal wat. Ziet u het voor zich, de HEERE die er op inhakt? Wat betekent dat? Nou, de HEERE stuurde proféten erop uit. Die kwamen niet altijd met een aangename boodschap. Het kon hard aankomen, wat zij te zeggen hadden. Het was niet altijd alleen maar feestelijk in de kerk van die dagen. Nee, het woord dat verkondigd werd, sloeg soms ook pijnlijk raak!
De profeet Jeremia heeft het Woord van God wel 'een hamer' genoemd. Een hamer, die de steenrots vermorzelt. En in het Nieuwe Testament wordt het Woord van God vergeleken met 'een zwaard'. Een tweesnijdend scherp zwaard, en het dringt door, zó diep dat 'het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg en het schift overleggingen en gedachten van het hart' (Hebr. 4:12).
Gods Woord een wapen
Het wapen van Gods Woord kan dodelijk zijn. Dat Woord brengt ook gerichten op gang. Kijk maar eens hoe dat ging bij de profeet Elia. Als Elia de droogte afkondigt in Israël, dan kómt er droogte. Je ziet de enorme slagkracht van het Woord van God. ls de HEERE met Zijn Woord bij Zijn volk is, dan is dat een geweldige rijkdom! In het Woord komt de HEERE Zélf naar je toe. In het beloftewoord van Gods verbond ligt voor ons het léven! Vergeving van de zonden en eeuwig leven! Het komt in het Evangelie naar je toe! Zo werkt de Heilige Geest! Maar het Woord is ook scherp, het kondigt ook het oordeel aan! En het roept ook op tot bekering! Het mooie is dat de HEERE daarmee werkt om wég te doen alles wat in het leven met de HEERE niet thuishoort.
Broeders en zusters, als we nu vandaag ook proberen vooruit te kijken, en nadenken over ‘hoe verder’, laat dít dan voorop staan: Geve de HEERE dat wij als kerkverband bewaard mogen blijven bij het Woord! Laat dat het gebed zijn: HEERE, bewaar ons bij Uw Woord. Laat de zondagse prediking Schriftgetrouw mogen blijven. ’Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart’. Dat woord van de apostel Paulus in Romeinen 10 vers 8 was vroeger de wapenspreuk van de Theologische Universiteit hier in Kampen. Laat dat Woord in het hart mogen zijn en blijven van onze predikanten en van onze studenten.
Wij mogen bijzonder dankbaar zijn voor de Schriftgetrouwe prediking in ons kerkverband. Maar, broeders en zusters, dat is geen vanzelfsprekendheid. Het zal niet nodig zijn uiteen te zetten hoe vindingrijk de satan is om afbreuk te doen aan het gezag van het Woord van God. Kritiek op het Woord van God is er vandaag in verschillende soorten en toonaarden.
Laat daarom dat voortdurend inhoud zíjn en blíjven van ons gebed.
Doorgaande reformatie
Maar, daar komt nog iets bij: wij zijn vaak zo goed in het beóórdelen van de prediking.
Het was ‘goed’ of het was ‘niet zo goed’. Wij ‘vinden er vaak zoveel van’. Maar dat kan zomaar betekenen dat we een opstelling kiezen waarmee wij als het ware ons bóven het Woord plaatsen. En dat is heel wat anders dan ons altijd weer gewónnen geven áán het Woord van de HEERE!
‘Doorgaande reformatie’ is, dat het Woord van God, dat weer opnieuw met kracht gepreekt wordt, dóórwerkt in ons persóónlijke léven. Ook als het een boodschap is die ons verontrust, of zelfs ergernis geeft. Maar als het woorden van Gód zijn, dan zullen we ons gewonnen geven, ook al strijkt het tegen onze haren in. Dan moet je je niet onttrekken, maar je ómkeren. Want de HEERE hanteert zijn Woord tot ons behoud, tot ons eigen heil!
Bij de HEERE is ook een hárde slag tóch een réchte slag. De HEERE zet alles in het werk om te maken dat zijn volk blijft in het licht van Zijn genade!
Wat doet Hij dan? Hij handhaaft Zijn recht, volgens de oude afspraken van Zijn verbond.
Hosea moest de rechtmatige stráf aankondigen over de ontrouw. Het volk kreeg te maken met oorlog en ballingschap. Dat was het oordeel van de HEERE. Maar door dat middel worstelde de HEERE echt om zijn bruid te behouden. Hij máákt dat ze Hem weer zullen zoeken én vinden! Daarom zijn de oordelen van de HEERE ook een ‘dóórbrekend licht’. Ja, want Sion zal verlost worden door récht. De HEERE handhaaft de huisregel van Zijn verbond. Heel Gods volk, ja ook wij vandaag, wij zouden te gronde gaan aan het recht van God. Verbrijzeld onder de slagen van God.
Gods strijd
Maar, wat doet de HEERE dan? Nou, Hij werpt Zichzélf in de strijd! Dat hééft Hij gedaan.
Het oordeel over óns tekort aan goedertierenheid heeft Hij voltrokken aan Zijn eigen Zoon!
De Heere Jezus kwam om het recht van Gods verbond te handhaven. Om aan het recht van God te voldóen! Hij kon de zware slagen van Gods toorn opvangen. Christus volbrengt de volle eis van Gods recht! En dáárom is er genezing voor het volk.
En in de nacht van Golgotha is het Licht van Gods genade doorgebroken. Het is ook Pasen geworden, en Christus heeft door Zijn sterven ook de levendmakende Geest verworven voor Zijn kerk. Daarom glanst er ook vandaag licht over het kerkelijke leven, En kunnen we ook 20 jaar na 2003 vooruit kijken. Als de HEERE doorgaat met Zijn reformerende werk, dan lopen de gereformeerde kerken niet vast! Dan zal er doorgaande reformatie zijn, maar dan wel volgens de grondregel van Gods verbond.
Als het daarover gaat, dan wijs ik opnieuw op Hosea 6, en nu op de heel indringende woorden van de HEERE, die we lezen in vers 6: ‘Want Ik vind vreugde in goedertierenheid en niet in offer, in kennis van God meer dan in brandoffer’. De HEERE vráágt wat Hij Zelf eerst gééft! Híer is het Hem om begonnen: om hartelijke daadwerkelijke liefde en toewijding en kennis van God. De HEERE heeft geen behoefte aan goed bedoelde menselijk acties, aan mooie woorden en een onberispelijk kerkelijk leven, en tegelijk je eigen gang gaan. Nee, Hij wil dat het hart van Zijn kinderen altijd vol liefde klopt voor Hém!
In Israël vlamden de offers op de altaren. Ze wilden best veel aandacht besteden aan de tempeldienst. Maar de HEERE laat Zich niet tevreden stellen met goedbedoelde godsdienstigheid. Hij zegt: Ik wil allereerst dat je hárt in brand staat voor Mij! Want zonder de liefde van je hart, hebben die offers geen zin.
Dat is ook waar de Heere Jezus later de Farizeeën op gewezen heeft.
‘Wee u Farizeeërs, want u geeft de tienden van de munt en de wijnruit en van alle kruiden,
maar u gaat voorbij aan het recht en de liefde van God ‘. (Luk. 11:42) Als het hart eruit is dan geeft de HEERE niets om mooie kerkelijke offers.
Genadige liefde en barmhartigheid
De ‘goedertierenheid’ waar de HEERE vreugde aan beleeft, dat is de loyale, hartelijke liefde, die blíjvend is en die gepaard gaat met trouw! Als het koud wordt in de kerk, omdat de onderlinge liefde gaat verkillen, dan komt de HEERE ons tégen en Hij zegt: ‘U begrijpt mijn verbond niet’. Mijn verbond is een verbond van genade! Van onverdiende liefde! Van barmhartigheid!
De Farizeeërs vragen het later, heel kritisch, aan de discipelen van de Heere Jezus: Hoe kan Hij daar gaan zitten eten met tollenaars en zondaars. Het staat in Mattheus 9. Als Christus daar op reageert dan zegt Hij: Jullie moeten Hosea 6 vers 6 eens gaan lezen. En leer dan wat het betekent: ‘Ik wil barmhartigheid en geen óffer’, Mattheus 9 vers 13. ‘Want Ik ben niet gekomen om de rechtvaardigen te roepen, maar zondaars!’
Dáár gaat het om in de kerk, dat mensen ontdekt worden aan hun zonden én dan ook daarvan verlóst worden! Ga toch weer eens leren wat genáde is, wat ‘barmhartigheid’ is, zegt Christus. Dat God Zich liefdevol ontfermt over zondaren, en de schúld vergeeft! Door genade word je behouden uit het oordeel! In de kerk moet je altijd goed beseffen: dat geldt voor die ander, maar evengoed van mijzelf. Wij moeten állen van dezelfde genade leven. Die wetenschap bewaart je voor hoogmoed. Ik heb die ánder niet zoveel te verwijten, als ik bedenk hoeveel de HEERE míj moet vergeven.
Het helpt je ook om liefdevol geduldig te zijn tegenover elkaar. Er kunnen heftige discussies gevoerd worden over ‘doorgaande reformatie’. Het is toch wáár, dat terugkeer naar het volle Woord van de HEERE, ook z’n doorwerking zal hebben in het persoonlijke leven, in de opvoeding van de kinderen, in de politieke keuzes die gemaakt moeten worden, en in het maatschappelijke leven?
Geduld en vertrouwen
Ja, dat is wáár. Maar hóe die doorwerking gaat, dat is niet bij ieder kerklid en in elke omstandigheid hetzelfde. De HEERE gaat niet met elk van zijn kinderen dezelfde weg.
Sommigen menen dan dat zij hun visie dwingend aan anderen kúnnen en móeten opleggen.
In de geschiedenis van de kerk hebben meerderen er op gewezen dat onwijze drijverij veel verwoesting kan aanrichten in het kerkelijke leven.
De HEERE zegt in Hosea 6: ‘Ik vind vreugde in goedertíerenheid en niet in offer’.
‘Goedertierenheid’, dat is die hartelijke liefde, die gepaard gaat met geduld en vertrouwen.
Deze goedertierenheid kan ons er ook voor behoeden dat we heel zelfingenomen en hoogmoedig spreken over de kérk. Zeker, als gereformeerde kerken ‘hersteld’ willen wij weer volle ernst maken met de gereformeerde belijdenis aangaande de kerk, ook naar de artikelen 27 – 29 van de NGB. Maar daarmee roepen we níet parmantig: ‘wij zijn alleen de ware kerk’. De Geest van de HEERE is vrij. De Heilige Geest kan zó werken dat men kan zeggen: dáár herkennen we óók de ware kerk.
Kerkvergadering
Dat is in de afgelopen jaren gebeurd t.a.v. de GKN. Deputaten hebben dat mogen concluderen in hun gezamenlijke rapporten en onze synodes hebben zich daar ook over uitgesproken. Daar is de HEERE intens en oprecht om gebeden.
Er is lang een sfeer van wantrouwen geweest. En er moeten best nog zaken besproken worden als de wederzijdse erkenning plaatsgevonden heeft. Maar nu de HEERE deze ontwikkeling heeft gegeven past ons oprechte dankbaarheid. Het kan best zijn dat er bij sommigen in ons kerkverband een soort verandering in gedachten plaats moest vinden. Maar ook dat is ‘doorgaande reformatie’.
Als blijkt dat Christus met Zijn kracht van kerkvergadering sterker is dan de uiteendrijvende krachten van de satan, als Hij de weg wil banen naar kerkelijke vereniging, dan is het christelijke roeping van de beide kerkverbanden om sámen de voortgezette gereformeerde kerken te zijn, om samen de stem van de grote Herder van de schapen te volgen.
Ik hoor wel de vraag: als het straks tot kerkverbandelijke eenheid mag komen, zal er dan niet heel wat nieuwe strijd ontstaan? Mijn antwoord is dan: Ja, ga er maar van uit dat er altijd strijd zal blijven. Het is ook goed om met elkaar stevig door te spreken over de omgang met middelmatige zaken in het kerkelijke leven. Maar daaraan vooráf gaat de vraag: hoe staat het met de hartelijke toewijding aan de HEERE en de geloofsovergave in heel ons léven? We moeten ons altijd weer afvragen of ons dienen van de HEERE Hém wel aangenaam is. Uiterlijk vertoon zonder hartelijke gehoorzaamheid, daar heeft de HEERE geen behoefte aan.
Dat kreeg koning Saul al te horen toen hij terugkwam van de oorlog tegen Amalek en toen hij wat mooie offers achter de hand had, om zijn eigengereidheid te camoufleren. Dan krijgt hij te horen, dat gehoorzaamheid beter is dan goedbedoelde offers.
Je kan nog zoveel godsdienstigheid willen bedrijven, maar begin maar bij het begin.
Ware kennis
Waar ligt voor ons dan het begin? Ook dáárover lezen we in Hosea 6: Het komt aan op
de kennis van God! Hoe staat het met de kennis van God? Echt de HEERE kénnen, dat is de grondregel voor het volk, dat de bruid van de HEERE mag zijn. Grondwet voor je persoonlijke leven als lid van Christus’ kerk. Stel je voor een bruid! Zij wil toch alles weten van Hém! Elk woord dat Hij zegt is een gróót woord. De HEERE ‘kennen’. Het Bijbelse woord voor ‘kennen’, is het woord dat ook gebruikt wordt voor de meest intieme liefde tussen man en vrouw in het huwelijk.
Geloofskennis is dus niet hetzelfde als, op een afstand, ‘heel wat wéten’ over God.
Het is méér dan veel feiten uit de Bijbel kennen. Dat je goed bent in Bijbelse puzzels. Doorgaande reformatie is allereerst dat we samen groeien in de kennis van God. Dat betekent dat we altijd een spa dieper moeten gaan dan alleen de theoretische, uitwendige kennis. Altijd moet de vraag aan de orde komen: waar is hier de goedertierenheid en hoe groeien wij in de ware kennis van God?!
Als we op de dag van vandaag proberen vooruit te kijken dan spreek ik de hoop uit dat wij als gereformeerd christenen, ouderen en jongeren groeien in de persoonlijke, intieme en vertrouwelijke omgang met Hém, van Wie je bent gaan houden! Maar dat kómt alleen maar door echt naar Hem te lúisteren. Al Zijn Woorden in je op te nemen. Niet Zijn Woord bijschaven en aanpassen aan ónze wil en de dwingende eisen van deze tijd. Nee, openstaan voor Zíjn wil. Openstaan voor Zijn Geest en Woord! Dat Woord dat er soms stevig in kan hakken, omdat het íngaat tegen eigen ideeën.
Er zal in de komende tijd veel investering nodig om te groeien in de ware kennis van God! Laat er in de gemeenten brede en trouwe deelname zijn aan de studieverenigingen! Zonder de echte kennis kan het niet. Dat lazen we ook in Hosea 4: door gebrek aan kennis gaat het volk van de HEERE te gronde. Wij kunnen vandaag niet rustig achterover leunen, in een ‘hersteld’ gereformeerd kerkelijk leven.
Trouwe liefde
Hoe staat het met onze hartelijke toewijding en liefde in ons leven in het verbond met God?
Hoe staat het met onze kennis van God? ‘God kennen’, dat is een levenshouding! Het is de houding van een bruid, voor wie de band van het huwelijk niet beperkt blijft tot vluchtige momenten. Een bruid die haar Bruidegom hartstochtelijk liefheeft. Een kerkvolk dat van dág tot dág wil leven met Hem! Een leven van dagelijkse bekering en in onderlinge broederliefde!
En het mooiste, broeders en zusters dat we van de HEERE mogen weten, is dit: Hij is de Bruidegom die er Zélf alles aan doet om te máken dat het niet mislukt en doodloopt.
Echt álles!, denk aan Golgotha!, Zijn eigen Zoon! Zo worstelt Hij om de ontrouw van Zijn bruid ten goede te keren. Daarom stelt Hij ook nadrukkelijk de grondregel van Zijn verbond.
Wat een Bruidegom!
Op Hem steunt ons vertrouwen!