Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Vervlakking en Australische zorgen

 

N. van Dijk

22-09-12

 

Het Nederlands Dagblad besteedde in een serie artikelen ‘de canon van de ontkerkelijking’ aandacht  aan de manier waarop Nederland steeds meer van God los raakte. In één artikel wordt geschreven over de zorgen over de vervlakking in de Gereformeerde Kerken (synodaal), die zo rond 1955 openbaar werd. Men begon te klagen over slappe prediking en lauwheid van kerkgangers. Een onderzoek, in 1959 uitgevoerd, bracht een aantal verontrustende zaken naar voren: het kerkbezoek nam af, de belangstelling voor de middagdienst nam af, er werd geklaagd over de prediking, men kreeg bezwaar tegen onderricht uit de Heidelbergse Catechismus, die zou vooral voor de jongeren te moeilijk zijn. Er waren wel ‘vrijmoedige getuigenissen’, maar de onderzoekers misten ‘de blijdschap over de verzoening in Christus en de verwachting van Jezus’ wederkomst’. Door de toenemende welvaart dreigden de gelovigen van God en Zijn Woord te vervreemden. Vanaf 1974 begon het ledental van de kerken te dalen.

 

In 1965 schreef dr. M.J. Arntzen  over de crisis in de Gereformeerde Kerken: ‘De meest centrale waarheden van het gereformeerd belijden worden aangetast. En dat niet door enkele onbekenden, maar door zeer bekwame en geliefde leidende figuren’. Ook H. Ridderbos, hoogleraar in Kampen signaleerde  ‘verzwakking van het gereformeerde kerkelijk besef, vervlakking van de gereformeerde prediking  en verwereldlijking van het gereformeerde leven’. Zorgen waren er over het verdwijnen van  ‘de godsvrucht’. In 1974 bezocht nog maar 24 procent de dienst op zondagmiddag, in 1975 werd de catechismusprediking afgeschaft.

 

In een volgend ND-artikel gaat het over een publicatie van dr. H. Berkhof, ‘Crisis der Middenorthodoxie’. Berkhof maakte een analyse van de grootste richting in de Hervormde Kerk, de middenorthodoxie, en constateerde dat ‘de prediking vlak was geworden, de genade goedkoop en de zede tot niets verplichtend’.

Het ND meldt vervolgens: ‘Het boekje van Berkhof kwam dan ook hard aan. Volgens Berkhof was er van alles mis met de middenorthodoxie. Haar preken werden ‘fris’ genoemd, maar ze misten werfkracht. Het kerkbezoek neemt eerder af dan toe. De middenorthodoxie tintelde van dadendrang, het wemelde er van commissies, kringen en cursussen, vele gemeenteleden deden dagelijks hun best. Maar het deed Berkhof denken aan een machine die draait om te draaien en die weinig of niets aflevert. ‘Men vraagt zich ook niet af, wat de zin van dit alles is. Het lijkt wel of men bang is voor deze vraag en met drukke activiteit eigen geestelijke onzekerheid overstemt’. De middenorthodoxie wilde het licht van het evangelie laten schijnen in de wereld en daarom moest er veel. De gemeente moest aantrekkelijk worden voor de buitenwacht, en daarom moest er meer liefde zijn, meer onderlinge geloofsblijdschap, meer getuigenis. Iedereen moest meedoen aan deze drukke, bijna Amerikaans aandoende, kerkelijke activiteit.

Zo druk en actief als de gemeente was, zo mat en vlak waren de preken die ze ’s zondags hoorde, doordat de dominees verzuimden over de Wet van God te spreken. Ze preekten over genade, zonder de mens met zijn zonde en ellende te confronteren. ‘Zulk een Genade zonder Wet blijft boven ons bestaan zweven. Zij verontrust en ergert ons niet’. Los van de genade was de Wet een eigen leven gaan leiden, ‘in de koortsachtige activering van het gemeenteleven, in de zelfaanklachten en de bestraffende en aanvurende oproepen, die zo typerend zijn voor het geestelijk leven der middenorthodoxie’.

 

Voor de Gereformeerde Bond werd de ‘Crisis der Middenorthodoxie’ een baken in zee. Dr. ir. J. van der Graaf noemde wat Berkhof zei over de middenorthodoxie nog steeds actueel, geestelijke vernieuwing. Alleen langs de weg van geestelijke inkeer!’

 

En dan de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. In de Gereformeerde kerkbode van Groningen - Fryslân – Drenthe schrijft ds. J. Kuiper uit Assen o.a. over de zorgen die de Australische zusterkerken (FRCA) hebben over de koers van de GKV. De Australische  kerken maken zich o.a. zorgen over de rol die de context speelt  in de uitleg van de Bijbel in de GKv. Ze erkennen ook dat de context een rol speelt in de uitleg, maar denken dat deze een overwicht krijgt boven de Bijbel zelf. Volgend jaar zal er een officiële vermaning klaar zijn, waar nadere uitleg gegeven zal worden. Ook noemt ds. Kuiper vergelijkbare zorg in de USA. In ‘Christianity Today’ werd geschreven over de zorg rondom de narratieve benadering. Er is op deze manier het gevaar van reductie van de Bijbel, jouw verhaal moet niet zo belangrijk worden dat Gods verhaal daaraan aangepast wordt. We zien dan bijvoorbeeld wel Gods mooie toekomst, maar niet de dreiging van het eeuwig oordeel.

Ook wees 'Christianity Today' op de vervlakking van de boodschap door de toenemende aandacht voor de jeugdcultuur de afgelopen vijftig jaar. Er ontstond op deze manier een mensgerichte boodschap. Er wordt een selectie uit de Bijbel gemaakt van passages die  je aanspreken. Toch staat er in de Bijbel dat elk Schriftwoord nuttig is om te onderrichten (2 Tim. 3: 16).

 

Ds. Kuiper vraagt om de Australische vermaning, die er aan komt, serieus te nemen. Ligt er een basis onder deze kritiek? Hij denkt hierbij terug aan de omschrijving van ‘ethiek’ door prof. K.Schilder: ‘je bent altijd verplicht Gods wil te doen. Gods wil vind je in de Bijbel. Dan heb je te maken met dingen die altijd hetzelfde blijven, dingen die te maken hebben met de voortgang van de openbaring (oud – nieuw testament) en de eigen specifieke situatie’.

 

Ook wij hopen dat er serieus naar de buitenlandse kerken met hun zorgen geluisterd wordt. De serie ‘de canon van de ontkerkelijking’ in het Nederlands Dagbad mag daarbij een extra stimulans zijn.