Ethiek

Uit de kerken

Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Dalfsen op weg naar de ware oecumene (1)

 

A. Velthuis

14-01-12

 

U hebt weinig kracht en toch hebt u Mijn Woord in acht genomen en Mijn Naam niet verloochend.” (Openb. 3:8, HSV)

 

Inleiding

In februari 2010 kwam het in Dalfsen tot een vrijmaking van ongereformeerde besluiten van meerdere opeenvolgende generale synoden. Besluiten waarvan het niet meer mogelijk was om revisie te vragen in de kerkelijke weg. Om ’s Heren wil moest de broederband met de plaatselijke gemeente en het kerkverband van de GKV verbroken worden. Deze vrijmaking betekende toen een breuk met het kerkverband van de GKV maar niet een breuk met de kerk van Christus. Zij geschiedde onder leiding van ds. E Heres (predikant ter plaatse) en twee diakenen.

In deze artikelenreeks zal ik niet schrijven over de gronden voor de vrijmaking in 2010. Over de afwijking van de gereformeerde leer in de GKV werd en wordt nog veel geschreven. Daarnaast hebben de ambtsdragers die opriepen tot vrijmaking een uitvoerige verantwoording en verklaring afgelegd. Deze is verzonden naar alle leden in de plaatselijke gemeente en ook is dit appèl uitgegaan naar alle GKV-gemeenten. De toen uitgegeven “Verklaring van kerkelijke stappen om gereformeerd te blijven” is door iedereen na te lezen op de website van de Gereformeerde Kerk (dolerend) te Dalfsen waarnaar ik hier gemakshalve verwijs. In deze artikelenreeks over Dalfsen zal ik mij met name richten op de periode na de vrijmaking in 2010. Concreet zal ik mij daarbij toespitsen op de vraag hoe en op welke wijze voldaan is aan de belofte in genoemde verklaring om van harte bereid te zijn kerkelijke eenheid te zoeken. De ambtsdragers verwoordden dit bij hun vrijmaking als volgt:

 

“Het is ons hartelijke voornemen alles in het werk te stellen om tot eenheid te komen met allen die Christus willen volgen en daadwerkelijk willen staan op het fundament dat Hij gelegd heeft, het Woord van apostelen en profeten. Wij hopen, door Gods genade, weer te mogen staan in de ruimte van de katholieke kerk.”

 

In deze artikelenserie zullen we zien dat dit hartelijke voornemen ook daadwerkelijk ten uitvoer is gebracht. Er zijn stappen gezet op de weg welke leidt tot kerkelijke eenheid. Ook een weg waarop moeiten zijn ontstaan en een groep gemeenteleden zich onttrok aan de kerk van Christus te Dalfsen. Ook aan die moeiten zal in deze serie aandacht worden besteed omdat dit behoort tot de jongste kerkgeschiedenis van deze gemeente. Voor deze artikelenserie is, met toestemming van de kerkenraad te Dalfsen, gebruik gemaakt van stukken welke in deze gemeente verspreid zijn.

 

Kleine kracht maar het Woord bewaard

Om de ontwikkelingen welke zich voor deden in het proces op weg naar kerkelijke eenheid goed te kunnen plaatsen is het goed om toch heel even terug te gaan naar de vrijmaking in Dalfsen op 7 februari 2010. Wie de uitgegeven verklaring van de ambtsdragers in Dalfsen leest en zorgvuldig toetst aan Schrift en belijdenis, stelt vast dat het hier gaat om zaken die het fundament van de kerk hebben aangetast. Het zijn geen persoonlijke kwesties waarom de wegen zich wel moesten scheiden. Maar het gaat om trouw aan Christus zelf, de Koning van de kerk. En ja, wanneer een kerk zo fundamenteel afwijkt van Schrift en belijdenis, zich daarin verhardt, alle oproepen om terug te keren naast zich neerlegt, dan komt er een moment dat vrijmaking geboden is. In hun verklaring verwoordden de ambtsdragers dit als volgt:

 

“Nu echter ook de kerkenraad van de kerk te Dalfsen heeft uitgesproken alle synodebesluiten te aanvaarden en voor vast en bondig te houden betekent dat voor ons een botsing van plichten. Wij worden als ambtsdragers geacht ons te schikken naar de besluiten van de kerkenraad en dien overeenkomstig ook te handelen en te spreken (ook al is het met behoud van gevoelen). In deze botsing van plichten leert het Woord van de HERE ons (1 Cor. 7:23, Hand. 4:19, Hand. 5:29) dat wij God meer moeten gehoorzamen dan de mensen. Daarom hebben wij de vrijmoedigheid u op te roepen u niet langer te laten leiden op, maar te breken met de hierboven genoemde weg die door het kerkverband van de GKV is ingeslagen en tot op heden volgehouden en die o.a. tot uiting komt in bovengenoemde synodebesluiten. Deze volgehouden weg, die tenslotte ook heeft geleid tot het verstoten van trouwe dienaren van Christus, is als een juk dat wij niet langer mogen en ook niet langer hoeven dragen. Wij mogen ons, met andere broeders en zusters die in de afgelopen jaren de nood van het kerkelijke leven ervaren hebben, opnieuw weer buigen onder het zachte juk van Christus, die gezegd heeft: ‘Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal U rust geven’ (Matth. 11:28). Door de stem van de grote Herder van de schapen, Jezus Christus te volgen (Joh. 10:3), is een breuk met het kerkverband van de GKV onontkoombaar.“

 

Inderdaad, onontkoombaar. Om ’s Heren wil de band verbreken. Een stap die niet zomaar gezet is. Daarover schreven de ambtdragers het volgende:

 

“Wij zetten deze stappen in vrijmoedigheid. De liefde van Christus en de liefde voor Zijn kerk drijft ons. Zijn Woord spoort ons aan: ‘Houdt vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme’ (Openb. 3:11). De trouw aan de gereformeerde belijdenis, waaraan wij ons jawoord en waaronder wij onze handtekening geplaatst hebben, dringt ons. Ook houdt een kernbepaling in de kerkorde ons voor (art. 31 KO), dat het Woord van God en de Schriftuurlijke kerkorde hoger gezag hebben dan de uitspraken van kerkelijke vergaderingen. Tegelijk zetten wij onze stappen met diep verdriet en als kleine mensen. Want het kerkverband van de GKV is ons lief en de broeders en zusters in ons kerkverband zijn ons dierbaar. Wij verheffen ons in geen enkel opzicht boven u. Wij weten ons kleine mensen en ook zondige mensen. Wij weten ons mede schuldig aan de kerkelijke ontwikkelingen die tot het huidige dieptepunt hebben geleid. Hebben wij wel in alle opzichten gebroken met de zonden? Hebben wij wel voldoende op de wegen van de HERE gewezen? Ons gebed is dat de HERE Zich in Zijn genade over ons moge ontfermen.“

 

Zo zijn de stappen om gereformeerd te blijven in Dalfsen gezet. Onder de verklaring stonden slechts de handtekeningen van één predikant en twee diakenen van de omvangrijke kerkenraad ter plaatse. En slechts enkele tientallen leden, uit een gemeente met honderden leden, gaven gehoor aan de oproep van deze ambtsdragers om trouw te blijven aan de Koning van de kerk.

Al snel kon toch al een kerkenraad geïnstitueerd worden bestaande uit de predikant, twee ouderlingen en twee diakenen. Ook kwam er groei van  buitenaf door leden uit Hoogeveen, Zwolle, Wezep, Hasselt en Sauwerd waardoor de gemeente zich ontwikkelde richting een streekgemeente van ruim 100 leden. Het werd nodig de kerkenraad uit te breiden met nog een ouderling en diaken. Maar nog steeds een onaanzienlijke gemeente, niet in tel voor deze wereld en slechts een kleine uittocht uit de GKV met haar ruim 100.000 leden. Een hopeloos clubje van gelijkgezinden. Weer een kerk van ‘ex-vrijgemaakten’ op weg naar de volmaakte versplintering. Niet levensvatbaar om echt kerk te kunnen zijn. Een dwaas gebeuren.

Ja, dat is de wereldse wijsheid. Zo wordt ook wel gespot door de wereld, maar juist ook vanuit GKV-kring zelf zijn deze geluiden gehoord. Daartegenover staat de hemelse wijsheid, de wijsheid van God.

 

 “Maar het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en het zwakke van de wereld heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen. En het onaanzienlijke van de wereld en het verachte heeft God uitverkoren”. (1 Kor. 1:27-28a, HSV)

 

Naar de mens, de wereldse maatstaven gemeten, stelt het allemaal niets voor daar in Dalfsen. Wat gaat daar nou van uit? Van zo’n kleine gemeente met…. ja met eigenlijk niets?

Helemaal niets? Door de vrijmaking werd het Woord bewaard! En dan heeft zo’n gemeente eigenlijk alles. Ook al zijn de krachten klein en zijn het er slechts weinigen die rondom dat Woord blijven vergaderen. En alleen op dat fundament willen bouwen. Vertroostend en bemoedigend zijn dat de woorden van Christus:

 

“Ik ken uw werken. Zie, Ik heb voor uw ogen een geopende deur gegeven en niemand kan die sluiten, want u hebt weinig kracht en toch hebt u Mijn Woord in acht genomen en Mijn Naam niet verloochend.” (Openb. 3:8, HSV)

 

Om dat bewaren van Zijn Woord ging het begin 2010.  En om dat Woord ging het in de daarna volgende periode waarin deze gemeente in de moeite kwam en er opnieuw kerkgeschiedenis geschreven is. Maar ook, juist ook hierin, ging en gaat het ten diepste om het blijven vasthouden van het Woord en het zoeken van eenheid met hen dit op hetzelfde fundament willen staan. Alle pogingen om dit te ondergraven en andere oorzaken aan te wijzen ten spijt. Kerkvergadering is het werk van Christus, het vleesgeworden Woord (Joh. 1). Hij vergadert zich een gemeente van het begin tot het einde van de wereld (art. 27 NGB). Het is daarom de roeping van kerken die werkelijk willen staan op het fundament van Schrift en belijdenis om mee te vergaderen in de wettige levensstroom van Zijn kerkvergaderend werk.

 

En daarmee belanden we midden in de stof waarover deze artikelenreeks verder zal gaan. Er zijn immers twee kerkverbanden van ex-GKV’ers die zich presenteren als de wettige voortzetting van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Twee kerkverbanden met elk een eigen geschiedenis in de jaren na 2003 toen de eerste vrijmakingen van de GKV plaatsvonden.

 

Wordt vervolgd