Open brief aan de GKSA 1
Dr. Jac. H. Howell (Heidelberg, Gauteng)
24-03-12
We kregen een open brief van dr. J.H. Howell onder ogen, gericht aan de Gereformeerde Kerke in Suid-Afrika (GKSA), ook wel Dopperkerken genoemd. Dr. Howell is predikant van de GKSA te Heidelberg. Hij schreef de brief om de ontwikkelingen rond 'de vrouw in het ambt' in zijn kerken.
Het is belangrijk om er kennis te nemen. Immers deze kwestie speelt ook hoe langer hoe meer in het verband van de gereformeerde kerken vrijgemaakt. Bovendien is er met de GKSA een zusterkerkrelatie! Uit de brief blijken trouwens veel meer overeenkomsten tussen de Zuid-Afrikaanse en Nederlandse ontwikkelingen. Daarom geven we met de toestemming van dr. Howell hieronder de uit het Afrikaans vertaalde brief in extenso weer.
In een volgend artikel willen we een vergelijking maken met de situatie in de GKv.
Ter informatie, Gauteng is een van de negen provincies waarin Zuid-Afrika sinds de apartheid is opgeheven, is ingedeeld. Het gebied telt 9,2 miljoen inwoners. Gauteng is de kleinste provincie maar wel economisch de belangrijkste. Vroeger was ze het hart van Transvaal. Ook Pretoria, de bestuurlijke hoofdstad van Zuid-Afrika ligt in deze provincie.
Gauteng betekent zoiets als 'goudstreek'. In het gebied wordt namelijk het meeste goud van de wereld gevonden.
Redactie een in waarheid
Open brief
Hoe zijn we gekomen waar we nu zijn?
Over het vraagstuk: Vrouw in het bijzondere ambt, al dan niet
Waar staan we met elkaar na de Synode 2012 over het vraagstuk rondom de vrouw in het bijzondere ambt in de kerk en hoe zijn we bij dit punt uitgekomen? Vanuit het perspectief van degene die de Schrift verstaat en leert zoals de Gereformeerde Kerken die vanaf 1859 verstaan en geleerd hebben, is het volgende mijn visie op de zaak:
Volgens de bestaande opvatting vanaf 1859 is de algemeen aanvaarde (en met uitzondering, ook de wereldwijde) Gereformeerde exegese en verstaan van Gods Woord dat de vrouw niet in het ambt van predikant, ouderling of diaken mag dienen. Sommigen willen wel zover gaan om toe te geven dat de vrouw als diaken in het ambt kan dienen, aangezien diakenen niet geroepen worden om – zoals de ouderlingen – te leren en te regeren.
Onder de invloed van nieuw, ander denken binnen de GKSA, begon er geleidelijk onder sommige exegeten een ander verstaan over 'de vrouw in het bijzondere ambt' post te vatten. De verschuiving in denken is veroorzaakt door het hermeneutische uitgangspunt namelijk dat de tijdsomstandigheden bepalend zijn (of ten minste een veel grotere rol moeten spelen) in de hermeneutiek (en exegese?). Het noodwendige gevolg is dat er ook van een basaal andere Schriftbeschouwing gebruik gemaakt wordt. Niet meer 'de Schrift en de Schrift alleen', maar de Schrift en daarmee samenhangend de invloed van de 'Sitz im Leben' voor de huidige tijd waarin geleefd wordt. Het doorslaggevende veranderde uitgangspunt is dus dit, dat wat voor een zekere tijd geldt, niet per se voor alle tijden geldt. Dit standpunt leidt onvermijdelijk en uiteindelijk tot vrijzinnigheid en relativisme in de theologie.
Binnen de GKSA belijden wij allemaal dat we Gereformeerd zijn in onze Schriftbeschouwing, maar toch verschillen we in ons verstaan van 'gereformeerd'-zijn. Hierover moeten we elkaar niet verketteren, maar er met elkaar wel eerlijk over zijn. Zó moeten ook zij eerlijk zijn die instemmen met de openlijke verklaring die voor een meerdere vergadering gelezen wordt. Daarmee verklaren zij openlijk (ondernemen/beloven) om alle besluiten die wij gezamenlijk nemen, te honoreren op grond van de Schrift, de belijdenis en de kerkorde. Diegenen die in de praktijk echter niet doen waarin zij ten overstaan van hun medebroeders mee ingestemd en wat zij beloofd hebben, verstaan beslist niet de Bijbel noch wat gereformeerd-zijn is. Dan horen zij zeker ook niet bijelkaar, aangezien het duidelijk is dat hun verstaan van de Waarheid van Gods Woord radicaal van dat van hun medebroeders verschilt.
Degenen die het nieuwe, veranderde denken en de Schriftbeschouwing voorstaan en verkondigen, liepen echter vast bij gereformeerde exegeten die het niet met hen eens waren over dit nieuwe uitgangspunt. Dus moesten zij subtiel te werk gaan en geleidelijk in de tijd hun strategie proberen door te voeren.
1. Eerst zorgden zij dat hun denken door bepaalde academici verkondigd werd. In de loop van de tijd hebben zij zo een ondersteuningsbasis voor hun Schriftbeschouwing opgebouwd. Hun leerlingen hebben zich zo, net als hun leermeesters, mettertijd verder in hun denken 'ontwikkeld'.
2. Voorts hebben zij gepoogd om indringende exegeses te geven – waarvoor zij zeker erkenning behoren te ontvangen. Echter, jammer genoeg heeft hun exegetische arbeid (door hun Schriftbeschouwing bepaald) hen bij andere antwoorden dan de bestaande Gereformeerde exegese gebracht (waar de Bijbel en de Bijbel alleen als Bron van de waarheid beschouwd wordt). Toets bijvoorbeeld deze exegeten door te vragen of er werkelijk in het paradijs een slang was die met Adam en Eva sprak. Indien u als een 'biblicist' gebrandmerkt wordt over deze vraag, dan weet u waar u met hen aan toe bent. Ook vraagstukken rondom de maagdelijke geboorte van Jezus, de evolutieleer, homoseksualiteit, crematie, zondagssport, enz. worden uiteindelijk verschillend beantwoord. De Schriftwaarheid, die vast en uniek is, wordt geleidelijk niet meer als de enige vaste waarheid beschouwd.
3. Daarna deden de nieuwe denkers moeite om de Gereformeerde exegese en Schriftbeschouwing en hun alternatieve Schriftbeschouwing als alternatieve gelijkwaardige en aanvaardbare exegetische modellen te presenteren.
4. Het boek over 'de vrouw in de kerk' dat voor de Synode 2009 gepubliceerd is en dat het resultaat is van een studie over de vrouw (of zij in het bijzondere ambt mag dienen al dan niet) is in het bovenvermelde proces gebruikt. Ook een groot aantal broeders dat tot de gevolgtrekking komt dat de vrouw niet in de bijzondere ambten kan dienen, heeft meegewerkt aan dit boek. Wat echter goed in de gaten moet worden gehouden, is, dat wel van velen gevraagd is zich er voor in te zetten, maar dat het gepubliceerde resultaat de visie van de schrijvers weerspiegeld en niet noodzakelijk de visie van de medewerkers. Nooit werd er overeengekomen om beide standpunten als even aanvaardbaar en als enkel exegetische alternatieven weer te geven. De twee standpunten vertegenwoordigen duidelijk twee uiteenlopende Schriftbeschouwingen. Het standpunt dat de vrouw in het bijzondere ambt wil bevestigen, wijkt af van de geijkte en gedegen Gereformeerde exegese en vertegenwoordigt dus een Schriftbeschouwing die vreemd is aan Gereformeerde exegese en die als zodanig behoort te worden afgewezen.
5. Vervolgens werd er veel moeite gedaan om eerst de vrouw als diaken in het ambt bevestigd te krijgen. Degenen die zich hiervoor beijverden, wisten waarschijnlijk dat het voor degenen die de Gereformeerde exegese sedert 1859, handhaven, moeilijker zou zijn om te bewijzen dat de vrouw niet in het diakenambt thuishoort.
6. In dit proces wordt het Gereformeerde kerkrechtelijke beginsel telkens opzij geschoven, namelijk het beginsel dat degene die iets in het licht van Schrift, belijdenis en kerkorde wil veranderen, met een gegronde exegese moet aantonen waarom er veranderd moet worden. De bal wordt echter telkens teruggekaatst, zodat de bestaande besluiten en exegese verdedigd moeten worden. De paardem worden dus achter de kar gespannen. De bewijslast wordt verplaatst. Het beginsel is toch dat er eerst uit Schrift, belijdenis en kerkorde bewezen moet worden voor er verandering kan plaats vinden?
Er kon echter niets bewezen worden. Had er bewezen kunnen worden, dan zou er toch alleen maar met één Schriftgetrouw standpunt kunnen zijn gekomen?
En er is volgens degenen die de gereformeerde exegese sedert 1859 handhaven, slechts één Schriftgetrouw standpunt, nl. dat de vrouw volgens Gods vrijmachtige bedoeling NIET in de bijzondere ambten zijn kerk mag dienen.
De vraag is echter: Willen we luisteren en buigen voor de Schrift? Buigen voor Gods wil zoals geopenbaard in zijn Woord?
7. Toen uiteindelijk het besluit werd doorgedrukt dat de vrouw wél in het diakenambt mag dienen (een compromisbesluit waarvoor het kerkrecht mijns inziens technisch misbruikt is), probeerde men om de vrouw ook in het ambt van ouderling en predikant te bevestigen … wat vanaf het begin het uiteindelijke doel was.
8. Intussen wordt er een geweldige poging ondernomen om te benadrukken dat de hele zaak rondom 'de vrouw in het bijzondere ambt' werkelijk alleen maar een kwestie van interpretatie is, die het wezen van kerk-zijn helemaal niet raakt. Integendeel, dat de tijd en de moeite die aan deze zaak gespendeerd worden enkel iets is dat de satan gebruikt en misbruikt, zodat de kerk niet aan haar EIGENLIJKE taak toekomt. Interne gevechten belemmeren de kerk om haar roeping naar buiten naar behoren te kunnen nakomen. Daarom wordt gepoogd om besluiten over zaken zoals 'de vrouw in het bijzondere ambt' af te schuiven naar de plaatselijke kerk. Er wordt in strijd met de waarheid geredeneerd dat het slechts een middelmatige zaak is waarin wij elkaar vrijheid moeten laten om zelf te besluiten. Maar de waarheid is dat dit een kwestie van Schriftbeschouwing is met verreikende gevolgen.
Dit wordt echter doelbewust verzwegen.
9. Feitelijk waren al de broeders die bezwaarschriften tegen het besluit 'de vrouw in het bijzondere ambt' van Synode 2009 zouden indienen bij de Synode 2012, al in de weer op de Synode 2009. Zij verzetten zich daar hevig tegen de voorgestelde bewoording in het besluit, nl. dat het besluit "volgens de Schrift" genomen is. Zij zorgden ervoor dat deze woorden zo veranderd werden dat deze nu luiden: dat het besluit "volgens het rapport" genomen is. Zij wisten dat dit voor hen de deur open zou laten voor latere bezwaarschriften. Wij weten echter allemaal dat het besluit genomen is op grond van de exegese die in het ene specifieke (het bestaande gereformeerde) standpunt in het rapport voorgehouden is.
10. En nu is het 2012. Het Trojaanse paard is binnengelaten in de gelederen van de GKSA.
11. Mijn vraag is: Moeten we nu maar niet openlijk tegenover elkaar erkennen dat onze onderscheiden Schriftbeschouwingen wezenlijk van elkaar verschillen?
Het logische gevolg hiervan is dat we bij exegetische kwesties bij andere/verschillende antwoorden gaan uitkomen. Met de openlijke erkenning hiervan verketteren we elkaar geenszins, maar zijn ten minste wel eerlijk jegens elkaar.
12. Voorts moeten we onszelf afvragen of de huidige situatie binnen onze kerken werkelijk houdbaar is binnen één kerkverband. We weten immers wat ervan de gevolgen waren in de geschiedenis van andere gereformeerde kerkverbanden. Kunnen we eerlijk één kerkverband zijn als wij niet de jure (in beginsel) EN de facto (in praktijk) één zijn op grond van Schrift, belijdenis en kerkorde?
13. Als wij zouden besluiten om de vrouw binnen de GKSA in het ambt van ouderling en predikant toe te laten – ook al zouden we dat besluit overlaten in de handen van de plaatselijke kerken – dan gaat de onderlinge band tussen de kerken binnen de GKSA scheuren. Daarover bestaat er geen twijfel naar mijn gevoelen.
Indien het besluit overgelaten zou worden aan de plaatselijke kerk, scheurt de eenheid feitelijk (in praktijk) daar waar gelovigen op het grondvlak binnen plaatselijke kerken hun geloof beleven.
Om dit besluit over te laten in de handen van de plaatselijke kerk zou ook een laf besluit zijn – uit vrees om standpunt te moeten innemen voor de waarheid.
14. En toen koos de Synode 2012 een voorzichtige weg. We kunnen het ook de 'gemakkelijke' weg noemen. Maar is het eigenlijk ook niet een oneerlijke weg? Is het niet omdat wij bang zijn om openlijk tegenover elkaar te erkennen dat wij op grond van de Schrift van elkaar verschillen? Dat wij niet werkelijk eerlijk en onbevangen kunnen zeggen dat wij op dezelfde wijze met de Schrift bezig zijn (en daarom uiteindelijk ook niet meer met dezelfde Schrift bezig zijn)?
Hoe gaat het uitstellen van het besluit ons helpen om naar elkaar toe te bewegen in ons verstaan van de Schrift? Proberen we politiek te spelen in de kerk van de Here?
Hoe dikwijls is het niet gebeurd dat bepaalde groepen tijdens de Synode 2012 beraadslaagd hebben over welke "strategie" op de volgende synode gevolgd moet worden. Dat in de kerk van de Here!? Hierover zal beslist ook aan de Koning van de kerk verantwoording afgelegd moeten worden.
En vervolgens wordt er weer eens een zogenaamde 'compromisovereenkomst' aangegaan. Men besluit om niet te besluiten! Dat stelt toch alleen maar de uiteindelijke pijn en het verdriet naar weerskanten uit?!
15. Binnen de GKSA zijn er die zich daadwerkelijk voor 'de vrouw in de bijzondere ambten' beijveren (zelfs door vrouwen in het ambt van ouderling te bevestigen en vrouwen toe te laten om een zogenaamd 'stichtelijk woord' te 'preken'). Is dit liefde tegenover je broeders met wie je hebt ingestemd en aan wie je hebt beloofd om onderling overeengekomen besluiten op grond van de Schrift, belijdenis en kerkorde te honoreren? Is dit gehoorzaamheid aan de Here? Kunt u zich werkelijk voor de Here en zijn Woord verantwoorden?
Natuurlijk hoort u hierop 'ja' te kunnen zeggen als u werkelijk gelooft dat u op de goede wijze met het Woord van de Here werkt en werkelijk gelooft dat dit de weg is die u moet bewandelen. Maar dan verschilt uw visie van de gereformeerde visie en het verstaan van Gods Woord. Dan hebt u een andere Schriftbeschouwing met een ander verstaan van de waarheid van de Schrift.
16. U hebt 'ja' gezegd op de dag dat u belijdenis van geloof afgelegd hebt.
U hebt 'ja' gezegd op de dag toen u in het ambt bevestigd werd.
Uw 'ja' betekende toen ook dat de vrouw niet in het bijzondere ambt bevestigd mag worden. Zo geloven wij op grond van Schrift, belijdenis en kerkorde.
Is uw 'ja' intussen veranderd in een 'nee'?
17. In alle liefde: Als u niet meer gereformeerd wilt zijn … kom er dan eerlijk voor uit. Daarom: Keer óf terug naar het gereformeerde verstaan van de Schrift sedert 1834. Of ánders: Groet ons en voeg uzelf eerbaar bij een kerkverband waar u zich thuis voelt. Dit is toch de eerlijke en eerbare weg om te volgen?
Uw broeder in Christus
Dr. J.H. Howell (Heidelberg, Gauteng)
_______________________________
Noot 2: Met name punt 9 is voor mij belangrijk nieuws, omdat het latere schrijven van mij (2010-11-22) aangeeft juist ook dit probleem – 'volgens de Schrift' vs ‘volgens het rapport' – te hebben opgemerkt (ik was niet op de verlengde synode in juli 2009 en dus niet bewust van dit 'ordevoorstel' dat de bewoording veranderd heeft). De aangebrachte wijziging die het 'zwakke' punt aangaf van het besluit, heeft aanleiding gegeven tot veel bezwaarschriften ten gunste van VIDA.
Laten we in deze tijden in nederigheid de HERE bidden tot Zijn eer en tot het heil van zijn kerken: Ps.25:22.
Vertaling A. Mol